Jongeren zetten voet tussen deur van Verenigde Naties

Mijn doel

In 2016 werd Martijn Visser (24) door een slordige 10.000 jongeren verkozen tot VN-jongerenvertegenwoordiger voor Nederland. Vanuit het Utrechts kantoor van de Nationale Jeugdraad werkt hij aan de duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties.

Aan de souplesse waarmee Visser, net in Wageningen afgestudeerd in Forest and Nature Conservation, zijn antwoorden formuleert is te horen dat hij vaker journalisten te woord staat. Tegelijkertijd straalt hij de jeugdige energie uit die zijn antwoorden extra pit meegeven. Al als kleine jongen zoekt Visser de natuur op en gaat buitenspelen. Tijdens zijn studie biologie leert hij over de bedreigingen voor de natuur, zoals ontbossing en biodiversiteitsverlies. Daardoor geïnspireerd zet hij met docenten een initiatief op om het koraalrif in Kenia, waar veel met dynamiet wordt gevist, te beschermen. Onder andere met onderwijsprojecten. "De vissers kijken naar de korte termijn: als je dynamiet in het water gooit, komen de vissen bovendrijven. Dat is mooi, maar het rif is weg en voor de volgende generatie zijn er geen vissen meer."

Je zit nu in de wereld van vergadertafels en beleidsdocumenten. De natuur is ver weg.

"Ja. Dat heeft me ook wel geraakt. De eerste keer dat ik naar zo'n klimaattop ging, waren er 30.000 mensen en die wilden allemaal invloed uitoefenen op het klimaatbeleid. Je denkt als idealist: deze 30.000 mensen willen ervoor knokken. En dan zie je dat Saoedi-Arabië alles loopt te dwarsbomen, de olie-industrie er rondloopt, noem maar op. Toen dacht ik: oh ja, dit is hoe het écht gaat."

Lijdt je motivatie daar niet onder?

"Nee. We geven in Nederland veel presentaties en gastlessen, pas nog in Veenendaal, we werken met veel jongerenorganisaties samen en daar zit echt de energie. Dat vind ik gaaf. Veel jongeren zijn met start-ups bezig. Dingen om de wereld of Nederland duurzamer te maken. Daar krijg ik de drijfveer van om naar de VN te gaan. Ik ben nu naar vijf, zes grote toppen geweest over duurzame ontwikkeling, dus klimaatverandering aanpakken en andere duurzame ontwikkelingsdoelen. Wij jongeren proberen daar op alle mogelijke manieren een voet tussen de deur te krijgen om hieraan te werken."

Landen zijn niet verplicht werk te maken van die zeventien duurzame ontwikkelingsdoelen. Hoe waardevol zijn ze daarmee?

"Heel waardevol. Ik zie het als een soort kapstok, zoals het klimaatakkoord van Parijs er ook een is. De bindendheid van het akkoord zelf is misschien zwak, maar het geeft wel momentum. De druk van de civil society is belangrijk, die moet de overheid wijzen op het feit dat ze zich aan hun afspraken moeten houden."

Wat heb jij het afgelopen jaar zelf gedaan voor het klimaat?

"Enerzijds zetten wij sterk in op onderwijs. Daar wordt weinig verteld over duurzaamheid, een integrale manier van leren en klimaatactie. Dus wij zijn in gesprek met de overheid over curriculumvernieuwing, om te zorgen dat er meer aandacht komt voor de toekomstige skills die jongeren nodig hebben. De Sociaal-Economische Raad heeft net een rapport geschreven: er wordt te weinig opgeleid voor de energietransitie. Er zijn straks te weinig mensen om zonnepanelen te installeren en die weten hoe je huizen moet isoleren. Anderzijds zijn we bezig met de nieuwe klimaatwet: hoe worden de Parijsdoelen wél gehaald? Wij pushen heel erg om jongeren daar aan de tekentafel te krijgen. Jongerenorganisaties en de mensen om de minister heen zijn enthousiast. Nu is het aan de minister."

Wat wil je bereikt hebben als je in november afzwaait als VN-jongerenvertegenwoordiger?

"Als er straks jongeren betrokken zijn bij de klimaatwet, is dat een overwinning. In het Parijsakkoord hebben we ervoor gezorgd dat er een stuk instaat over onderwijs, dat er climate education moet komen.

Het Parijsakkoord is een uitwerking van Werelddoel 13 ‘Klimaatverandering aanpakken’. Dit doel is destijds met opzet vrij algemeen gebleven omdat het Parijsakkoord al op de rol stond.

Mét die tekst kloppen wij vervolgens aan bij het ministerie van Onderwijs en zeggen: hé, Rutte heeft dit ondertekend, wat gaan jullie ermee doen? En die zeggen dan: okee, dit geeft ons invloed om hier echt iets mee te doen. Dus al die documenten hebben wel zin om de druk te verhogen op de overheid om daadwerkelijk in actie te komen."