Veehouderij en gezondheid: eerste resultaten grootschalig onderzoek

Twee meisjes voeren kippen.

In 2016 zijn de resultaten gepresenteerd van een grootschalig onderzoek in het oosten van Noord-Brabant en het noorden van Limburg naar de effecten van veehouderij op de gezondheid. Er zijn verbanden gevonden tussen het wonen in de omgeving van veehouderijen en de gezondheid. Sommige effecten zijn ongunstig voor de gezondheid, andere positief. Daardoor is het niet mogelijk om een algemeen antwoord te geven.

“Het blijkt dat de COPD-patiënten die er wonen vaker en ernstiger klachten hebben dan patiënten op grotere afstand van veehouderijen”, licht onderzoeksleider Kitty Maassen toe. Daarnaast komen in het onderzoeksgebied vaker longontstekingen voor. Daar staat tegenover dat astma en neusallergie minder vaak voorkomen bij mensen die dichtbij veehouderijen wonen. De precieze oorzaak van de gezondheidseffecten is nog niet bekend; dat wordt nog nader onderzocht.

Invloed ammoniak

Een andere bevinding is dat mensen die veel veehouderijen in hun directe omgeving hebben, een verminderde longfunctie hebben. “Dat is vooral te zien bij mensen bij wie er binnen een straal van 1 kilometer rondom hun woning meer dan 15 bedrijven liggen”, aldus Maassen. Dit effect wordt zeer waarschijnlijk veroorzaakt door de blootstelling aan stoffen die afkomstig zijn van de veehouderij.

Maar niet alleen mensen die dicht bij veel veehouderijbedrijven wonen hebben een verminderde longfunctie. Dit effect is in het hele onderzoeksgebied gezien als er een hoge concentratie ammoniak in de lucht zit. Gezonde mensen merken hier doorgaans niet veel van. Mensen met klachten aan luchtwegen kunnen daar dan meer last van hebben.

Fijnstof en luchtweginfecties

In het onderzoek is ook gevonden dat longontsteking meer voorkomt bij mensen die binnen een afstand van 1 kilometer van pluimveehouderijen wonen. Maassen: “Er zijn aanwijzingen dat stoffen uit veehouderijen, zoals fijnstof en endotoxinen, mensen gevoeliger maken voor luchtweginfecties.’ Endotoxinen zijn kleine onderdelen van micro-organismen die luchtwegirritaties kunnen veroorzaken. Hoewel van pluimveebedrijven bekend is dat zij een hoge uitstoot van fijnstof en endotoxinen hebben, dragen ook andere sectoren van de veehouderij bij aan de concentratie van deze stoffen in de lucht.

Dit onderzoek is uitgevoerd door het RIVM, de Universiteit Utrecht (IRAS), Wageningen UR en het NIVEL. Hiervoor zijn gegevens van huisartsen gebruikt, hebben omwonenden van veehouderijen vragenlijsten ingevuld en zijn bijna 2500 mensen medisch onderzocht. Ook is op verschillende locaties de luchtkwaliteit rondom woningen van deelnemers bepaald en is vanuit een beperkt aantal pluimvee- en varkensbedrijven gemeten hoe stoffen zich verspreiden. In 2017 worden de resultaten van het vervolgonderzoek bekend gemaakt.

Terug naar overzicht Projecten en onderzoek

Terug naar inhoudsopgave