Nieuwe monsternameapparatuur voor kern- of stralingsongevallen

WVI monsternameapparatuur

Het RIVM meet met het Nationaal Meetnet Radioactiviteit, op ongeveer 160 plaatsen in Nederland, het gammadosistempo. Daarnaast analyseert het RIVM in Bilthoven continu luchtmonsters op een mix van radionucliden. Voor ernstige kern- of stralingsongevallen, op enige afstand van Bilthoven, kan die informatie over de mix van nucliden te laat of onvoldoende zijn.

Om die reden heeft het RIVM contracten afgesloten met acht zogenaamde Waakvlaminstituten (WVI’s). Na alarmering starten zij een meetprogramma op om de concentratie te bepalen van (kunstmatige) radionucliden in lucht en depositie. Speciale aandacht betreft de jodiumisotoop I-131. De WVI’s zijn:

 

  • Rijksuniversiteit Groningen;
  • Urenco (Almelo);
  • NRG (Nuclear Research and Consultancy Group, 2 locaties: Petten en Arnhem);
  • RID (Reactor Instituut Delft, Technische Universiteit Delft);
  • EPZ (Elektriciteits-Produktiemaatschappij Zuid-Nederland, Borssele);
  • Technische Universiteit Eindhoven;
  • Sitech, Geleen.

Het RIVM in Bilthoven kan zelf ook als waakvlaminstituut optreden.

Het RIVM heeft monsternameapparatuur en procedures beschikbaar gesteld. De analyses worden door de WVI’s met eigen middelen uitgevoerd. Het RIVM, dat voor de vergelijkbaarheid van data met dezelfde apparatuur deelneemt, coördineert dit meetprogramma.

De apparatuur die voor de monstername werd gebruikt is inmiddels gedateerd en in een aantal gevallen ook defect. Om die reden heeft het RIVM op basis van een eisenpakket nieuwe monsternameapparatuur gekocht (zie foto). De nieuwe apparatuur is dit jaar geleverd aan de meeste waakvlaminstituten, de rest volgt binnenkort.

 

Het monsternameapparaat zuigt lucht aan over een filterpakket. Doordat bekend is hoeveel lucht er in een bepaalde tijd door het filter wordt gezogen kan voor die periode het aantal becquerel per kubieke meter in de lucht worden bepaald. Met behulp van gammaspectometrie kunnen de filters nader geanalyseerd worden en is het ook mogelijk om de verschillende isotopen en hun activiteit te bepalen.