Jaarlijks oefenen met Kerncentrale Borssele

Het RIVM heeft samen met de kennisinstituten uit het Radiologisch en Gezondheidskundig Expertise Netwerk (RGEN) meegedaan met de alarmresponsoefeningen van kerncentrale Borssele. Het betrof een uitdagend scenario: de technische situatie van de centrale bleef lang onduidelijk, een deel van het Nationaal Meetnet Radioactiviteit (NMR) was uitgevallen en metingen waren leidend voor het in kaart brengen van de radiologische situatie.

Het scenario

"In de nacht vindt er een aardbeving plaats in Zeeland. De openbare stroomvoorziening en communicatienetwerken vallen in grote delen van Zeeland uit. Ook kerncentrale Borssele is zwaar beschadigd. De technische situatie van de centrale blijft de hele dag onduidelijk”. Het scenario was weliswaar niet realistisch, maar wel heel geschikt om binnen de gestelde tijd de oefendoelen te behalen.

Oefendoelen

Het RGEN heeft zich als Back Office van het Crisis Expert Team straling en nucleair (CETsn) in de oefening gericht op samenwerking. Dit was zowel met het Front Office CETsn, als onderling binnen het RGEN en met externe partijen, zoals België en de veiligheidsregio Zeeland. Een ander oefendoel van het RGEN was om zo snel en zo goed mogelijk de radiologische situatie in kaart te brengen. Er was beperkte informatie uit de centrale aanwezig. De coördinator Meten en de modelleurs van het RIVM hadden een cruciale rol, omdat er veel informatie vanuit de meet- en modeleringssystemen van het RIVM gecombineerd kon worden.

Uitdaging

Het beoordelen van de technische situatie van een kerncentrale leidt in bijna alle grote oefeningen tot het inschatten van de soort en hoeveelheid vrijgekomen radioactieve stoffen in een bepaalde tijd: de bronterm. De modelleurs berekenen vervolgens de verspreiding van de radioactieve stoffen en toetsen dit aan de richtlijnen voor het nemen van maatregelen (interventieniveaus). De uitdaging in deze oefening was het feit dat de deelnemers inschattingen moesten doen en besluiten moesten nemen op basis van (fictieve) metingen, omdat informatie ontbrak om de bronterm te herleiden.

Uit (fictieve) metingen van het Nationaal Meetnet Radioactiviteit (NMR) bleek al snel dat er radioactieve stoffen uit de kerncentrale waren vrijgekomen. Het gebied waar deze stoffen zijn neergekomen, is in kaart gebracht door de gecoördineerde inzet van de RIVM-meetwagens, meetploegen van de brandweer en Defensie. Modelleurs van het RIVM hebben met behulp van deze metingen vervolgens uitgerekend vanaf welk tijdstip en voor hoelang er radioactieve stoffen uit de kerncentrale zijn vrijgekomen. De berekende verspreiding van de radioactieve wolk en blootstelling van de bevolking is gecombineerd met de (fictieve) metingen.

De oefening wordt nog geëvalueerd. Samen met CETsn Front Office, veiligheidsregio Zeeland en kerncentrale Borssele worden de verbeterpunten besproken en vastgelegd.