Gesignaleerd

Wereldkaart

Overzicht van bijzondere meldingen, clusters en epidemieën van infectieziekten in binnen- en buitenland tot en met 12 september 2018.

Binnenlandse signalen

Landelijke toename van impetigo bij kinderen

Twee huisartsen in de regio GGD Haaglanden hebben in augustus onafhankelijk van elkaar melding gedaan van een groot aantal patiënten in korte tijd met impetigo (krentenbaard). Eén huisarts had de afgelopen 6 weken opvallend veel patiënten met impetigo gezien, voornamelijk binnen gezinnen, en mogelijk gerelateerd aan een voetbalclub. Beide huisartsen rapporteren dat bij sommige patiënten andere locaties dan het aangezicht aangetast zijn en dat sommigen ook bulleuze letsels hadden. Verder gaven zij aan dat bij veel patiënten recidieven optraden of dat de behandeling met fusidinezuur niet aansloeg, waarna zij overgingen naar orale behandeling met flucloxacilline (conform de standaard van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) Bacteriële huidinfecties). Fusidineresistentie is bekend bij behandeling van impetigo. In 2017 vertoonde 17% van de geteste staphylococcus-aureusstammen uit de huisartsenpraktijken (alle leeftijden) deze resistentie. In de landelijke surveillance van Nivel Zorgregistraties eerste lijn is sinds week 31 (30 juli – 5 augustus) een duidelijke stijging te zien van het aantal kinderen (t/m 14 jaar) die de huisarts consulteerden in verband met impetigo. Deze stijging lijkt nu heviger en treed eerder op dan de gebruikelijke seizoensverheffing in de nazomers van de afgelopen jaren (Figuur 1). Deze verheffing is zichtbaar in bijna alle GGD regio’s. De meest voorkomende verwekker van impetigo is Staphylococcus aureus. In ongeveer 10% van de gevallen is de verwekker een Streptococcus pyogenes of een menginfectie. De kans op besmetting van andere kinderen is in de periode tot het indrogen van de erupties groot. (Bronnen: GGD Haaglanden, Nivel Zorgregistraties eerste lijn, NHG-Standaard Bacteriële huidinfecties, NETHMAP)

Figuur 1. Aantal huisartscontacten voor impetigo voor alle leeftijden per 100.000 inwoners, 2015-2018* (*t/m week 36). (Bron: Nivel Zorgregistraties eerste lijn)

Buitenlandse signalen

Vroege start transmissieseizoen en opmerkelijke toename van westnijlvirusinfecties in meerdere Europese landen  

ECDC rapporteert een ongebruikelijk vroege start van het westnijlvirus(WNV)transmissieseizoen dat loopt van juni tot november en een grote toename van het aantal patiënten met een WNV-infectie in Europa. Tot en met 6 september 2018 zijn er dit seizoen 1112 patiënten door lidstaten van de Europese Unie (EU) en omringende landen gerapporteerd, waarvan het merendeel uit Italië, Griekenland, Roemenië en Hongarije (figuur 2). Het merendeel van de getroffen gebieden dit jaar zijn regio’s waar eerdere autochtone transmissie werd gemeld tussen 2014 en 2017. Er zijn 5 nieuwe gebieden; 3 gebieden in Italië, 1 in Oostenrijk en 1 in Slovenië.

 

Figuur 2. Regio’s met tenminste 1 patiënt met WNV-infectie, Oost- en Zuid-Europa, 2018 tot en met week 36. (Bron: ECDC)

Uitbraken van WNV-infecties onder paarden zijn dit seizoen gerapporteerd in Italië (66 uitbraken), Hongarije (42 uitbraken) en Griekenland (8 uitbraken) en Roemenië (1). De verwachting is dat de komende maanden verdere verspreiding van het virus plaatsvindt, en onder gunstige vectoromstandigheden, ook naar nieuwe gebieden. Verhoogde alertheid onder clinici is nodig voor vroegtijdige opsporing en melding van nieuwe patiënten. Bewoners en bezoekers van gebieden waar uitbraken van WNV-infecties zijn worden geadviseerd om goede muggenbeschermingsmaatregelen te gebruiken. Dit geldt vooral voor oudere mensen en mensen met een verminderde weerstand, die een groter risico lopen op neuro-invasieve complicaties, zoals (meningo-)encefalitis. Mensen die verbleven in gebieden waar sprake is van transmissie van WNV, mogen na hun vertrek 28 dagen geen bloed doneren tenzij een moleculair diagnostische test voor donatie negatief is. (Bronnen: Eurosurveillance ECDC)

