Inventarisatie van microbiologische risico’s van speelwater met een checklist

Een onderzoek naar de mening en behoeften van de beoogde gebruiker

Waterspeelplaatsen zijn aangelegde voorzieningen waar kinderen met en in ondiep water (speelwater) kunnen spelen. Volgens signalen uit het veld is het aantal waterspeelplaatsen in Nederland de afgelopen jaren sterk toegenomen, (1) maar exacte cijfers ontbreken. Waterspeelplaatsen worden meestal aangelegd door lokale overheden, maar ook burgers en andere partijen kunnen initiatiefnemer zijn tot de aanleg van een waterspeelplaats.Naast plezier en positieve effecten op de ontwikkeling van kinderen (2) kunnen waterspeelplaatsen ook risico’s voor de volksgezondheid vormen als de waterkwaliteit onvoldoende is. Microbiologische verontreiniging van het speelwater, waarbij er wateroverdraagbare ziekteverwekkers in het water kunnen zitten, kan leiden tot maagdarm-, luchtweg- en huidklachten bij degenen die eraan worden blootgesteld.(3-5) De klachten zijn meestal mild en zelflimiterend, maar kunnen ook ernstiger zijn. (6-10) 

 

Speelwater is niet bedoeld om in te zwemmen en waterspeelplaatsen zijn dan ook meestal geen aangewezen zwemlocaties (officieel zwemwater), waardoor ze niet onder de Europese Zwemwaterrichtlijn vallen. (11) Hierdoor worden er geen eisen gesteld aan de kwaliteit van het water en is er geen verplichting om dit te controleren. Uit een eerdere inventarisatie van het RIVM tijdens het symposium Waterkwaliteitscheck 2017 kwam naar voren dat GGD’en, waterschappen, omgevingsdiensten en gemeenten behoefte hebben aan handvatten om de waterkwaliteit van waterspeelplaatsen in de gaten te kunnen houden. (1) Dit bleek ook uit in 2019 gehouden interviews om de behoeften van deze partijen te peilen ten aanzien van een te ontwikkelen instrument voor de kwantitatieve en kwalitatieve microbiologische risicobeoordeling van stedelijk water en groen. (Schets et al, in voorbereiding)

In 2018 werd een voorlopige checklist voor microbiologische risico-inventarisatie voor waterspeelplaatsen opgesteld in overleg met verschillende experts. Met de checklist kan een kwalitatieve risico-inventarisatie bij een waterspeelplaats uitgevoerd worden om de gezondheidsrisico’s voor kinderen die daar spelen zichtbaar te maken. De checklist bestaat uit 4 onderdelen:

  1. een algemene beschrijving van de waterspeelplaats;
  2. een algemene beschrijving van de omgeving van de waterspeelplaats;
  3. een beschrijving van het hydrologische en technische systeem van de waterspeelplaats;
  4. een inventarisatie van potentiële verontreinigingsbronnen bij de waterspeelplaats.

De checklist is bedoeld voor alle partijen die betrokken zijn bij het ontwerp, de realisatie en het beheer van waterspeelplaatsen, om gezondheidsrisico’s te voorkomen of te beperken.De doelstellingen van de checklist zijn:

  • Bewustwording van het belang van een goede microbiologische kwaliteit van het speelwater;
  • Weten wat de gezondheidsrisico’s door microbiologische verontreiniging van het speelwater zijn en hoe die te verkleinen.

Om een groot draagvlak voor de checklist te creëren, is het belangrijk de wensen en behoeften van de beoogde gebruikers mee te nemen bij de verdere ontwikkeling en implementatie. Deze zijn in dit onderzoek op een gestructureerde wijze opgehaald. In dit artikel wordt  het onderzoek beschreven naar wat de gebruikers van de checklist vinden en wat zij nodig hebben om die te gaan gebruiken.

Methode

Het onderzoek bestond uit een kwantitatief en kwalitatief gedeelte (mixed method design). Eerst werd aan de beoogde gebruikers van de checklist gevraagd een vragenlijst in te vullen over het gebruik ervan (kwantitatief gedeelte). Daarna werden de deelnemers in focusgroepen ingedeeld om de resultaten verder uit te diepen (kwalitatief gedeelte).

