Van kartbaan naar veilig gedrag

Enkele maanden terug had ik een bijzondere ervaring. Het ging als volgt:

Remmen, links hangen, insturen, rechts hangen. Bang! Au, mijn nek. Potverdorie. En gas erop. Remmen, uitwijken, links hangen, Bang! Mijn rug. Potjandorie. En weer gas erop. Nog drie rondes. Gelukkig de vlag. Ik mag de pitstraat in.

 

 

Behoorlijk geïrriteerd kwam ik uit mijn kart. Waarom dat gebots? Het is toch geen wedstrijd, het gaat om niets, en dan toch het liefst door iemand heen willen? Mijn eerste keer karten met mijn drie mannetjes. En misschien mijn laatste, dacht ik toen. Ik werd van de sokken gereden. ‘Rij dan ook door’, riep mijn man geërgerd. Tja. Een halve dag later was ik weer (wat) bijgekomen. Ik dacht ‘Wat is er nou gebeurd? Waar ben ik nou zo boos over?’ Een korte zelfanalyse leerde me dat het vermoedelijk kwam door een disbalans in testosteron en cortisol. Voor mij als chemicus een volstrekt logische verklaring.

Testosteron en cortisol botsen

Immers vorig jaar toonde Estrella Montoya, werkzaam aan de Universiteit Utrecht, aan dat testosteron en cortisol invloed hebben op sociaal emotioneel gedrag. Cortisol wordt afgegeven in dreigende omstandigheden (angst) en testosteron stimuleert agressief gedrag. Een hoog testosteronniveau in combinatie met een laag cortisolniveau leidt tot sociale agressie. Aha, de kartbaan!

Op de werkplek zijn er natuurlijk meer van dit soort situaties. Misschien niet zo extreem, maar toch. Je ziet een collega die snel even checkt waar de fout in de draaiende machine vandaan komt. Een buurman staat op een (te) hoge ladder de ramen te wassen Een chauffeur met rugklachten die al jaren doorrijdt op verkeerde stoel. Stuk voor stuk bedreigende situaties.

80% van de ongevallen worden veroorzaakt door gedrag?

Maar hoe zit dat met gedrag in bedreigende situaties? Laatst was ik bij een bijeenkomst van de agrarische sector. Ze hebben het initiatief genomen om samen met ketenpartners te werken aan de ambitie Zero Accidents. Een loffelijk streven. Op de bijeenkomst kwam ook de befaamde (of beruchte?) uitspraak ‘80 procent van ongevallen wordt veroorzaakt door gedrag’. Dat lijkt een aardig statement. Het benadrukt het belang van de menselijke factor in werksituaties. Tegelijkertijd schuilt daarin ‘gevaar’. Je kunt namelijk lezen dat het de werknemer is die de ‘fout’ maakt en dat je daar als bedrijf niets aan kan doen. Of dat het met een bewustwordingscampagne beter wordt. En dat we wellicht niets meer aan technische veiligheid hoeven te doen. Maar is dat ook zo?

Tegelijkertijd stellen we altijd de vraag of de getallen ‘kloppen’. Wellicht klopt het percentage als je weet op welke manier dat tot stand is gekomen. Uit analyses van het RIVM van meer dan 27.000 ernstige ongevallen blijkt in de helft van de ongevallen een veiligheidsvoorziening niet gebruikt te worden. Moeten we dan zeggen ‘52% van de ongevallen wordt veroorzaakt door gedrag?’ Ik vind van niet. Immers gedrag is het resultaat van de mens in contact met zijn omgeving. Wat zijn de omgevingsfactoren hier? Hoe zat het met de instructies? Welke vragen had de werknemer? Was het een bewuste handeling? Welke afweging maakte hij? Wat waren zijn hormoonspiegels? Etcetera.

Tja, en nu? Gedrag is ongrijpbaar en interessant. Ik blijf me er in verdiepen: Wat is gedrag, waar wordt ons gedrag door beïnvloed? Wat zijn verklaringen voor gedrag dat leidt tot onveilige of ongezonde situaties? Met de komst van Monique, Nivine en Jakko bij RIVM Veilig Werken zal deze zoektocht een belangrijk deel blijven uitmaken van ons werk.