Energietransitie: risico’s en uitdagingen voor de omgevingsveiligheid

Electrische auto's worden opgeladen

Om aan het akkoord van Parijs te voldoen moet Nederland overstappen van fossiele brandstoffen naar duurzame energiebronnen zoals zon en wind. Deze energietransitie zal ingrijpende maatschappelijke gevolgen hebben, maar is nodig om verdere opwarming van de aarde en de gevolgen daarvan zoveel mogelijk te beperken. Doel van de energietransitie is een sterke reductie van de emissie van broeikasgassen. Het Klimaatakkoord van juni 2019 streeft naar een reductie van de emissie van broeikasgassen met ten minste 49% ten opzichte van 1990 in 2030 en klimaatneutraal te zijn in 2050.

De haalbaarheid en betaalbaarheid van de klimaatmaatregelen krijgt momenteel veel aandacht. Maar ook de effecten van de energietransitie op veiligheid en gezondheid verdienen aandacht. Voor het ministerie van Economische zaken en Klimaat heeft het RIVM verkend wat de effecten zijn voor veiligheid, gezondheid en milieu, wanneer het gebruik van de huidige broeikasgasbronnen en de daarbij horende systemen en technieken af wordt gebouwd. De volledige studie is hier te vinden.

Het effect van energietransitie op de omgevingsveiligheid kan zowel positief als negatief zijn. Door de  uitfasering van het gebruik van fossiele energiebronnen zullen de risico’s in de keten verminderen (van productie bij de raffinaderijen, grootschalige tankopslag, transport via buisleidingen, weg, water of spoor, tot aan de eindaflevering bij tankstations). Daar komen anderzijds weer nieuwe risico’s voor in de plaats.

Het Analistennetwerk Nationale Veiligheid (ANV) heeft de risico’s over het brede geheel van de energietransitie en de technologieën die daarin een grote rol gaan spelen (biomassa, CO2-opslag, geothermie, elektrificatie, wind- en zonne-energie en waterstof) in kaart gebracht. Als je de analyse van de risico’s meer vanuit het grotere systeem bekijkt, komen er andere risico’s naar voren. Die zijn gerelateerd aan zaken als complexiteit, afhankelijkheid en verwevenheid van verschillende systemen en technologieën. Denk bijvoorbeeld aan een toekomst met grote windparken op zee en het gebruik van waterstof als energiedrager. Vragen rondom afstemming van vraag en aanbod, systeemintegratie, en regievoering en aansturing dienen aan de orde te komen. Datzelfde geldt voor de benodigde risicoruimte, juist in een transitie waarbij gedurende een lange periode meerdere technologieën naast elkaar zullen worden gebruikt. Dit brengt ook stapeling van risico’s met zich mee.

Voor verschillende nieuwe duurzame activiteiten zijn de omgevingsrisico’s al grotendeels bekend. Bijvoorbeeld voor de grootschalige productie van biogas en de productie van groene stroom door windturbines. De vraag is hier vooral nog hoe en waar we deze veilig gaan inpassen in de beschikbare ruimte. Maar met de transitie komen er ook nieuwe risico’s bij. Zo is er grootschalige energieopslag nodig in bijvoorbeeld batterijsystemen of in andere energiedragers, zoals waterstof, om te kunnen corrigeren voor het verschil in vraag en aanbod van energie. Door deze activiteiten worden nieuwe risico’s geïntroduceerd. Tijdens deze transitieperiode zullen we de risico’s van de bestaande fossiel gebaseerde systemen moeten blijven beheersen en tegelijkertijd de nieuwe risico’s van duurzame technieken moeten leren kennen. Het is juist nu van belang dat we aandacht hebben en houden voor een veilige en gezonde leefomgeving bij het implementeren van nieuwe technologieën.

Voor veel nieuwe technologieën zijn de risico’s vergelijkbaar met huidige (industriële) activiteiten. De risico’s van een waterstoftankstation zijn (op hoofdlijnen) vergelijkbaar met die van een LPG-tankstation. Het gaat hierbij om de gevaren van bijvoorbeeld een brand of explosie bij het vrijkomen van de gevaarlijke stof. Bij technologieën rondom de elektrificatie verschijnen er nieuwe uitdagingen, bijvoorbeeld voor de hulpdiensten bij brand door een buurtbatterij of accu’s in voertuigen. Daarom is het nodig om de risico’s van het gebruik van lithium-ion batterijen in kaart te brengen en eisen op te stellen voor gebruik en opslag. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat stelt op dit moment richtlijnen op over de opslag van lithium-ion batterijen. Het RIVM adviseert hierbij en doet daarnaast onderzoek naar de gevaren van deze batterijen.

Maatschappelijk draagvlak is een belangrijke factor bij de implementatie van nieuwe technieken. Wanneer incidenten of verstoringen plaatsvinden, kan het draagvlak voor de betrokken technologie worden aangetast. Dat pleit voor een hoog niveau van veiligheid in het ontwerp en de exploitatie van de technologieën. Daarnaast is het van belang om kennis te verwerven van de risico’s en gevaren van de nieuwe technologieën. Dit is echter geen garantie voor het slagen van de energietransitie, want ook onderwerpen als inspraak, betrokkenheid en rechtvaardigheid spelen een rol. Met daarbij de constatering er, net als in de huidige situatie, risico’s zullen blijven bestaan bij het toepassen van nieuwe technologieën.