Gesignaleerd

Wereldkaart

Overzicht van bijzondere meldingen, clusters en epidemieën van infectieziekten in binnen- en buitenland tot en met 28 november 2018.

Buitenlandse signalen

Aanhoudende uitbraak van Salmonella Enteritidis gerelateerd aan Poolse eieren

De salmonella-enteritidisuitbraak in Europa gerelateerd aan Poolse eieren houdt aan. Sinds 2012 zijn 1412 patiënten gemeld. De meeste patiënten werden gerapporteerd tijdens de zomermaanden (Figuur 1). Uit gezamenlijke epidemiologische, microbiologische, omgevings- en traceringsonderzoeken uitgevoerd in 2016, bleek dat eieren afkomstig uit Polen de bron zijn van deze uitbraak. De controlemaatregelen die eind 2016 werden geïmplementeerd lijken ontoereikend. Het aantal nieuwe patiënten in 2017 en in 2018 was vergelijkbaar en ook het meldpatroon over de seizoenen kwam overeen. Sinds 1 februari 2017 zijn 532 patiënten met een bevestigde Salmonella Enteriditis en 166 met een vermoedelijke besmetting gemeld in 15 Europese landen, voornamelijk in het Verenigd Koninkrijk (412 bevestigde - en 3 vermoedelijke patiënten). Omdat er landen zijn waar moleculaire typering niet routinematig wordt uitgevoerd voor humane salmonella-enteritidisisolaten, zijn er waarschijnlijk meer landen betrokken bij deze uitbraak, bijvoorbeeld Bulgarije, Cyprus en Portugal. Een aantal patiënten heeft namelijk gemeld dat zij in deze landen waren geweest. In Nederland zijn slechts enkele patiënten gemeld in 2017 en 2018. Blijkbaar worden in Nederland geen tafeleieren meer afgenomen van het betrokken Poolse bedrijf. (Bronnen: ECDC (epidemiologische update), ECDC RRA )

Salmonella Enteritidis - Distribution of cases by month of onset* and case classification (n=1 412; 4 cases missing any date of report), EU/EEA, January 2012 to October 2018, as of 12 November 2018

Figuur 1. Aantal patiënten met Salmonella Enteritidis per eerste ziektemaand* en classificatie (bevestigde patiënten behoren tot 4 verschillende WGS-clusters) (n=1 412), EU/EEA, januari 2012-oktober 2018*maand van bemonstering of maand van ontvangst van monsters door het referentielaboratorium is gebruikt als gegevens over de eerste ziektemaand ontbreken. (Bron: ECDC)

Tularemie onder jagers in Beieren, Duitsland

In de gemeente Schwandorf in de Duitse deelstaat Beieren hebben 11 mensen vermoedelijk tularemie opgelopen. Het zijn 9 jagers die hebben meegedaan aan een hazenjacht op 27 oktober, en 2 medewerkers van een verwerkingsbedrijf voor wildvlees die ook contact hebben gehad met de tijdens de jacht gedode hazen. Zij werden van 4 tot 8 november met griepachtige symptomen opgenomen in het ziekenhuis. Het Robert Koch Instituut geeft aan dat op basis van de eerste serologische uitslagen van 2 patiënten en 3 jachthonden zeer waarschijnlijk sprake is van een infectie met Fransicella tularensis. Met PCR (polymerase chain reaction) is ook tularemie vastgesteld bij tenminste bij 1 van de hazen. Jagers worden geadviseerd om voorzorgsmaatregelen zoals het dragen van wegwerphandschoenen en een masker tijdens het bereiden van wildvlees. Wandelaars in de omgeving worden geadviseerd om dode en zieke dieren of dieren die abnormaal gedrag vertonen niet aan te raken. Wildvlees moet eerst goed worden gekookt of doorbakken voordat het geconsumeerd wordt. (Bronnen: Schwandorf LandratsambtGezondheidsautoriteiten Beieren,  ProMed)

Patiënt met autochtone dengue in Catalonië, Spanje

De Catalaanse volksgezondheidsautoriteiten meldden het eerste geval van autochtone dengue in Catalonië. De patiënt is een jonge man uit Barcelona die niet recent buiten Catalonië was geweest. De eerste symptomen begonnen tussen 16 en 18 oktober 2018. Dit is de zesde patiënt in Spanje met autochtone dengue. De patiënt in Barcelona heeft geen bekende relatie met de 5 andere patiënten met autochtone dengue, waarvan 3 binnen 1 familie, die in oktober en begin november 2018 werden gemeld in Cadiz en Murcia. Het denguevirus wordt overgedragen door muggen, waaronder de Aziatische tijgermug Aedes albopictus. Omdat deze mug voorkomt in het zuiden en oosten van Spanje, is het voorkomen van enkele patiënten of kleine clusters van patiënten met autochtone dengue in die gebieden niet onverwacht. Op basis van de meest recente gegevens hebben de muggen zich gevestigd in de provincie Barcelona en in de regio Murcia, en zijn ze voor het eerst gesignaleerd in de provincie Cádiz. Het risico van verdere overdracht wordt als laag beschouwd vanwege de weersomstandigheden in de komende weken. (Bronnen: ECDC RRA, Catalaanse volksgezondheidsautoriteiten (ASPCAT)

