RIVM leverde bijdrage aan succesvol EU-Voorzitterschap Nederland

Een Europese vlag met op de achtergrond een Nederlands dorp.

Tijdens de eerste helft van 2016 was Nederland voorzitter van de Europese Unie. Een verantwoordelijke rol waarvoor ook het RIVM zich flink heeft ingezet. Zo hebben RIVM'ers geholpen om het onderwerp antibioticaresistentie prominenter op de Europese agenda te krijgen, droegen we bij aan een roadmap voor gezondere voedingsproducten en organiseerden we in april de EU-bijeenkomst voor de International Association of National Public Health Institutes (IANPHI).

Twee RIVM-collega’s werden zelfs een half jaar gedetacheerd bij het ministerie van VWS om zich in te zetten voor twee belangrijke Nederlandse speerpunten op het gebied van zorg: snellere en betaalbare beschikbaarheid van innovatieve geneesmiddelen en het invoeren van een medische hulpmiddelenverordening waarmee een interne markt voor veilige medische hulpmiddelen gerealiseerd kan worden.

Joëlle Hoebert, epidemioloog bij het Centrum Gezondheidsbescherming, was zes maanden projectsecretaris bij de VWS-directie Geneesmiddelen en Medische Technologie ten behoeve van het EU Voorzitterschap. Met haar team zette ze zich in voor de toegankelijkheid van innovatieve geneesmiddelen. "De prijs van innovatieve geneesmiddelen is vaak erg hoog. Dan helpt het als je dit probleem gezamenlijk - met andere EU-landen- oppakt. Bovendien duurt het vaak erg lang voordat nieuwe geneesmiddelen op de markt worden toegelaten. Ook daar wilden we wat aan doen, onder andere door ons te richten op meer flexibele vormen van markttoelating."

"Bij flexibele markttoelating wordt een geneesmiddel voorwaardelijk toegelaten tot de markt. Als later op basis van verzamelde data blijkt dat het medicijn minder effectief is, kunnen markttoelating en vergoeding worden ingetrokken. Dit is natuurlijk vervelend voor patiënten die baat bij het middel hebben, maar het alternatief is dat iedereen er veel langer op moet wachten."

Linda van Kerkhof, ook werkzaam bij het Centrum Gezondheidsbescherming (GZB), maakte met collega’s van GZB, VWS en de Inspectie voor de Gezondheidszorg onderdeel uit van de raadswerkgroep over medische hulpmiddelen. Ook zij kan tevreden terugkijken op haar werk: “We hebben er aan bijgedragen dat na vier jaar onderhandelen een politiek akkoord gesloten is, waarmee incidenten zoals een paar jaar geleden met lekkende borstimplantaten, hopelijk tot het verleden behoren.”

RIVM organiseerde bijeenkomst om antibioticaresistentie aan te pakken

Op 30 en 31 mei organiseerde het RIVM een bijeenkomst voor de Volksgezondheidsinstituten (Public Health Institutes, PHIs) van de landen die verenigd zijn in het zogeheten Action Package Antimicrobiële resistentie (AMR) van de Global Health Security Agenda (GHSA) om antibioticaresistentie aan te pakken. Het doel was de afstemming en samenwerking van de PHIs te vergroten. Experts uit 15 landen en PHIs waren aanwezig. Het RIVM heeft het voortouw genomen om het huidige aanbod aan internationale activiteiten in de bestrijding van resistentie in kaart te brengen. Het overzicht zal vanaf 2017 digitaal worden aangeboden op de het kennisuitwisselingsportaal van de Wereldgezondheidsorganisatie, het Strategic Partnership Portal. Uit de bijeenkomst is nieuwe samenwerking en kennisuitwisseling voortgekomen met onder andere Indonesië, Japan en Thailand.

One Health Workshop voor Europese landen

Samenwerking tussen veterinaire en humane gezondheidszorg op landelijk en internationaal niveau is van groot belang voor de beheersing van zoönosen. Zoönosen zijn infectieziekten die van dier op mens worden overgedragen. Om deze samenwerking te bevorderen, kwamen op 2 en 3 november vertegenwoordigers van veterinaire, volksgezondheids- en voedselveiligheidsinstituten en ministeries uit 19 Europese landen naar Amsterdam. Ervaringen tussen de verschillende disciplines en tussen de verschillende landen werden uitgewisseld en risico-analysestructuren werden uitgediept, met als doel het verbeteren van de risicoanalyse en beheersing van zoönosen. Deze internationale workshop werd georganiseerd door het RIVM in opdracht van de ministeries van VWS en EZ.

Het RIVM werkte hiervoor samen met diverse partijen: het European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC), European Food Safety Authority (EFSA), het Volksgezondheidsinstituut van het Verenigd Koninkrijk (PHE), het Zweeds Veterinair Instituut (SVA), het Wageningen bioveterinaire onderzoeksinstituut (WBVR) en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit NVWA.

Internationaal symposium risico-evaluatie chemische mengsels

De Europese voedselveiligheidsautoriteit EFSA en het RIVM organiseerden op 18 en 19 mei een internationaal symposium in Nederland. Op dit symposium kwam een gezelschap van onderzoekers, wetenschappers, stakeholders en beleidsmakers bij elkaar in Nederland, om de wetenschappelijke vooruitgang op dit gebied te bespreken. EFSA werkt aan de beoordelingsmethodiek van mengseltoxiciteit van residuen van gewasbeschermingsmiddelen. Hieraan heeft het RIVM de afgelopen jaren een belangrijke bijdrage geleverd. De methode zal gebruikt worden in de Europese besluitvorming over residunormen. Mengseltoxiciteit is niet alleen relevant voor gewasbeschermingsmiddelen maar ook voor bijvoorbeeld milieucontaminanten - stoffen die onbedoeld vanuit het milieu in voedsel terechtgekomen - en alle andere stoffen waar je aan blootgesteld kan worden.

Terug naar overzicht Internationaal

Terug naar inhoudsopgave