Slimmere kaartjes helpen waterbeheerders

Hoe gevaarlijk is een stof in het water? Wereldwijd verschuift de stoffenbeoordeling, zo constateert RIVM-onderzoeker Leo Posthuma, van risk assessment naar solution-focused assessment. Want waterbeheerders willen niet zozeer weten hoe groot het risico van een bepaalde stof in het water is, maar veel meer wat ze er aan kunnen doen. Op die behoefte aan praktische kennis sluit SOLUTIONS, een net afgerond vijfjarig onderzoeksproject van de Europese Unie, perfect aan. "Hoe definieer je waterverontreiniging? Wat is het handelingsperspectief van waterbeheerders, van lokaal, het waterschap, tot helemaal de andere kant, de afdeling in Brussel die over de Kaderrichtlijn Water gaat", zo omschrijft Posthuma, die deelprojectleider was, de reikwijdte van het onderzoeksproject.

'Met ons nieuwe model kunnen we hotspots onderscheiden'

Kritiek op systeem

Er zijn een slordige 100.000 chemische stoffen in de handel verkrijgbaar, van medicijnen tot benzine, van zeep tot bestrijdingsmiddelen, en de vraag is wat de gevolgen voor mens en milieu zijn als ze in combinaties in het water belanden. De huidige beoordelingsmethode van de EU bevat zo'n 300 stoffen. Als op één van die stoffen de norm wordt overschreden, kleuren de kaartjes rood. "Er is geen verschil tussen lichtrood en donkerrood en ook niet of je voor 1 of 100 stoffen de normen overschrijdt en in welke mate", zo brengt Posthuma de kritiek op het systeem onder woorden. Gevolg is bijvoorbeeld dat op Europese monitoringkaartjes heel Zweden, waar de ecologische toestand van de wateren goed is, toch rood kleurt. Nederland is half rood, maar is afgelopen jaren roder van kleur geworden. Niet omdat de waterkwaliteit is achteruitgegaan, "maar omdat we op steeds meer stoffen monitoren."

Daarmee geven de kaartjes geen goede informatie, betoogt Posthuma. "Dit informeert niet richting goede handelingsperspectieven." Het maakt immers nogal wat uit of de norm op de laagst mogelijke manier is overschreden of dat de concentratie honderd keer hoger is dan de norm.

Genuanceerder beeld

Het model dat Posthuma afgelopen jaren met zijn Europese team van emissiedeskundigen, hydrologen en milieukundigen heeft ontwikkeld, geeft een genuanceerder beeld. Allereerst door uit die 100.000 stoffen een bredere selectie te nemen. Dat begon met 13.000 stoffen. "Van een deel ontbreken echter data over emissies of over het gedrag in het milieu. Uiteindelijk zijn er nu 1.800 stoffen in het model beland." De werking van het model vergelijkt hij met de verspreiding van verontreiniging na de ramp bij het Zwitserse chemiebedrijf Sandoz in 1986, waarbij stroomafwaarts de hele Rijn rood kleurde van de pesticiden. Op een soortgelijke manier maakt het model de verspreiding van verontreiniging en de effecten daarvan zichtbaar.

Hotspots

"We kunnen nu hotspots onderscheiden: plekken die veel erger verontreinigd zijn dan andere", legt Posthuma uit. "Het is een genuanceerde invulling. De waterbeheerder kan zijn aandacht richten op de dingen die er echt toe doen. Binnen de hotspots zie je welke stoffen die verontreiniging veroorzaken. Als je die weet, weet je ook welke stoffen uit één bron komen. Je ziet dat bepaalde mengsels van stoffen gerelateerd zijn aan bepaalde bronnen, bijvoorbeeld de landbouw." Het model is gebouwd op gegevens over economische activiteiten, bevolkingsdichtheid en landgebruik. Het kan niet bedrijven op heterdaad betrappen, maar wel chronische blootstelling blootleggen. "En dan is het doel maatregelen te nemen die daar bij passen."

'De waterbeheerder kan zijn aandacht richten op de dingen die er echt toe doen'

Toekomst voorspellen

Om het model op de Nederlandse praktijk toe te passen, overlegt het RIVM met de waterschappen. Tegelijkertijd ontwikkelt de Stichting Toegepast Waterbeheer, het kenniscentrum van de waterbeheerders, een diagnostisch systeem. Daarmee kunnen waterbeheerder bij problemen inzoomen: zijn het nutriënten, toxische stoffen of iets anders? Als het toxische stoffen zijn, dan heeft het Europees onderzoek een aantal instrumenten opgeleverd. Zoals Ribatox, river basin toxicity assessment. "Daarmee kunnen we de toekomst voorspellen. Als mensen ouder worden en meer medicijnen gaan nemen", illustreert Posthuma,  “kunnen wij nieuwe kaarten maken en zien of er nieuwe hotspots ontstaan." Zo gaat het einde van SOLUTIONS naadloos over in Nederlandse toepassingen binnen de Delta-aanpak Zoetwaterkwaliteit en Zoetwater.

Interventie-database

Nog praktischer zijn de oplossingen die waterschappen kunnen vinden in een interventie-database met tientallen handelingsperspectieven die SOLUTIONS heeft opgeleverd. Oplossingen op strategisch, maar ook lokaal niveau. Zoals het afdoppen van loze pijpen in het kassengebied om lekkages van stoffen te voorkomen. Een niveau hoger is zonering van landgebruik om de besmetting van water met bestrijdingsmiddelen en nutriënten uit de landbouw te verminderen. Een langetermijnoptie is universitaire curricula 'duurzame chemie' starten, waarbij studenten leren om nuttige stoffen te maken voor de industrie die ook in geval van lekkage geen schade aanrichten in het milieu. Zo zorgt SOLUTIONS letterlijk voor solutions.