Obstacle runs en infectieziekten: tips voor de GGD-praktijk

obstacle runs

D.M. Oorsprong, E.M. den Boogert, M.P. Buiting, L.S. Hondema, H. Ewalts, A.S.G. van Dam

Er is nog weinig bekend over het voorkomen van infectieziekten bij sportevenementen zoals obstacle runs. Dit artikel In dit artikel gaan de auteurs in, op basis van ervaring, op de risico’s, preventiemogelijkheden en specifieke aandachtspunten bij een uitbraak onder deelnemers van deze runs.

Obstacle runs

Hoe maak je hardlopen interessanter? Dat is wat Billy Wilson, een voormalig Britse soldaat, zich in de jaren ’70 afvroeg. Een vraag die leidde tot het organiseren van de eerste obstacle run Tough Guy Competition. Nu, grofweg 40 jaar later, is obstacle running uitgegroeid tot een hype. Met name de laatste jaren nam het aantal runs enorm toe.

Obstacle running is een sport waarbij hardlopen gecombineerd wordt met hindernissen, water en modder op het parcours. Er worden kleine, lokale runs georganiseerd met minder dan 100 deelnemers, maar ook runs die 2 dagen duren en waaraan tienduizenden mensen deelnemen. Er zijn kids runs, fun runs met allerlei thema’s en internationale wedstrijdruns. Niet alleen professionele organisaties met jarenlange ervaring organiseren obstacle runs, maar ook de plaatselijke carnavalsclub kan  er een organiseren. Naast obstacle runs worden ook survival runs gehouden, die er veel op lijken, maar meer technische vaardigheden en training vereisen van deelnemers. Survival runners weten veel over hun sport en kennen de risico’s.

Runs en infectieziekten

Naast blessures en ongelukken zijn er de afgelopen jaren na afloop van obstacle runs onder deelnemers ook infectieziekten gemeld. Zo was er in 2012 in de Verenigde Staten een uitbraak van campylobacteriose na een run.(1) In Frankrijk in juni 2015, kregen ten minste 866 van de 8229 deelnemers gastro-enteritisachtige klachten.(2) Vier maanden daarna meldde het Vlaams Agentschap Zorg & Gezondheid een uitbraak van leptospirose na een  run met 2500 deelnemers: bij 4 patiënten werd de besmetting bevestigd door onderzoek, 8 anderen waren vermoedelijk besmet. (3) Ook in Nederland zien we patiënten met leptospirose gerelateerd aan runs. Daarnaast was er een uitbraak van norovirusinfecties bij tenminste 192 mensen (3) en 1 jongen met tularemie.(4) In het artikel Op de loer in modder en oppervlaktewater: Leptospira en Francisella tularensis elders in dit themanummer van het Infectieziekten Bulletin, worden leptospirose en tularemie verder besproken.

Oorzaken

Naast een grotere kans op uitbraken van infectieziekten bij massa-evenementen, is het risico bij obstacle runs vaak nog hoger door de specifieke omstandigheden. Runs worden vaak gehouden op plekken waar normaal gesproken landbouwhuisdieren lopen en hun uitwerpselen zijn meestal niet opgeruimd. De modderbakken waar de deelnemers doorheen gaan, zijn meestal gevuld met modder van ongezuiverd water en aarde. Doorstroming of verversing van deze bakken gebeurt zelden. Tijdens sommige runs kunnen deelnemers, met hun modderhanden, fruit of andere snacks pakken uit algemene bakken. Voorzieningen om handen te wassen zijn summier of helemaal afwezig en jezelf helemaal afspoelen na afloop is ook niet altijd mogelijk. Vrachtwagens voor veevervoer worden gebruikt als kleedruimtes.  

Vergunning voor obstacle runs

Organisatoren van obstacle runs zijn verplicht om een vergunning aan te vragen bij de gemeente. Over het algemeen wordt bij deze vergunningverleningen ook de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) betrokken vanwege de risico’s voor veiligheid en gezondheid. Dit is echter geen wettelijke verplichting. De GHOR adviseert de gemeente op basis van de Wet veiligheidsregio’s. De gemeente mag een GHOR-advies niet zonder onderbouwing naast zich neerleggen.