Selectie waterspeelplaatsen en deelnemers

Voor deze studie zijn 5 waterspeelplaatsen geselecteerd op basis van diversiteit in context (verschillende typen locatie), duur van bestaan (nieuw of al langer) en of er ooit problemen waren rondom microbiologische waterkwaliteit. Twee waterspeelplaatsen waren korter dan 1 jaar geleden aangelegd en 3 bestonden al langer. Twee van de 3 langer bestaande waterspeelplaatsen hadden eerder problemen met de waterkwaliteit. De waterspeelplaatsen lagen in een stadspark, in een recreatiegebied, bij een stad en in een buitengebied (tabel 1).

Per waterspeelplaats werden de betrokken beheerders en 1 medewerker per gemeente, GGD, waterschap en omgevingsdienst benaderd via e-mail met het verzoek om aan het onderzoek deel te nemen. Dit verzoek werd een week later telefonisch opnieuw gedaan. Degenen die betrokken waren geweest bij het opstellen van de checklist waren uitgesloten van deelname. Alle deelnemers hebben schriftelijk toestemming gegeven voor deelname aan het onderzoek, waarbij hen anonimiteit van hun antwoorden werd gegarandeerd.

Vragenlijst

De onlinevragenlijst met gesloten vragen werd ontwikkeld in het programma Enalyzer (https://www.enalyzer.com/) en was gebaseerd op het Meetinstrument Determinanten van Innovaties (MIDI). (12) MIDI houdt rekening met 29 belangrijke determinanten voor innovaties in preventie en zorg. Deze determinanten zijn onderverdeeld in 4 categorieën: Innovatie, Gebruiker, Organisatie en Sociaal-politieke omgeving (zie kader hieronder).

Meetinstrument voor Determinanten van Innovaties: MIDI 

TNO ontwikkelde het korte en generieke diagnose-instrument MIDI om belangrijke determinanten van de invoering van een innovatie systematisch in kaart te brengen. Hierdoor kan een planmatige invoerstrategie ontwikkeld worden en kunnen de gewenste effecten van de innovatie worden gerealiseerd. Een effectieve innovatie (zoals een richtlijn of interventie) in de preventie of zorg wordt namelijk niet per definitie een succes in de praktijk. Door diverse redenen kan een innovatie niet worden gebruikt zoals bedoeld, waardoor de effecten uitblijven. Een meta-analyse en consultatie van implementatiedeskundigen door TNO resulteerden in een lijst met 29 determinanten.

Determinanten met betrekking tot de innovatie
|1. Procedurele helderheid5. Congruentie huidige werkwijze
2. Juistheid6. Zichtbaarheid uitkomsten
3. Compleetheid7. Relevantie cliënt
4. Complexiteit 
Determinanten met betrekking tot de gebruiker
8. Persoonlijk voor/nadeel14. Descriptieve norm
9. Uitkomstverwachting15. Subjectieve norm
10. Taakopvatting16. Eigen-effectiviteitsverwachting
11.Tevredenheid cliënt17. Kennis
12. Medewerking cliënt18. Informatieverwerking
13. Sociale steun 
Determinanten met betrekking tot de organisatie
19. Formele bekrachtiging management24. Beschikbaarheid materialen en voorzieningen
20. Vervanging bij personeelsverloop25. Coördinator
21. Capaciteit/bezettingsgraad26.Turbulentie in de organisatie
22. Financiële middelen27. Beschikbaarheid informatie over gebruik innovatie
23. Tijd28. Feedback aan de gebruiker
Determinanten met betrekking tot de sociaal-politieke omgeving
29. Wet- en regelgeving

Voor elke determinant wordt in MIDI aangegeven met welke stelling(en) en antwoordcategorieen die bij voorkeur gemeten moet worden. Voor determinant 1 is bijvoorbeeld de volgende stelling geformuleerd De innovatie geeft helder aan welke activiteiten ik in welke volgorde moet uitvoeren. Hierop kunnen 5 reacties gegeven worden: Helemaal mee oneens / mee oneens / noch mee oneens, nog mee eens / mee eens/ Helemaal mee eens. Meer informatie

De stellingen behorend bij de determinanten werden passend gemaakt door Innovatie te vervangen door Checklist, door vragen aan te passen op de dagelijkse praktijk van de doelgroep en door bijpassende doelstellingen en voor- en nadelen te formuleren (figuur 1). De determinanten die nog niet van toepassing waren, omdat de checklist nog in ontwikkeling is en nog niet in de organisaties is ingevoerd, werden weggelaten. Dit waren determinanten in de categorieën Organisatie en  Gebruiker. Het doel van de vragenlijst was om in grote lijnen een beeld te krijgen van de mening en behoeften van de deelnemers.

