‘Het RIVM-CvB denkt mee.’

Mark Steinbusch is de bestuurder van screeningorganisatie Bevolkingsonderzoek Zuid en heeft vanuit deze rol – al jarenlang – veelvuldig contact met het RIVM-CvB. Wat betekent het RIVM-CvB voor zijn organisatie? Hoe is de samenwerking? En hoe heeft de relatie zich in de loop der jaren ontwikkeld?

Wat doet het Bevolkingsonderzoek Zuid precies?

‘Bevolkingsonderzoek Zuid is een stichting die de bevolkingsonderzoeken borstkanker, baarmoederhalskanker en darmkanker uitvoert in Noord Brabant en Limburg. Er werken hier ruim 200 mensen. Daarnaast zijn er ongeveer vijftig radiologen en nog enkele andere medisch specialisten verbonden aan onze screeningorganisatie.’

Wat betekent het RIVM-CvB voor jullie?

‘Het RIVM-CvB is voor ons de belangrijkste partner om ons werk goed te kunnen uitvoeren. Ze is onze opdrachtgever, ze faciliteert ons, maar is ook een sparringpartner tijdens inhoudelijke discussies over het screeningsbeleid. Het RIVM-CvB denkt actief met ons mee over hoe we de bevolkingsonderzoeken nog beter kunnen maken.’

Hoe zou u de relatie met het RIVM-CvB in een paar woorden omschrijven?

‘Het RIVM-CvB is onmisbaar voor ons en dat is wederzijds. Samen zorgen we ervoor dat de bevolking een zo goed mogelijke screening aangeboden krijgt. Een goede afstemming tussen regiefunctie en uitvoering is daarbij een voorwaarde. Dat besef is bij beide partijen aanwezig en daarom steken we beide energie in het onderhouden van de relatie.

Gezamenlijk leveren we zodoende een bijdrage aan het redden van levens.’

Hoe is de samenwerking met het CvB?

‘Dat is een proces van “voortdurend afstemmen”. We zijn doorlopend met elkaar in gesprek om de inhoud scherper te krijgen en balanceren steeds tussen hetgeen formeel moet, en hetgeen praktisch werkt. Op dat snijvlak vinden we elkaar en die samenwerking verloopt – als ik voor mezelf mag spreken – goed. Het RIVM-CVB heeft zich door de jaren heen steeds bereid getoond om ons te ondersteunen en de screening te verbeteren. Ze werkt niet tegen, maar denkt mee.’

U bent vanaf de start betrokken geweest bij het RIVM-CvB. Hoe heeft de relatie zich in de loop der jaren ontwikkeld?

‘Aanvankelijk was de insteek vooral: “laat de professionals doen waar ze goed in zijn”. Dat werkte niet altijd optimaal. Als reactie daarop werd de controle opgevoerd door het ontwikkelen van veel indicatoren en een sterke focus op details in de uitvoering. Al lerende heeft men die stijl inmiddels losgelaten. Vandaag de dag is het een kader stellende organisatie geworden, waarbij de kaders steeds minder detaillistisch worden vastgesteld. Een goede ontwikkeling. Maar uiteindelijk staat of valt een relatie met de chemie die je hebt met de mensen die er werken. En de medewerkers zijn vooral betrokken en constructief. Dat is plezierig werken.’