30 jaar Nationaal Meetnet Radioactiviteit

satelietfoto sheerenhoek

Feiten in kaart brengen, dat is wat het RIVM al jaren doet. Soms doen we dat omdat we verplicht zijn de gezondheid en het milieu te monitoren. Soms omdat het nodig is mensen en hun omgeving te beschermen tegen bedreigingen die op hen afkomen. En we doen het omdat de maatschappij daar om vraagt. Het Nationaal Meetnet Radioactiviteit (NMR) meet al 30 jaar de radioactiviteit die bijvoorbeeld na een stralingsincident kan vrijkomen. En dat is nog steeds belangrijk. Een korte terugblik.

In maart 1990 opende minister Hans Alders van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) ‘met één druk op de knop’ het Landelijk Meetnet voor Radioactiviteit (LMR). Met het LMR beschikte Nederland voor het eerst over een volautomatisch meetnet waarmee in een vroeg stadium kernongevallen en andere ernstige stralingsongevallen konden worden ontdekt. Het LMR had niet alleen een waarschuwingsfunctie, maar verschafte tijdens en na een ongeval, ook belangrijke informatie over de besmetting van lucht en omgeving. De snelle beschikbaarheid van dit soort informatie is essentieel om bij stralingsongevallen tijdig de juiste maatregelen te kunnen nemen, zoals evacuatie, schuilen, jodium profylaxe, graasverbod en kassen sluiten.

Aanleiding voor het LMR was het kernongeval in Tsjernobyl (1986). Toen bleek Nederland onvoldoende voorbereid op dit soort zware ongevallen. In de jaren daarna is daarom een uitgebreide nationale organisatie opgericht voor de bestrijding van kernongevallen. Voor dat doel waren ook enkele technische voorzieningen nodig, op het gebied van meten, rekenen en informeren. Het LMR was er daar één van. Het stralingsmeetnet bestond in 1990 uit 58 meetlocaties die onderdeel uitmaakten van het reeds bestaande Landelijk Meetnet voor Luchtkwaliteit. Nieuw was de volautomatische signaleringsfunctie en de mogelijkheid om ook thuis, buiten kantoortijd, de radiologische situatie snel te kunnen beoordelen. Met de ICT-mogelijkheden van dertig jaar geleden vielen signalering van bijzondere situaties, data-overdracht en visualisatie van informatie in de categorie specialistisch maatwerk: applicaties daarvoor werden door het RIVM zelf ontwikkeld.

De ontwikkeling van het stralingsmeetnet heeft in de jaren daarna nooit stilgestaan. Bij de eerste grote aanpassing, in 1996, werd de naam veranderd in Nationaal Meetnet Radioactiviteit (NMR). Apparatuur en ICT-verbindingen zijn daarna nog vele malen aangepast. Ook voor de komende jaren staat een uitgebreide vernieuwingsslag op het programma. Maar de kerndoelen van het meetnet zijn nooit veranderd, namelijk (1) tijdig waarschuwen bij kernongevallen met effecten tot in Nederland, en (2) essentiële informatie geven over de besmetting van lucht en omgeving, voor de situatie waarin zo’n ongeval onverhoopt plaatsvindt.

Meer informatie over het NMR