De deelnemers ontvingen de checklist per email met de instructie hem te gebruiken voor de eigen waterspeelplaats en een persoonlijke link naar de vragenlijst. Na 2 weken ontvingen zij een herinneringsmail, tenzij de vragenlijst al ingevuld was. Zij hadden ongeveer 4 weken om de checklist te gebruiken en de vragenlijst in te vullen.

Focusgroepen

Een focusgroeponderzoek is een kwalitatieve onderzoeksmethode waarbij een groep mensen wordt samengebracht om percepties, ideeën en meningen over een vooraf bepaald onderwerp te delen.(13) Elke focusgroep in dit onderzoek bestond uit de deelnemers die betrokken waren bij dezelfde waterspeelplaats. Voorafgaand aan de bijeenkomsten werd op basis van de uitkomsten van de vragenlijsten een discussieleidraad opgesteld met gestandaardiseerde inleidende teksten en openingsvragen. Daarnaast werden de onderwerpen vastgesteld die minimaal besproken moesten worden. Het minimale aantal deelnemers per focusgroep was 3, zo nodig werden groepen samengevoegd.De bijeenkomsten van de focusgroepen duurden 2,5 uur, inclusief pauze. Ze bestonden uit 4 gespreksrondes over: inhoud, vorm, gebruiker en randvoorwaarden/overig. Naast de gespreksleider was een onderzoeker aanwezig als notulist. De gesprekken werden, met toestemming van alle deelnemers, opgenomen. Alle deelnemers ontvingen na afloop de gespreksverslagen ter goedkeuring.

Data-analyse

Van de gegeven antwoorden op de vragen in de vragenlijst zijn frequenties beschreven. De verslagen van de focusgroepbijeenkomsten zijn thematisch geanalyseerd zoals beschreven door Braun & Clarke (2006).(14)

  • Na het vertrouwd raken met de data, zijn de verslagen zowel deductief als inductief gecodeerd. De deductieve codes bestonden uit de 29 determinanten uit MIDI, aangevuld met de voor het beoordelen van de checklist relevante codes Behoeften inhoud, Handelingsperspectieven en Gebruiksgemak. Hier is de code Doelgroep nog aan toegevoegd, omdat dat op basis van de data nodig was (inductief). Een aantal vooraf bedachte codes op basis van de MIDI-determinanten is uiteindelijk niet gebruikt omdat ze niet relevant waren in relatie tot de data;
  • Na afronding van de codering zijn op basis van de codes thema’s geformuleerd;
  • Deze thema’s zijn eerst getoetst aan alle gecodeerde fragmenten, daarna aan de totale verslagen en waar nodig herzien;
  • De thema’s zijn vastgesteld, gedefinieerd en uitgewerkt.

Elke fase is uitgevoerd door de eerste auteur, die ook de focusgroepen leidde, en gecontroleerd door de tweede auteur, die wel betrokken was bij de ontwikkeling van de checklist, maar niet aanwezig was bij de focusgroepbijeenkomsten. De verschillen in bevindingen zijn in elke fase besproken om te komen tot consensus.

Resultaten

Locaties en deelnemers

Alle uitgenodigde beheerders en medewerkers van de gemeente, GGD, het waterschap en de omgevingsdienst namen deel aan het onderzoek. Echter, niet bij elke waterspeelplaats waren alle organisaties betrokken (tabel 1).Er zijn 4 focusgroepbijeenkomsten gehouden, waarbij de deelnemers voor waterspeelplaatsen 4 en 5 werden samengevoegd tot 1 focusgroep om voldoende deelnemers in de focusgroep te krijgen. Drie organisaties namen met 2 personen deel aan de focusgroepen vanwege hun elkaar aanvullende expertise. Twee deelnemers meldden zich af voor de focusgroep om redenen die buiten het onderzoek vallen. Alle deelnemers gebruikten de checklist voor hun eigen waterspeelplaats. In totaal vulden 15 deelnemers de vragenlijst in en deden 16 deelnemers mee aan de focusgroepbijeenkomsten (tabel 1).