De GHOR geeft advies op maat, over bijvoorbeeld de samenstelling van de ondergrond van het parcours en de bereikbaarheid voor hulpdiensten. Daarnaast adviseren zij over medische hulpverlening, hygiëne- en andere veiligheids- en gezondheidsmaatregelen. Dit gebeurt eventueel in samenwerking met de afdeling infectieziektebestrijding van de GGD. Die kan hierbij ook de afdelingen technische hygiënezorg en medische milieukunde betrekken om de  besmettingsrisico’s in de omgeving in het advies mee te nemen, zoals zwemmen in ongecontroleerd zwemwater, het gebruik van kleurenpoeders, de aanwezigheid van ongedierte of het verwijderen van bepaalde planten (bijvoorbeeld bereklauwen) op de route.

Obstacle runs in GGD-regio Brabant

Organisatoren van obstacle runs houden zich bezig met het creëeren van een uitdaging, sfeer, en met de uitvoerbaarheid en de kosten. Daarover moeten beslissingen genomen worden.  Ze weten vaak weinig over infectieziekten en besmettingsroutes en besteden hier dan ook weinig aandacht aan. Binnen de GGD is die kennis is er wel, maar hoe kan die het beste worden ingezet?

In het kader van het regioproject Gezondheidseffecten na deelname aan modder- en obstakelruns en naar aanleiding van meldingen, heeft GGD Hart voor Brabant de afgelopen 2 jaar veel obstacle runs bezocht. Hierbij werden hygiëne-inspecties gehouden op het terrein en deelnemers werden benaderd om een vragenlijst in te vullen over gezondheidsklachten. Het project loopt nog, maar we delen graag al enkele ervaringen. 

De samenwerking tussen GHOR en de GGD heeft geleid tot het opstellen van 2 informatiebladen voor organisatoren en deelnemers (zie kader). In het informatieblad voor de organisatoren staan adviezen over maatregelen die belangrijk zijn bij het organiseren van een run. Als de gemeente op basis van deze maatregelen de vergunning wil verlenen, is de organisator verplicht om de maatregelen op te volgen. Het is wel van belang dat hij het informatieblad tijdig ontvangt, zodat de maatregelen kunnen worden doorgevoerd.

 

Een aantal adviezen voor organisatoren van obstacle runs om het risico op infectieziekten te verkleinen

  • Gebruik voor het creëren van modder- en waterbakken alleen schoon water en zand/grond
  • Vee dient minimaal 2 weken voorafgaand aan het parcours verwijderd te worden. Verwijder ook alle zichtbare uitwerpselen.
  • Bekijk de route goed op overige gevaren zoals eikenprocessierups, teken etc. Neem hiervoor contact op met de boswachter of gebiedsbeheerder.
  • Informeer deelnemers over de risico’s en over voorzorgsmaatregelen die zij zelf kunnen nemen.
  • Wordt er voedsel verstrekt gedurende de run, dan moet dit in gesloten portieverpakkingen worden uitgereikt. Dus bijvoorbeeld geen grote bakken met gesneden fruit. Op punten waar voedsel wordt verstrekt, moet een handenwasgelegenheid met zeep of handenalcohol aanwezig zijn: voor de bereiders en uitdelers van het voedsel en eventueel ook voor de deelnemers.
  • Een afspoelpunt met stromend en schoon water aan het einde van het parcours is verplicht.
  • Er moeten voldoende toiletvoorzieningen zijn, inclusief zeep en papieren handdoekjes.

Het volledige informatieblad voor organisatoren bevat naast adviezen ter preventie van infectieziekten ook andere adviezen. U kunt het downloaden op de website van GHOR Brabant Midden-West-Noord

Een aantal adviezen voor deelnemers aan obstacle runs

  • Zorg dat je ingeënt bent tegen tetanus.
  • Doe niet mee als je een afweerstoornis hebt of zwanger bent of als je ziek bent op de dag van het evenement. Ben je verkouden of heb je diarree? Dan kunnen andere deelnemers ook ziek worden.
  • Plak open wonden voorafgaand aan het evenement goed af, zodat er geen water of modder in kan komen.
  • Houd je mond zoveel mogelijk dicht onder water en slik geen water of modder in.
  • Spoel jezelf meteen af met schoon (leiding)water en doe droge kleren aan.
  • Spoel wonden zoals schaafwonden uit met schoon water, was ze met zeep en ontsmet ze. Ga naar de EHBO als de wond diep of erg vies is.
  • Controleer je hele lichaam op teken en haal deze er zo snel mogelijk uit met een tekenpincet.
  • Soms komen griepachtige klachten of braken en diarree voor. Krijg je binnen een maand na het evenement klachten waarmee je naar de huisarts gaat? Vertel de huisarts dan dat je hebt meegedaan aan dit evenement.

