De meldingsplichtprocedure: van aanvraag tot wet

Het meldingsplichtig maken van een ziekte komt ter discussie bij de opkomst van een nieuwe infectieziekte, bij een epidemie van een (bekende) infectieziekte of omdat in internationaal verband daarop wordt aangedrongen. (1) Omdat bij meldingsplicht een inbreuk wordt gedaan op het medisch beroepsgeheim en de privacy van de patiënt dient een meldingsplicht zorgvuldig afgewogen te worden. Daarnaast moet de toegenomen werklast voor artsen, laboratoria en GGD’en proportioneel zijn met de ernst van de ziekte en het risico op verdere verspreiding. (2)Recent zijn in Nederland chikungunyavirusinfectie, denguevirusinfectie (beperkt tot Bonaire, St. Eustatius en Saba (de BES-eilanden)), tularemie en zikavirusinfectie (in de zwangerschap en bij complicaties) meldingsplichtig geworden. In 2015 is door het RIVM een beslisboom met afwegingscriteria beschreven ter structurering van de discussie of een infectieziekte wel of niet meldingsplichtig zou moeten worden. (3, 4)  In dit artikel beschrijven we het proces van de meldingsplichtprocedure: hoe en door wie de criteria worden gewogen, wat het traject is in de tijd en welke partijen geconsulteerd worden voordat een infectieziekte daadwerkelijk meldingsplichtig is voor behandelend artsen en hoofden van laboratoria.

Route om een infectieziekte meldingsplichtig te maken

Waar komt een verzoek binnen?

Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) kan het RIVM vragen om de noodzaak van een meldplicht verder te onderzoeken. Ook kan binnen het RIVM zelf, of na een vraag van andere partijen zoals de GGD, naar aanleiding van bijvoorbeeld een uitbraak of zorgwekkende ontwikkelingen elders in de wereld, de vraag naar voren komen of een meldplicht noodzakelijk of zinvol is voor een effectieve bestrijding. Binnen het Centrum Infectieziektebestrijding van het RIVM (RIVM/CIb) is de coördinatie van het onderwerp Meldingsplicht belegd bij de afdeling Surveillance en Signalering (SIS). Een dergelijk overweging of signaal wordt dan met de directie Publieke Gezondheid bij het ministerie van VWS besproken.

Hoe wordt een inventarisatie en advisering gedaan?

Nadat vanuit het ministerie van VWS, het RIVM of elders een verzoek voor afweging is binnengekomen bij RIVM, wordt door de afdeling SIS een expertgroep samengesteld om een advies op te stellen voor het ministerie. Dit advies wordt opgesteld met behulp van criteria voor meldingsplicht, die zijn vastgelegd in een beslisboom (zie Figuur 1). De beslisboom dient zowel voor de situatie in Europees Nederland, als voor Caribisch Nederland doorlopen te worden (zie voorbeeld meldingsplicht tularemie en Zikavirusinfectie. (5)De expertgroep bestaat, afhankelijk van de infectieziekte, in de regel uit 6 tot 10 deskundigen. Deze deskundigen worden uitgenodigd door de directeur van het RIVM/CIb. Hoe dit afwegingsproces verloopt is, met enkele voorbeeldziekten, eerder beschreven. (3, 4) Het hieruit volgende adviesrapport wordt door de directeur van het RIVM-CIb ondertekend en aangeboden aan het ministerie van VWS. 

Figuur 1. Beslishulp of een infectieziekte meldingsplichtig moet worden (klik op figuur voor vergroting)

Wat gebeurt er met het advies bij het ministerie?

Bij de directie Publieke Gezondheid van het ministerie (VWS-PG) komt het adviesrapport van het RIVM/CIb  binnen. VWS-PG adviseert de minister van VWS beleidsmatig over het al dan niet overnemen van de aanbevelingen in het adviesrapport. Indien de minister het wenselijk acht om de ziekte meldingsplichtig te maken, stelt VWS-PG in overleg met de directie Wetgeving en Juridische Zaken een ontwerpbesluit op, met daarbij een nota van toelichting. Het ontwerpbesluit bevat de juridische grondslag voor de meldingsplicht en per wanneer die in werking gaat treden. Een ontwerpbesluit is in principe niet openbaar, maar wordt wel gedeeld met partijen die geconsulteerd worden. Na akkoord van de minister van VWS wordt aan de hand van het ontwerpbesluit door VWS-PG overgegaan tot het consulteren van partijen die betrokken zullen zijn bij het uitvoeren van de meldingsplicht. Te denken valt aan de Vereniging Nederlandse Gemeenten, GGDGHOR-Nederland en de Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie. Indien de meldingsplicht ook voor Caribisch Nederland wordt ingevoerd, dan worden de Caribische Openbare Lichamen geconsulteerd.

