Veroudering van installaties (ageing)

Foto van een roestende fabrieksinstallatie

Veroudering van installaties (ageing) gaat over meer dan alleen de leeftijd. Vooral de conditie van een installatie en hoe deze door de tijd heen verandert, is van belang. Het is dus essentieel vroegtijdig kennis te hebben van het verouderingsproces. Dat begint al bij het ontwerp. Dat is de definitie van ageing zoals de Engelse Health & Safety Executive (HSE) het formuleert. Maar ageing gaat over veel meer. En ook de industrie heeft steeds meer aandacht voor het onderwerp.

Ongeveer 30% van de incidenten met gevaarlijke stoffen zijn (mede) veroorzaakt door verouderingsprocessen die de integriteit van de installatie aantasten. Dat blijkt uit de (MHC-) incidenten die HSE en de OECD hebben geanalyseerd. Het RIVM komt tot vergelijkbare conclusies op basis van de analyse van incidenten uit de eigen Storybuilder database. Het is dus goed dat er aandacht voor is, maar wat is ageing precies en hoe kunnen incidenten voorkomen worden?

Wat is ageing?

In het kader van BRZO betreft ageing in de eerste plaats de materiaaldegradatie van de installaties met gevaarlijke stoffen door (natuurlijke) verouderingsmechanismen als corrosie, erosie, trilling, vermoeiing door voortdurende wisselingen van druk of temperatuur. Omgevingsfactoren, zoals ligging aan de kust en het gebruik van de installatie kunnen de materiaaldegradatie beïnvloeden.

Het Major Accident Hazard Bureau (MAHB) van de Europese Unie (EU) en de Working Group on Chemical Accidents van de OECD definiëren ageing echter ruimer dan uitsluitend materiaaldegradatie. Onder ‘ageing' moet naar hun mening ook ‘obsolescence’ en veroudering van organisatie worden verstaan. Obsolescence laat zich vertalen als ‘in onbruik raken van apparatuur’. De apparatuur is ‘out dated’, technisch niet meer van deze tijd en zodanig gedateerd, dat (oorspronkelijke) onderdelen niet meer verkrijgbaar zijn. Ook het niet optimaal functioneren door wijzigingen in het proces of uitval als gevolg van een een gevoelige combinatie van oude technieken met nieuwe die in de loop van de tijd zijn aangebracht valt onder dit begrip.

Bij veroudering van organisaties kunnen procedures die betrekking hebben op de borging van de integriteit van de installatie niet meer actueel zijn, omdat deze al tijden niet zijn gereviseerd. Ook kan het zijn dat kennis die nodig is om installaties veilig in bedrijf te laten zijn , onvoldoende wordt bijgehouden of door personele wisselingen uit een organisatie is ‘weggevloeid’.In onderstaande figuren uit het OECD-rapport is weergegeven welke ageingtypen bij de incidenten een rol hebben gespeeld en welke installatietypen bij de incidenten zijn betrokken.

De regelgeving

In het Brzo 2015/de Seveso III-richtlijn is een nieuwe eis opgenomen om binnen het Veiligheidsbeheerssysteem (VBS) aandacht te besteden aan verouderende apparatuur en aan corrosie.

In Seveso III, bijlage 3 is VBS-element III (Controle op de exploitatie) aangevuld met de bepaling: beheer en controle van de risico's die samenhangen met verouderende apparatuur die geïnstalleerd is in de inrichting en corrosie.

Concreet vraagt het Brzo dus dat de Brzo-inrichting:

  • de verouderende apparatuur in de inrichting identificeert en inventariseert;
  • een strategie en methodologie ontwikkelt om de staat van de apparatuur te controleren en te monitoren;
  • passende follow-upmaatregelen en noodzakelijke tegenmaatregelen uitvoert.

Er moet dus aandacht besteedt worden aan verouderde apparatuur, aan corrosie van apparatuur en materialen. Die aandacht moet bestaan uit identificatie en inventarisatie van verouderde apparatuur, een strategie, methodologie, toezicht en controle van de staat van de apparatuur en maatregelen. Het is de uitdaging om de mate van degradatie met geschikte monitoringssystemen te volgen en het onderhoud daar op af te stemmen.

Brzo+ Project Ageing

Een goed beheer van verouderende installaties, zoals het Brzo nu vereist, kan de kans op een incident verkleinen. In 2017 zijn de gezamenlijke Brzo-inspectiediensten daarom in opdracht van Brzo+ gestart met een landelijk meerjarig project Ageing. De focus voor het eerste jaar ligt op Corrosie onder isolatie (Eng.: Corrosion under insulation, CUI), omdat uit onderzoek blijkt dat CUI het meest voorkomende ageing fenomeen is dat tot een incident heeft geleid.

Het RIVM ondersteunt de Brzo-werkgroep met kennis en vergaart daarbij tevens best practices die Brzo-bedrijven inzetten om de veroudering van hun installaties te beheersen. Deze activiteit van RIVM past binnen de opdracht van het ministerie van SZW om brede kennis over ageing te verzamelen en te ontwikkelen.

Meer informatie over ageing is te lezen in MAHBulletin nr. 7 van de EU. 

Auteur: Edward Geus