Het informatieblad bevat naast adviezen ter preventie van infectieziekten ook andere adviezen. Het informatieblad staat op de website van GGD Hart voor Brabant

In het tweede informatieblad staan adviezen aan de deelnemers. Deelnemers aan obstacle runs zijn niet bang voor risico’s. Het gaat juist om spanning en uitdaging en daar horen risico’s bij. De adviezen zijn vrijblijvend en niet iedereen is erin geïnteresseerd. Daarnaast is het goed te beseffen dat een boodschap als ‘zorg dat je geen water binnenkrijgt’ niet altijd haalbaar is. Ook wondjes afplakken zal weinig effect hebben omdat pleisters hoogstwaarschijnlijk niet blijven plakken tot het eind van de run. Toch zijn het geen slechte adviezen: het maakt deelnemers bewust van de risico’s die er zijn. Daarbij zijn er ook adviezen die wel goed uit te voeren zijn, zoals jezelf afspoelen met schoon water na afloop en controleren op teken.

Het is aan de GGD en de organisatie om deelnemers te informeren. Het opvolgen van de adviezen is de verantwoordelijkheid van de deelnemers zelf. De organisatie zal niet staan te springen om informatie over risico’s te verspreiden, maar heeft er wel belang bij dat iedereen gezond de finish haalt. Het plaatsen van de adviezen op de website van de run kan een positief effect hebben op het gedrag van de deelnemers en het  ligt voor de hand om daarbij aan te geven hoe goed het voor ons allemaal is om fysiek te worden uitgedaagd, buiten te zijn, te sporten en met anderen iets te ondernemen. Het risico op infectieziekten is maar een bescheiden stukje van het grote geheel.

Toch een uitbraak?

Ondanks al het voorwerk blijft het risico op een uitbraak bestaan. Twee draaiboeken van de Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding (LCI) van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)I, Uitbraken van gastro-enteritis en voedseluitbraken en Infectieziekten gerelateerd aan recreatie in oppervlaktewater bieden ook handvatten bij het uitbraakonderzoek tijdens runs, ook al zijn ze daar niet speciaal voor geschreven. Om de richtlijnen in de draaiboeken te vertalen naar richtlijnen voor obstacle runs is het handig om informatie te hebben over het parcours en details over het terrein.

Een mooi voorbeeld van uitbraakonderzoek bij een obstacle run is het onderzoek van de eerder genoemde gastro-enteritisuitbraak in Frankrijk in 2015, waarbij minstens 866 van de 8229 deelnemers ziek werden. In het artikel van Six et al. wordt beschreven hoe in dit onderzoek rekening is gehouden met de specifieke kenmerken van een obstacle run.(2) Verder maken de onderzoekers goed gebruik van sociale media en nemen zij factoren zoals modder inslikken mee in hun risico-analyse.

Bij een uitbraak is het belangrijk om

een goed beeld te krijgen van de kenmerken van de run

  • Het parcours zal na het evenement waarschijnlijk al snel afgebroken zijn. Toch blijft het belangrijk een beeld te vormen van hoe het eruit zag. Vaak zijn op YouTube filmpjes te vinden van de run. Als de GHOR betrokken was bij de vergunningsaanvraag, weten zij hoe de route en obstakels eruit zagen.
  • Vraag de organisatie naar details over het terrein. Zoek naar risico’s voor infectieziekten zoals oppervlaktewater en weilanden, modder- en waterbakken, het verstrekken van voedsel  en dranken, toilet- en douchevoorzieningen. Misschien is het nog mogelijk monsters af te nemen van water of modder voor onderzoek.
  • Denk ook aan een andere oorzaak van de klachten: werd er gebruik gemaakt van chemische stoffen om een glijbaan beter te laten glijden; waren er hindernissen met stroomdraden of stonden er bereklauwen langs de route? Bij twijfel over de rol van de omgevingsfactoren kan de afdeling medische milieukunde van de GGD geraadpleegd worden.
  • Vraag ook naar de deelnemers: kinderen en/of volwassenen?
  • Mensen zetten klachten en mogelijke oorzaken vaak op social media zoals Facebook en Twitter. Dit kan waardevolle informatie opleveren, nog voordat een vragenlijst is uitgezet.