Autochtone malaria in Griekenland

Griekse gezondheidsautoriteiten hebben sinds augustus van dit jaar 9 patiënten gemeld met autochtone malaria in het noordoosten van Griekenland. Twee patiënten waren besmet met Plasmodium vivax, vermoedelijk in de regio Oost-Macedonië/Thracië. Verder is een cluster van 7 patiënten gemeld, waarbij 6 besmet waren met Plasmodium vivax en bij 1 patiënt kon het type niet worden vastgesteld, maar wel dat het een P. non-falciparum was.  Deze patiënten waren waarschijnlijk besmet geraakt in Echedoros in de regio Centraal-Macedonië. De eerste ziektedag van deze patiënten was tussen half september en begin oktober. Alle patiënten hebben zeer waarschijnlijk malaria opgelopen door een mug die besmet werd via een besmet persoon uit een malaria-endemisch gebied. De malaraisurveillance is verscherpt en er zijn veiligheidsmaatregelen genomen ten aanzien van bloedtransfusies. Griekenland werd in 1974 malariavrij verklaard. Autochtone transmissie is sinds 2009 incidenteel vastgesteld, vooral in landelijke waterrijke gebieden met relatief veel inwoners die afkomstig zijn uit gebieden waar Plasmodium vivax voorkomt. In 2011– 2012 werden in het zuiden van Griekenland enkele clusters gemeld van patiënten met autochtone malaria veroorzaakt door Plasmodium vivax. (Bronnen: Media, Keelpno)  

Rabiës na een kattenbeet in Marokko

Op 12 november 2018 meldde Public Health England (PHE) een patiënt met rabiës die uit Marokko was teruggekeerd. De patiënt was daar besmet door een kat. Rabiës is een dodelijke ziekte. Hoewel het risico van mens-op-mensoverdracht verwaarloosbaar klein is, kregen de familie van de patiënt en het betrokken medisch personeel vaccinatie aangeboden. Volgens PHE hebben in de periode 2000 – 2017, 5 patiënten in het Verenigd Koninkrijk rabiës opgelopen na verblijf in het buitenland. Deze gebeurtenis onderstreept het belang van het informeren van reizigers over het risico van hondsdolheid in landen waar rabiës voorkomt. Niet alleen honden en katten, maar ook andere dieren zoals apen, vleermuizen en vossen kunnen rabiësvirus overbrengen door bijten, krabben of likken. Verder moeten zorgverleners alert blijven op rabiës om een mogelijk besmette patiënt tijdig postexpositieprofylaxe toe te dienen.  (Bronnen: PHE, media)

World Malaria Report 2018

In november publiceerde de World Health Organization (WHO) het World Malaria Report. In 2017 werden wereldwijd de meeste malariapatiënten gediagnosticeerd op het Afrikaanse continent (200 miljoen patiënten; 92% van alle patiënten, gevolgd door Zuidoost-Azië (5%) en het oostelijke Middellandse Zeegebied (2%). In de periode 2010-2014 daalde het aantal patiënten wereldwijd van 72 naar 59 per 1000 mensen behorend tot de risicopopulatie. Sindsdien stagneert het aantal op 59 per 1.000. In Zuidoost-Azië bleef de incidentie dalen, terwijl andere WHO-regio’s weinig vooruitgang boekten. Er was zelfs sprake van een toename in Midden-en Zuid-Amerika, voornamelijk in Brazilië, Nicaragua en Venezuela.

De introductie van artemisinine gebaseerde combinatietherapie (ACT's) is een integraal onderdeel van de wereldwijde malariacontroleprogramma’s. Het is een wereldwijde prioriteit om de effectiviteit van deze antimalariamiddelen te waarborgen. Hoewel in Thailand, Cambodja, Vietnam en Laos resistentie is gemeld tegen een aantal geneesmiddelen, waaronder artemisinine (gedeeltelijke resistentie) en tegen partnergeneesmiddelen, is in deze landen het aantal malariapatiënten en patiënten die daaraan overlijden enorme gedaald.  Tot nu toe is er in Afrika geen resistentie tegen artemisinine gemeld. (Bron: WHO)

Auteur

S. Mooij, Centrum Infectieziektebestrijding, RIVM

Correspondentie

sofie.mooij@rivm.nl

 

Infectieziekten Bulletin, jaargang 29, nummer 11, december 2018