Tabel 1. Kenmerken waterspeelplaatsen en deelnemers

Water-

speelplaats

Locatie

Problemen met

waterkwaliteit

Aantal deelnemers
   totaalBHGMWSODGGD
1stadspark

geopend in 2019, geen problemen

31101 
2stad

langer bestaand, problemen

4 21 1
3buitengebiedgeopend in 2019, geen problemen52 111
4stad

langer bestaand, problemen

3 01 2
5buitengebied

langer bestaand, geen problemen

11    
Totaal1643324

Kolommen BH-GM-WS-OD-GGD: 1 deelnemer van die organisatie betrokken bij de waterspeelplaats heeft de checklist toegepast en de vragenlijst ingevuld (n=15); de cijfers geven het  aantal personen aan dat deelnam aan de focusgroepbijeenkomsten (n=16).BH = beheerder; GM = gemeente; WS = waterschap; OD = omgevingsdienst; GGD = gemeentelijke gezondheidsdienst

Vragenlijst

De antwoorden op de vragen in de vragenlijst varieerden sterk (figuur 1):• In het algemeen werd de checklist ervaren als helder en feitelijk juist, terwijl deze voor velen ook te ingewikkeld was om volledig zelf in te vullen;• Het bepalen van gezondheidsrisico’s met behulp van de checklist en vervolgens maatregelen nemen om deze te verkleinen, was slechts voor de minderheid weggelegd;• Sommige deelnemers vonden het niet bij hun functie horen om de checklist te gebruiken en ook sloot de checklist niet bij iedereen aan bij de dagelijkse praktijk;• De deelnemers gingen er over het algemeen vanuit dat zij voldoende hulp van collega’s, externe partners en belanghebbenden zullen krijgen bij het gebruik van de checklist.• Alle deelnemers vonden het behalen van de 2 doelstellingen belangrijk.

Figuur 1. Resultaten vragenlijst, ingedeeld op MIDI-categorie (15 deelnemers).*: zie Inleiding voor de doelstellingen

Focusgroepen

Na 4 bijeenkomsten was er sprake van datasaturatie. De deelnemers waren het zelden met elkaar oneens. Zij vulden elkaar regelmatig aan doordat in alle focusgroepen deelnemers met verschillende achtergrond en expertise zaten.

Naar aanleiding van de focusgroepen en de thematische analyse van de data werden 4 thema’s en 4 subthema’s geformuleerd (figuur 2).

Figuur 2. Thema’s en subthema’s uit de focusgroepen

De (sub)thema’s zijn sterk gerelateerd aan de categorieën uit MIDI. Alleen het thema Samenwerken bestaat uit codes afkomstig uit verschillende MIDI-categorieën (tabel 2). De thema’s worden in de volgende paragrafen verder uitgewerkt.

Tabel 2. De thema’s met subthema’s, kenmerkende quotes en MIDI-categorie

ThemaSubthemaKenmerkende quotes uit de focusgroepenMIDI-categorie
Behoefte aan grip 

“De scoop wordt verruimd. Normaal ben je daar niet zo mee bezig en is het nogal smal en denk je dat het allemaal wel goed is, want je hebt tenslotte installateurs of mensen die daarbij betrokken zijn en die hebben daar allemaal verstand van, dus het is goed, maar ja nu ga je door die vragenlijst in een keer bedenken van ow ja dat is allemaal dus van invloed.”

“Als dit er komt, Halleluja.” (over het instrument dat aan alle in de focusgroep genoemde wensen voldoet)

Gebruiker
InhoudFeitelijk“Als je een keuze maakt, dan wil je dan wel goed geïnformeerd zijn, voordat je dan die keuze maakt. Daar moet in worden voorzien.”Innovatie
 Toepasbaarheid

“Wat zijn nou handige dingen om te doen om te zorgen dat de risico’s kleiner worden?”

Innovatie
Praktische bruikbaarheidGebruiksvriendelijke checklist“Dat het echt gewoon heel toegankelijk is, dus niet dat je eerst een studie wiskunde in het Grieks moet doen om het te kunnen gebruiken.”Innovatie
 Faciliterende omgeving“Ja en ik denk ook als je gaat zoeken op wetgeving dat je dus inderdaad, je vindt heel weinig, maar als je hem dan zou vinden, niet omdat het een wet is hè, maar, als je googelt ja, ‘regels rondom waterspeelplaatsen’.. (over waar het instrument te vinden moet zijn)Organisatie
Samenwerken 

“Je hebt een gedeelde verantwoordelijkheid en die moet je in kaart brengen.”

“Ik denk dat de kracht met name zit van oké je hebt de verschillende partijen, samen kom je toch tot een goed advies daarin.”

