"Techniek is niet eng"

Sensoren spelen steeds vaker een rol in oplossingen voor gezondheidsproblemen. Meten via sensoren kan het leven van patiënten veraangenamen en dataverzameling wordt makkelijker. Ook de Nationale Wetenschapsagenda erkent met een speciale route ‘Meten en detecteren’ het belang van sensormetingen voor wetenschap en innovatie. John Bolte, RIVM’er en tevens lector Smart Sensor Systems bij de Haagse Hogeschool: “Werelden aan elkaar knopen, dat is wat ik wil.”

John Bolte heeft net de Sensor Data Challenge achter de rug. Hij nam zijn taak als hoofdorganisator van deze 24 uurs-hackaton op 24 en 25 januari  serieus: net als veel van de dertig deelnemers sliep hij twee uur tijdens de hackaton. “Heel leuk om dit te organiseren. We willen er echt maatschappelijke problemen mee aanpakken. En we willen duidelijk maken: techniek is niet eng, jij kunt het ook.”

De focus ligt niet voor niets op sensoren. Daar is veel mee mogelijk op een goedkope en snelle manier. Denk aan de sensoren die we zelf vaak gebruiken, zoals stappentellers op de smartphone, of de smartwatch met een hartslagmeter.

Goede ideeën met slimme sensoren

Het lectoraat van John Bolte op de Haagse Hogeschool bij de faculteit Technologie, Innovatie en Samenleving,  is helemaal aan slimme sensoren gewijd. “We gebruiken de Sensor Data Challenges ook om studenten nieuwe technieken uit te laten proberen. Waar loop je tegenaan? Welke oplossingen zijn bruikbaar voor problemen uit een heel ander domein?”

Deze tweede Sensor Data Challenge leverde veel goede ideeën op. Het winnende team bedacht een oplossing voor een challenge van het RIVM: vind een oplossing om objectieve data te verzamelen over contactpatronen bij mensen. Doel is om meer inzicht te krijgen in de overdraagbaarheid van infectieziekten, zoals griep.

De teamleden bedachten een bril met minicamera. Via de camera (en gezichtsherkenningssoftware) kan geslacht en leeftijd bepaald worden. Ook gespreksduur tussen mensen wordt gemeten. Een temperatuursensor meet de lichaamstemperatuur, om bijvoorbeeld mensen met koorts op te sporen. Allemaal van belang om te weten als je de verspreiding van infectieziekten wilt volgen.

"Werk via action research"

De eerste Sensor Data Challenge vond plaats in 2017. John Bolte en Barry Schouten waren initiatiefnemers van deze challenge. Barry Schouten is hoogleraar Methoden en Technieken bij de Universiteit Utrecht en senior methodoloog bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Samenwerking RIVM

John Bolte combineert zijn lectoraat aan de Haagse Hogeschool met een tweedaagse functie als onderzoeker bij het RIVM-Centrum voor Duurzaamheid, Milieu en Gezondheid. Die wisselwerking vindt hij interessant. “Bij de Haagse Hogeschool zet ik zelf praktijkgerichte projecten op. Veel RIVM-collega’s hebben interesse in die meer praktische kant. Zo zit bij het RIVM veel kennis over leefstijl en bewegen en heeft de Haagse Hogeschool specialisten in dataverzameling via sensoren. Die werelden aan elkaar knopen, dat is wat ik wil.”

"Ik struikel over de leuke projecten"

COPD-patiënten

Vanuit zijn lectoraat heeft Bolte een rol als integrator. “Innovaties de hogeschool binnenslepen, daar ben ik actief mee bezig.” Zo werkt de faculteit van Bolte aan een meetvestje voor COPD-patiënten. Met behulp van draagbare sensoren is het mogelijk iemands lichaamsreacties te meten. “Voor de hand liggende zaken als hartslag en temperatuur kunnen we natuurlijk allang meten, maar wij voegen daar nog wat extra’s aan toe. Zoals meten van spiergroepen die worden aangespannen. Bij hoesten als reactie op bijvoorbeeld een slechte luchtkwaliteit kun je dat dan afleiden uit de aangespannen spieren.” Dit alles heeft tot doel om het leven van de COPD-patiënt prettiger te maken. Want als je weet waar iemand extra gevoelig voor is, kun je op maat advies geven.

Aan dit soort onderwerpen werkt hij samen met het RIVM, maar ook met TNO en andere samenwerkingspartners.

Innovatie

De enthousiaste woordenstroom van John Bolte stopt nauwelijks als je hem niet onderbreekt. Ook heeft hij vandaag geen tijd om te lunchen, maar dat maakt hem niet uit. Aan de contacten met en begeleiding van studenten beleeft hij “instant plezier”. Innovatie en experimenteren vormen het hart van zijn werk. “Ik struikel over de leuke projecten.”

John Bolte deelt graag een tip voor innovatief werken. “Werk via action research. Dat wil zeggen dat je meteen iets gaat maken en het op die manier test. Pas als je een concreet product hebt merk je: waarom doen we het eigenlijk zo? Gewoon beginnen.”

Op de hogeschool doen ze dat zo, met een duidelijk gefaseerd plan. “Goed nadenken van tevoren, een plan, dat is belangrijk, maar het tempo zit er goed in. We trainen de studenten op snelle oplossingen bij onverwachte problemen, want: het moet gewoon af.”

 

Tekst: Mirjam Kroeze