Vegetariërs en vleeseters: verschillen in resistente bacteriën?

Groepen vegetariërs en vleeseters met elkaar vergelijken om meer grip te krijgen op de verspreiding van resistente bacteriën. Het RIVM voert een uniek onderzoek uit waarvan de resultaten eind 2017 bekend zijn.

Een golf aan aanmeldingen was hun deel na een oproep op social media. “Geweldig dat zoveel mensen mee willen doen aan het onderzoek,” zegt projectleider Vegastudie Cindy Dierikx. “Met zulke groepen deelnemers kunnen we straks goede betrouwbare uitspraken doen. Wel liep onze mailbox zó vol, dat we er een beetje van in paniek raakten. We hebben uiteindelijk een melding moeten instellen dat we genoeg deelnemers hadden.”

Vlees en vis

Aan het onderzoek doen zo’n 1000 vegetariërs en 500 vleeseters mee. Via monsters met ontlasting van de deelnemers en een uitgebreide vragenlijst willen de onderzoekers meer te weten komen over de manier waarop resistente bacteriën zich verspreiden en wat de rol van vlees en vis hierbij is. De vraag is of vegetariërs minder resistente bacteriën bij zich dragen dan mensen die vlees eten.

Darmbacteriën

En die kennis is welkom, want het is van groot belang om antibioticaresistentie zoveel mogelijk vóór te zijn. In dit onderzoek gaat het alleen om zogenaamde ESBL-producerende bacteriën. ESBL is een enzym dat bepaalde soorten antibiotica (penicillines en cefalosporines) kan afbreken. Behandeling van een ESBL-infectie is daardoor vaak erg lastig.

De vraag is of vegetariërs minder resistente bacteriën bij zich dragen dan mensen die vlees eten.

De bacteriën die ESBLs kunnen produceren, zijn gewone darmbacteriën. Hoe ze daar komen? “Gewoon via de mond. Via voedsel, maar ook bijvoorbeeld door iets aan te raken waar de bacterie op zit en daarna weer iets te eten,” zegt projectcoördinator antimicrobiële resistentie Engeline van Duijkeren. “Vaak wordt naar de veehouderij gekeken voor ESBLs, maar het is maar de vraag of de veehouderij een grote bijdrage levert aan ESBL-verspreiding onder mensen. Er zijn veel meer bronnen. Zo kan ESBL ook van mens op mens overgedragen worden. Met deze studie hopen we daar meer informatie over te krijgen.”

Probleem voor patiënten

Vijf procent van de Nederlandse bevolking is drager van een ESBL-bacterie, vaak zonder het te weten. Engeline van Duijkeren: “Mensen schrikken vaak als ze horen dat ze drager zijn, maar je merkt daar niets van. De meeste dragers worden niet ziek en we weten ook dat veel dragers de ESBL-bacterie vanzelf weer kwijtraken.” In ziekenhuizen kunnen resistente bacteriën zich makkelijker verspreiden, omdat daar veel kwetsbare patiënten zijn, die vaak ook met antibiotica behandeld worden. Een infectie met een resistente bacterie vormt daar een veel groter probleem. Daarom is het belangrijk om dragerschap met resistente bacteriën zoveel mogelijk te voorkomen.

Uniek

Een dergelijk groot onderzoek naar dit onderwerp gebeurde nog niet eerder. Cindy Dierikx: “Binnen Europa is nog maar één dergelijk onderzoek gedaan, in Duitsland. Maar dat was veel kleinschaliger dan ons onderzoek. De vegastudie, zoals wij ‘m noemen, is uniek voor Nederland.”

Het wachten is op de resultaten eind 2017.

Engeline van Duijkeren “Als we meer weten over waarom mensen drager worden, kan dat er uiteindelijk toe leiden dat er minder dragers komen van resistente bacteriën, waardoor deze zich ook minder zullen verspreiden.”