Gebruiker Organisatie Sociaal-politieke context

Behoefte aan grip

Het kernthema was behoefte aan grip op de problematiek: Welke risicofactoren zijn er? Hoe schat je de risico’s in en hoe verklein je ze? Hoe krijg je grip op de risico’s van microbiologische verontreiniging van speelwater? Vanuit die behoefte was er een duidelijke vraag naar een instrument dat hierbij helpt, zoals een checklist. Daarbij was het bereiken van de doelstellingen van de checklist belangrijk en was er behoefte aan het kunnen informeren van andere partijen en het kunnen inzetten van de checklist zowel in de aanleg- als in de beheerfase. Dit kernthema Behoefte aan grip leidde tot de andere thema’s: Inhoud, Praktische bruikbaarheid en Samenwerken.

Inhoud

FeitelijkHoewel de deelnemers tevreden waren over de uitgebreidheid van de checklist, ontbrak er wat hen betreft wel informatie over het monitoren van de waterkwaliteit, informatie over de infectieziekten die op zouden kunnen treden, evenals informatie over de te betrekken partijen en hun expertise, wat relateert aan het thema Samenwerken. Verder vond men meer uitleg bij elke risicofactor wenselijk: wat houdt deze in en wat betekent het als die risicofactor aanwezig is.

Toepasbaarheid  In elke focusgroep werd de wens breed geuit om een uitkomst of risicoschatting toe te voegen, met een bijbehorende prioritering –  wat als eerste aan te pakken – en adviezen of handelingsperspectieven. Uiteindelijk willen de deelnemers graag zelf een keuze kunnen maken over wat wel of niet te doen. Daarvoor is een goede onderbouwing nodig bij de uitkomst van de risicobeoordeling en de bijbehorende adviezen. Daar ondersteunt de checklist volgens de deelnemers nog onvoldoende in.

Praktische bruikbaarheid

Dit thema is ondersteunend aan de thema’s Inhoud en Samenwerken.

Een gebruiksvriendelijke checklist

De meeste deelnemers vonden een interactieve, digitale checklist het meest gebruiksvriendelijk.  Op deze manier kan meer informatie beschikbaar gesteld worden door verwijzing naar websites, kunnen adviezen automatisch gegenereerd worden en kan automatisch geselecteerd worden welke vragen voor de gebruiker  relevant zijn. Daarnaast vonden de deelnemers het belangrijk dat de checklist makkelijk samen te gebruiken is. Ze vonden het ook wenselijk meer informatie vooraf aan het invullen te krijgen, bijvoorbeeld over het doel van de checklist en wat er van de gebruiker verwacht wordt.Op detailniveau verschilden deelnemers ten aanzien van dit thema van elkaar in wensen en behoeften. Dit leek vooral samen te hangen met de werkwijze waaraan men in de dagelijkse praktijk gewend was.

Een faciliterende omgeving

De deelnemers vonden het belangrijk dat het gebruik van de checklist gestimuleerd wordt door een gemakkelijk vindbare checklist die ook na lancering doorontwikkeld wordt om de bruikbaarheid te vergroten. Daarnaast is een stimulerende werkomgeving belangrijk, zoals het door de werkgever beschikbaar stellen van tijd om de checklist in te vullen.

Samenwerken

De meeste deelnemers vonden dat zij niet over voldoende kennis en expertise beschikken om de checklist volledig zelf in te kunnen vullen. Door alle focusgroepen werd de verantwoordelijkheid voor het gebruiken van de checklist bij de initiatiefnemer en/of beheerder gelegd. Hij/zij moet de andere partijen betrekken. De deelnemers gaven aan dat de GGD, het waterschap en de omgevingsdienst een adviserende functie hebben. Zij vonden dat de verantwoordelijkheid van de gemeente afhankelijk is van welke rol zij heeft bij de specifieke waterspeelplaats.Het delen van kennis en expertise werd als belangrijk ervaren om een goede risico-inventarisatie te kunnen doen. Deelnemers vonden het belangrijk om gezamenlijk op te trekken, maar ieder vanuit de eigen expertise. In de praktijk blijkt echter dat het lastig is om alle partijen aan tafel te krijgen. Wet- en regelgeving zou hier een rol in kunnen spelen, maar ook de checklist zou samenwerken kunnen bevorderen.

Discussie

Deelnemers hebben behoefte aan grip op de risico’s van microbiologische verontreiniging van speelwater. De voorlopige checklist voor microbiologische risico-inventarisatie voor waterspeelplaatsen kan hen daarin ondersteunen. Er zijn echter nog verbeterpunten om de toegevoegde waarde van de checklist verder te vergroten. Naast inhoud en praktische bruikbaarheid is (de stimulans tot) samenwerken belangrijk.