Uitbraak van ebola in Noord-Kivu, Congo

Op 1 augustus meldde het Ministerie van Volksgezondheid van de Democratische Republiek Congo (DRC) een nieuwe uitbraak van ebola in de oostelijke provincie Noord-Kivu. Op basis van genetische analyse van het beschikbare Zaire-ebolavirus is er geen link tussen de huidige uitbraak en de recente uitbraak in de provincie Equateur. Tot en met 10 september zijn 132 patiënten gemeld. Bij 101 patiënten werd ebola bevestigd. 92 patiënten zijn overleden: 61 van hen had bevestigde ebola. Het merendeel van de patiënten is in Mangina, Mabalako health zone, Noord-Kivu provincie gemeld. Ook worden in de naburige provincie Ituri patiënten gemeld, maar blootstelling en transmissie is terug te voeren naar het epicentrum van de uitbraak. 16 patiënten zijn gezondheidswerker en zijn waarschijnlijk blootgesteld in klinieken voordat de uitbraak afgekondigd was. Inmiddels zijn naast risicocommunicatie en verscherpte infectiepreventiemaatregelen gezondheidswerkers en ondersteunend personeel gevaccineerd met rVSV-ZEBOV Ebolavaccin. Tevens is ringvaccinatie van contacten van ebolapatiënten gestart. De ethische commissie in DRC heeft, naast het eerder goedgekeurde geneesmiddel mAb114, nog 4 experimentele therapeutische middelen goedgekeurd: ZMapp, Remdesivir, Favipiravir en Regn3450–3471–3479. Het risico op de introductie van het ebolavirus naar de EU wordt als zeer laag ingeschat. (Bronnen: WHO, ECDC)

Hoogste aantal patiënten met mazelen in de WHO-Europese regio sinds 10 jaar

In de eerste 6 maanden van 2018 zijn meer dan 41000 kinderen en volwassen in de WHO-Europese regio gemeld met mazelen. Hiervan zijn er in ieder geval 37 overleden. Dit aantal overtreft het jaarlijkse aantal mazelenpatiënten in het afgelopen decennium, terwijl het nu nog maar over de eerste 6 maanden gaat. In 7 landen zijn tussen 1 januari en 31 juni 2018 meer dan 1000 patiënten met mazelen gemeld: Oekraïne, Servië, Frankrijk, Griekenland, Italië, Rusland en Georgië. Oekraïne is het hardst getroffen met meer dan 23000 meldingen van mazelen. In de EU/EEA(European Economic Area) werden 9529 patiënten gemeld in de eerste helft van 2018, waarvan 6828 (72%) in Frankrijk, Griekenland en Italië. In de WHO en ECDC rapportages zijn voor Nederland een aantal patiënten dubbel geteld, er worden voor deze periode 22 patiënten genoemd maar het waren er in totaal 17. Volgens de meest recente evaluatie van de European Regional Verification Commission for Measles and Rubella Elimination (RVC) was er in 43 van de 53 landen in de regio in 2017 sprake van ‘onderbroken endemische transmissie’ van mazelen. In 2 landen die voorheen de status ‘onderbroken endemische transmissie’ had, moest dit worden teruggedraaid naar ‘endemische transmissie’ omdat transmissieketens van meer dan 12 maanden hadden plaatsgevonden. De vaccinatiegraad is in de WHO Europese regio tussen 2016 en 2017 van 88% naar 90% gestegen. Er worden echter grote regionale verschillen gezien (van minder dan 70% tot meer dan 95% dekking). (Bronnen: WHO, ECDC, RIVM)

Auteur

S. Raven, Centrum Infectieziektebestrijding, RIVM

Correspondentie

Stijn.Raven@rivm.nl

Infectieziekten Bulletin, jaargang 29, nummer 7, september 2018