Gezondheid zit in het DNA van onze stad

Sinds februari 2017 is Hetty Linden, voormalig directeur Volksgezondheid van de gemeente Utrecht, ‘bouwer stedelijke allianties’. “Ontzettend mooi dat ik vanuit mijn nieuwe rol Utrecht als gezonde regio op de kaart kan zetten,” stelt ze. “Bijzonder is dat gezondheid in het hart van ons gemeentelijk beleid zit, gesteund door een collegebesluit én een raadsbesluit.” Haar collega Frederik Leenders noemt zichzelf ook wel een stadschoreograaf voor de gezonde stad. “Ik zie mensen op verschillende manieren, vanuit diverse achtergronden en met hun eigen stijlen werken aan de gezonde stad. Ik breng mensen bij elkaar en daag ze uit om anders te denken. Met die gedeelde creativiteit ontstaan er vaak mooie dingen. Een geslaagd voorbeeld is het project Smart Solar Charging dat startte in de Utrechtse wijk Lombok. Daar wordt lokaal opgewekte zonnestroom opgeslagen in elektrische (deel)auto’s en via een slimme laadpaal wordt die stroom op een later moment teruggeleverd aan de woonwijk. Geen benzine-uitstoot, lokale opwekking van duurzame energie en behoud van mobiliteit.”

Iedereen doet mee

Rita van der Meulen stelt dat de gezondheidsaanpak in Utrecht zo goed werkt, omdat iedereen betrokken is vanuit alle domeinen. “Gezondheid zit in het DNA van Utrecht,” zegt ze. “Vandaar dat Utrecht haar gezondheidsbeleid zo breed kan insteken. Zo’n 24 à 25 procent van de mensen werkt in de gezondheidseconomie van de stad. Eigenlijk is de hele stad verenigd in dit thema.” Die brede aanpak werpt in Utrecht zijn vruchten af. Zo wordt in de Merwedekanaalzone hard gewerkt aan de invulling van gezonde verstedelijking. Inwoners die vroeg worden betrokken, meebeslissen, succesvolle stadstuinen, sportieve hotspots, creatieve broedplekken en een netwerk van fiets- en wandelroutes.

In de Utrechtse gezondheidsvisie staat de mens centraal. Linden: “Gezien worden, mee kunnen doen, in verbinding staan met andere mensen en je goed voelen, zijn ook gezondheidsaspecten. Mensen een reden geven om hun bed uit te komen, echt naar ze luisteren, dat hoort er ook bij.”

RIVM als ankerpunt

“Het RIVM stelt zich op als partner in ons streven naar een gezonde stad,” zegt Linden. “Wij kunnen niet zonder zo’n club. Wij kunnen wel denken dat iets werkt en dat verkondigen, maar het RIVM kan onderzoeken en aantonen waarom of hoe iets wel of niet werkt. Kennis geeft vertrouwen, zeker van een gerenommeerd instituut als het RIVM. Van het RIVM zijn Els van Schie en directeur-generaal André van der Zande altijd aanwezig op strategische bijeenkomsten. Die zichtbare ondersteuning helpt ons om dingen voor elkaar te krijgen.” Van der Meulen: “Blijf vooral bij je rol als gedegen en bekwame organisatie, daardoor zijn jullie een ankerpunt.”

"Het RIVM stelt zich op als partner in ons streven naar een gezonde stad"

Agenderen

Zij zien ook een agenderende rol voor het RIVM. Linden: “Midden in de maatschappij zou je als RIVM heel goed kunnen invullen door gezondheidsthema’s stevig te agenderen. Het RIVM kan vanuit zijn statuur prima bijdragen aan een gezonder Nederland.” Daarbij denken zij ook aan een integrale aanpak. Klimaatmaatregelen en een gezonde leefomgeving gaan vaak samen. “Er ligt volgens mij een taak voor het RIVM om meervoudige verkenningen te doen naar de effectieve aanpak hiervan,” aldus Linden. Leenders vult aan: “Het RIVM zou de lokale en regionale overheden inzicht kunnen geven over de brede maatschappelijke winst als gezondheid vooropgesteld wordt. Bijvoorbeeld door scenario’s op te stellen over wat een autovrije binnenstad oplevert aan milieuwinst, of hoeveel groen nodig is om de hitte in een stad te reduceren.”

“Als je meedoet zie je veel beter wat wel en niet werkt”

Els van Schie, sectordirecteur Milieu en Veiligheid van het RIVM:

“Utrecht is een voorbeeld van een gemeente waarin gezondheid als vertrekpunt wordt genomen en niet als sluitpost. Daar mogen ze trots op zijn. En ook dat er in Utrecht samen wordt gewerkt tussen verschillende onderdelen. Ik weet hoe moeilijk dat is, ook bij het RIVM kennen we eilandjes. Maar juist door de concrete complexe vraagstukken in de stad worden we beter in een integrale benadering.

Projecten als die van Utrecht stimuleren het RIVM ook om gezondheid in de leefomgeving breed te agenderen. Als kennisinstituut denken wij graag mee over de inrichting van een gezonde leefomgeving. Wij zien zeker kansen om deze kennis ook vaker praktischer in te zetten. Bijvoorbeeld om te toetsen of bij inrichtingsplannen de risico’s goed zijn afgewogen en de gezondheidskansen optimaal benut zijn. Wij zouden in dat toegepaste facet graag willen groeien, want pas als je meedoet zie je knelpunten veel beter en zie je wat wel en niet werkt.

Het RIVM werkt vooral in opdracht van de diverse departementen. Als zij ons vragen een aantal richtlijnen of instrumenten te ontwikkelen die betrekking hebben op gezondheid in de leefomgeving, dan zullen we dat graag doen. Het zou heel aantrekkelijk zijn om onze brede kennis hiervoor in te zetten. We zijn onafhankelijk als kennisinstituut; in hoe we onderzoek doen en wat eruit komt, maar niet in waarnaar we onderzoek doen. Waar ik nu allereerst op zou willen insteken, is dat we vaker signalen gaan afgeven. Het is nog wel een puzzel, hoe, wanneer en aan wie we ongevraagd signalen afgeven.”