Commissie van Toezicht
De Commissie van Toezicht RIVM heeft tot taak het wetenschappelijk niveau van het RIVM te bewaken. Dit doet zij door toezicht te houden op én te adviseren over het niveau en de kwaliteit van uitvoering van het onderzoek en het bijdragen en verder ontwikkelen van het kwaliteitssysteem van het RIVM. Daarbij speelt de Commissie een belangrijke rol bij de monitoring en verbetering van de wetenschapsvelden. Op basis van haar bevindingen stelt de Commissie jaarlijks een verklaring op over het kwaliteitsniveau van het onderzoek en het kwaliteitssysteem van het RIVM. Haar oordeel rapporteert zij vervolgens aan de eigenaar van het RIVM, de pSG van het Ministerie van VWS.
In 2016 is de Commissie geïnformeerd over de resultaten van het Strategisch Programma RIVM (SPR) in 2015. De resultaten beslaan het eerste jaar van een nieuwe SPR-ronde.
De Commissie is er van overtuigd dat het strategisch onderzoeksprogramma een essentiële bouwsteen vormt voor de kwaliteit van het werk van het RIVM. De Commissie spreekt haar waardering uit voor de dynamiek en de output van het SPR-programma tot dusverre.
De Commissie is geïnformeerd over en betrokken bij de uitvoering van het plan van aanpak over het doel en opzet van de evaluatie van de CSO-functie binnen het RIVM en heeft de instituutsleiding van het RIVM diverse aandachtspunten mee gegeven. De Commissie onderschrijft de verbeterpunten die door deze zorgvuldige evaluatie aan het licht zijn gekomen.
De Commissie is gedurende 2016 terstond geïnformeerd over de ontwikkelingen rondom het dossier Rubbergranulaat.
Gedurende 2016 is de Commissie ook regelmatig geïnformeerd over de ontwikkelingen rondom de nieuwe huisvesting van het RIVM op het Utrecht Science Park.
De Commissie is geïnformeerd over de follow up en stand van zaken met betrekking tot de actiepunten, voortvloeiende uit de in 2015 gehouden wetenschappelijke audit Drinkwater. In algemene zin concludeert de Commissie dat er goede vorderingen zijn gemaakt en er goede respons is gegeven op de aanbevelingen van de auditcommissie. De follow up is op zorgvuldige wijze ter hand genomen. De Commissie benadrukt dat het team Drinkwater als expertisecentrum op het gebied van governance veel kennis heeft te bieden en als zodanig meer zou mogen worden geraadpleegd en ingeschakeld.
De Commissie is eerder geïnformeerd over het voornemen van het RIVM om aan te sluiten bij het IANPHI-initiatief voor de ontwikkeling van een evaluatieleidraad voor National Public Health Institutes, als ook over het streven van het RIVM, onder auspiciën van de instituutsleiding, een totale RIVM-brede visitatie te laten uitvoeren. De IANPHI-evaluatie heeft plaatsgevonden tussen 10 april en 13 april 2016. Op verzoek van de Commissie is aan de Summary of IANPHI Evaluation Team Recommendations 2016 een extra kolom toegevoegd, waarin de Commissie haar reacties heeft kunnen toevoegen ten aanzien van haar rol en eventuele activiteiten, als ook, na verloop van tijd, ter toetsing van bereikte resultaten.
De Commissieleden prof. dr. J.H. Kingma (kwaliteit en veiligheid van de gezondheidszorg) en prof. dr. J.C.M. van Eijndhoven (risico’s en risicocommunicatie) hebben in 2016 afscheid genomen van de Commissie van Toezicht.
De Commissie is ook in 2016 betrokken geweest bij diverse activiteiten die in het kader van de RIVM Academy zijn georganiseerd over de wetenschappelijke integriteit. Deze verbijzondering van borging van wetenschappelijke kwaliteit krijgt binnen het RIVM zodoende structureel, en op adequate wijze, aandacht.
De Commissie verklaart op grond van de verschafte informatie, de follow-up van de wetenschappelijke audit Drinkwater, de heldere visie in de conceptversie Strategie 2016-2021 Centrum Infectieziektebestrijding, de zorgvuldigheid en de kwaliteit van aanpak waarmee het dossier Rubbergranulaat onder grote tijdsdruk ter hand is genomen en de gevoerde gesprekken met de instituutsleiding, dat het RIVM er wederom in is geslaagd om de wetenschappelijke kwaliteit van het onderzoek van het instituut te waarborgen.