sociale media in te zetten

  • Bij het uitbraakonderzoek kan een vragenlijst worden gebruikt. Het is zinvol om die online te plaatsen omdat het interviewen van alle deelnemers of hen een papieren vragenlijst laten invullen, meestal niet haalbaar is. Deelnemerslijsten zijn niet altijd compleet. Vaak kan 1 persoon een hele groep inschrijven, waardoor maar 1 e-mailadres voor meerdere deelnemers bekend is. Daarbij kan soms ter plekke nog ingeschreven worden. Om toch zo veel mogelijk deelnemers te bereiken kunnen sociale media ingezet worden. De meeste evenementen hebben ook een facebookpagina waarop een bericht gepost kan worden over de uitbraak en met de link naar de vragenlijst. Het is belangrijk om hierna de facebookberichten te blijven volgen om het verspreiden van onjuiste informatie door derden te voorkomen. Een snelle reactie helpt om dit tegen te gaan.

de organisator te betrekken

  • Het is niet vanzelfsprekend dat de organisator van een run zijn volledige medewerking verleend aan het uitbraakonderzoek door de GGD. Hij wil het beste voor zijn deelnemers,    maar is ook bang voor negatieve publiciteit, in verband met zijn inkomsten. Verder is de concurrentie groot. Hij wil geen deelnemers verliezen. Ook zal de eigenaar van de grond   waarop de run was, niet graag geassocieerd willen worden met gezondheidsklachten van deelnemers. Het is daarom belangrijk om vertrouwen te wekken en te zorgen voor goede      framing: door het ondersteunen van uitbraakonderzoek laat een organisatie namelijk juist zien dat ze de gezondheid van haar deelnemers hoog in het vaandel heeft staan. Help organisatoren met de berichtgeving over de uitbraak. Onze ervaring is dat het onderzoek dan vooral positieve reacties oplevert van deelnemers en andere geïnteresseerden.

Aanbevelingen voor de GGD

Om goede adviezen te kunnen geven over obstacle runs aan gemeenten, organisatoren en deelnemers, is het belangrijk om deze tak van sport en de deelnemers te kennen.. Investeer in de voorbereidingsfase in contacten met partners, ook binnen de GGD, om kennis te delen en gezamenlijke adviezen op te stellen. Weeg risico’s breed en multidisciplinair af. Dit geeft u een voorsprong in geval een uitbraak zich voordoet.

Advisering van deze evenementen lijkt een uitdaging, maar met bovenstaande tools zijn de meeste obstakels te overwinnen.

Auteurs

D.M. Oorsprong1, E.M. den Boogert1, M.P. Buiting2, L.S. Hondema3, H. Ewalts1, A.S.G. van Dam1

  1. GGD Hart voor Brabant, team Infectieziekten, Tilburg
  2. GHOR Brabant Midden-West-Noord, Breda/Den Bosch
  3. RIVM, Centrum Gezondheid en Milieu, Bilthoven

     

    Correspondentie

    d.oorsprong@ggdhvb.nl

    Literatuur

    1. Zeigler M, Claar C, Rice D et al. Outbreak of campylobacteriosis associated with a long-distance obstacle adventure race--Nevada, October 2012. MMWR Morb Mortal Wkly Rep 2014; 63(17): 375-378.
    2. Six C, Aboukais S, Giron S, et al. Outbreak of diarrhoeal illness in participants in an obstacle adventure race, Alpes-Maritimes, France, June 2015. Euro Surveill 2016; 21(23).
    3. RIVM. Signaleringsoverleg [Available from: https://signalen.rivm.nl/]
    4. Zijlstra M, Hulsker CCC, Fanoy EB, et al. Een jongen met tularemie na een modderrace. Ned Tijdschr Geneeskd. 2017; 161: D1180.

    Infectieziekten Bulletin, jaargang 29, nummer 3, maart 2018