Nadat de consultatietermijn van 6 weken is verstreken worden het ontwerpbesluit en de nota van toelichting getoetst bij de ministeries van Justitie en Veiligheid (JenV) en Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Het ministerie van JenV voert de wetgevingstoets uit, waarbij onder andere gekeken wordt of alle relevante juridische zaken in acht genomen zijn. Het ministerie van BZK toetst of er sprake is van financiële of bestuurlijke consequenties voor mede-overheden, waaronder Caribisch Nederland. Ook wordt het ontwerpbesluit voorgelegd aan het Adviescollege toetsing regelgeving. Deze beziet het ontwerpbesluit op regeldruk en financiële gevolgen daarvan. Ten behoeve van die toetsing dient in de nota van toelichting een paragraaf te worden opgenomen waarin deze lasten worden uitgewerkt. Naar aanleiding van mogelijke opmerkingen uit de toetsing wordt een definitief ontwerpbesluit gemaakt. Het verdere wetgevingstraject bestaat uit het voorleggen aan het ambtelijk voorportaal van de onderraad van de Ministerraad, de CWIZO (Werk, Inkomen, Zorg en Onderwijs). Indien in de CWIZO het ontwerpbesluit als hamerstuk wordt aanvaard, kan het direct worden geagendeerd in de Ministerraad. Na de Ministerraad volgt advisering door de Raad van State en naar aanleiding van advies van de Raad van State wordt het nader rapport opgesteld. Tot slot wordt het ontwerpbesluit gepubliceerd in het Staatsblad. (5) De inwerkingtreding wordt in het besluit geregeld en vindt plaats op een vast verandermoment:  1 januari of 1 juli, tenzij er sprake is van een situatie waarin het volksgezondheidsbelang noopt tot eerdere inwerkingtreding (6), zoals gebeurd is bij het pandemisch influenzavirus in 2009. Deze versnelde procedure kan in geval van een A-ziekte.

Verschil tussen Wet, Besluit & Regeling:

In een wet staan algemeen verbindende voorschriften. Dat betekent dat er in grote lijnen uitgelegd wordt welke regels er voor een bepaald onderwerp gelden. De Eerste en Tweede Kamer moeten een wetsvoorstel goedkeuren en de wet dient ondertekend te worden door de Koning.Een besluit, ook wel Algemene maatregel van bestuur, is een gedetailleerdere beschrijving van de wet. In een besluit staat verder uitgewerkt hoe (een deel van) de wet uitgelegd moet worden. Een besluit wordt opgesteld door de Minsterraad.Een regeling wordt meestal afgeleid van een besluit. De regeling is de meest concrete uitleg van de wet. Een regeling wordt opgesteld door een Minister.Bron: website Ministerie Cultuur, Onderwijs en Wetenschap

Hoe wordt de wetgeving in praktijk gebracht?

Invoeren nieuwe vragenlijst in het meldingssysteem van de GGD naar RIVM (Osiris)

Na het uitbrengen van een positief advies aan het ministerie van VWS om een ziekte meldingsplichtig te maken wordt gestart met het uitwerken van meldcriteria en de vragenlijst die worden opgenomen in het Online Systeem voor Infectieziekten Registratie, Osiris-AIZ. Via Osiris-AIZ melden de GGD’en de meldingsplichtige ziekten en relevante achtergrondgegevens aan het RIVM/CIb. De meldcriteria zijn doorgaans gebaseerd op de casusdefinitie en ziekte-indicatoren die zijn opgesteld door het European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC) voor de surveillance in Europa. De concept-vragenlijst wordt voor advies en commentaar voorgelegd aan het Landelijk Overleg Infectieziektebestrijding (LOI) waarin de artsen-infectieziektebestrijding van de GGD’en vertegenwoordigd zijn. Zij kijken vooral naar eenduidigheid en de administratieve lasten in verhouding tot nut en noodzaak van de gevraagde gegevens.  Vervolgens wordt de vragenlijst met dit advies afgewogen in de Osiris-Registratiecommissie. Deze commissie bestaat uit 3 vertegenwoordigers van de deelnemende GGD’en, 1 vertegenwoordiger van de Vereniging GGD GHOR Nederland en 1 vertegenwoordiger van het RIVM/CIb als adviseur.

Gebruik van Osiris

De informatie uit de meldingen wordt geanalyseerd door het RIVM/CIb. Dit betreft zowel vroegsignalering van incidenten waar mogelijke interventies en gerichte communicatie op korte termijn relevant kunnen zijn, als bijdragen aan de systematische surveillance van infectieziekten om relevante wijzigingen in trends te signaleren en communiceren aan het Signaleringsoverleg van het RIVM en andere relevante professionals. Waar nodig en mogelijk wordt aanvullend onderzoek geïnitieerd om bestrijding te ondersteunen.

Aanpassing LCI-richtlijn

In de paragraaf Maatregelen van de betreffende richtlijn van de Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding (LCI) wordt de tekst aangepast aan de nieuwe of aangepaste meldingsplicht. De indeling in de meldingsgroep (A, B1, B2 of C), de snelheid van melding en de epidemiologische en de laboratoriumcriteria worden toegelicht. Hierbij wordt een procedure gevolgd waarbij een tekstvoorstel wordt opgesteld door deskundige artsen-microbiologen van het RIVM/CIb. De tekst van de LCI-richtlijn wordt voorgelegd aan deskundigen uit het veld, van perifere laboratoria en de GGD’en. Tot slot wordt het voorstel besproken en vastgesteld in de vergadering van het LOI, waarna publicatie door het RIVM/CIb plaats kan vinden. 

Communicatie naar beroepsgroepen

Het RIVM informeert via verschillende kanalen de beroepsgroepen, zoals via de website, een (lab)inf@ctbericht, het wekelijks overzicht van infectieziektesignalen en zo nodig via medische tijdschriften. Ook de GGD’en brengen een wijziging in de meldingsplicht onder de aandacht van de relevante beroepsgroepen in hun regio.

Auteurs

P. Bijkerk 1, E.B. Fanoy 1,2, S.Mooij 1, J.H.T.C. van den Kerkhof 1, Y.de Nas 3, S. Pinxteren 3, G. Haringhuizen 1, S. Hahné 1

1 Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Centrum Infectieziektebestrijding, Bilthoven2 GGD regio Rotterdam-Rijnmond, Rotterdam3 Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Den Haag

Correspondentie

Ewout.Fanoy@rivm.nl 

Literatuur

  1. van Vliet JA, Haringhuizen GB, Timen A, Bijkerk P. [Changes in the duty of notification of infectious diseases via the Dutch Public Health Act]. Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:B79.
  2. Dijkstra A, Haenen OL, Moller AV. [Zoonotic bacterium: duty to notify advisable]. Ned Tijdschr Geneeskd. 2011;155:A2320.
  3. Bijkerk P, Fanoy EB, Kardamanidis K, van der Plas SM, Te Wierik MJ, Kretzschmar ME, et al. To notify or not to notify: decision aid for policy makers on whether to make an infectious disease mandatorily notifiable. Euro Surveill. 2015;20(34):30003.
  4. Bijkerk P, Fanoy EB, van der Sande MA. [When should notification of an infectious disease be mandatory? A decision aid to determine whether mandatory notification is justified]. Ned Tijdschr Geneeskd. 2016;160:A9768.
  5. Besluit van 23 augustus 2016, houdende aanpassing van het Besluit publieke gezondheid vanwege een meldingsplicht voor tularemie en zikavirusinfectie. Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden2016.
  6. Kabinetsplan aanpak administratieve lasten. Brief van de minister van justitie, en de staatssecretarissen van economische zaken, van financiën, en van binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties. Tweede Kamer der Staten-Generaal 2010.

Infectieziekten Bulletin, jaargang 30, nummer 1, februari 2019