De gevonden resultaten nader verklaard

De opgehaalde wensen en behoeften van beoogde gebruikers van de checklist kunnen met behulp van het veelgebruikte ASE ( attitude-social influence-efficacy)-model nader geduid worden. Het ASE-model is ontwikkeld om gedrag te analyseren en te verklaren. Volgens dit model zijn eigen attitude, sociale invloed en de ervaren eigen effectiviteit (de mate waarin iemand verwacht dat hij in staat is het gewenste gedrag te vertonen) factoren die bepalen of iemand de intentie heeft tot bepaald gedrag. Samen met de vaardigheden van die persoon en de aan- of afwezigheid van barrières maakt dit vervolgens of het gewenste gedrag optreedt.(15)De uitkomsten van het onderzoek passen goed in het model (figuur 3). De attitude en de sociale invloed van de deelnemers zijn positief ten opzichte van de checklist. De verbeterpunten zijn goed te realiseren. Dit sterkt de verwachting dat het aanpassen van de checklist op basis van de resultaten zal leiden tot het gewenste gedrag, namelijk het gebruik van de checklist.

Figuur 3. Resultaten onderzoek in relatie tot ASE-model. *Sociale invloed is niet meegenomen in de discussieleidraad voor de focusgroepen, omdat hierover uit het vragenlijstonderzoek al voornamelijk positieve (en soms neutrale) antwoorden kwamen

De onderzoeksmethodiek

In deze studie is op een gestructureerde wijze geïnventariseerd wat de wensen van de beoogde gebruikers van de checklist zijn. Deze werkwijze had een aantal voordelen ten opzichte van bijvoorbeeld een behoeftepeiling binnen het eigen netwerk:

  • Door MIDI als theoretisch kader te gebruiken is vanuit wetenschappelijke achtergrond met een brede blik gekeken naar factoren die van invloed zijn op het gebruik van de checklist. Hierdoor zijn factoren meegenomen die anders mogelijk niet aan bod waren gekomen.
  • De structuur van een thematische analyse dwingt tot objectiviteit, waardoor de invloed van de mening van de onderzoekers zo klein mogelijk is.
  • De groep geïncludeerde deelnemers was divers. Dit was vanuit het eigen netwerk niet op deze manier gelukt. Een belangrijke noot hierbij is wel dat ook de huidige studiepopulatie mogelijk niet de gehele doelgroep van de checklist vertegenwoordigt.
  • De gestructureerde aanpak met behulp van MIDI heeft geresulteerd in zeer rijke data die geleid hebben tot inzichtelijke thema’s en waardevolle aanbevelingen voor de verdere ontwikkeling van de checklist.

Conclusies

  • Beoogde gebruikers van de checklist voor microbiologische risico-inventarisatie voor waterspeelplaatsen hebben behoefte aan grip op de risico’s van microbiologische verontreiniging van speelwater en daarmee aan een checklist of instrument dat hierin ondersteunt;
  • De voorlopige checklist is een goede start, maar kan verder ontwikkeld worden wat betreft inhoud en bruikbaarheid om met name de vaardigheden bij de beoogde gebruikers te verbeteren en barrières voor het gebruik te verminderen;
  • Er is behoefte aan samenwerking tussen verschillende organisaties om de (eigen-)effectiviteit te verhogen. Bundelen van hun kennis en expertise is nodig om (met behulp van de checklist) de gezondheidsrisico’s bij waterspeelplaatsen te kunnen verkleinen;
  • Een gestructureerde, wetenschappelijke benadering leidt tot praktisch bruikbare informatie over wensen en behoeften van beoogde gebruikers om de checklist verder te ontwikkelen en te implementeren.

Aanbevelingen van de deelnemers voor de opstellers van de checklist

Hoewel de deelnemers aan het onderzoek blij zijn met de komst van de checklist, is een aantal aanvullingen en verbeteringen voorgesteld voor de checklist:

  • Uitbreiden van de informatie in de checklist;
  • De ingevulde checklist laten leiden tot conclusies, handelingsperspectieven en adviezen met onderbouwing, zodat gebruikers zelf kunnen kiezen welke maatregelen zij nemen;
  • Ontwikkelen van een gemakkelijk bruikbare, digitale checklist;
  • Een goede implementatie- en evaluatiestructuur neerzetten;
  • Stimuleren van samenwerking tussen verschillende partijen.

De voorgestelde aanpassingen van de checklist zijn omvangrijk. Daarom zal na de verwerking ervan, de doelgroep opnieuw betrokken worden alvorens de checklist beschikbaar is voor implementatie.

De auteurs bedanken alle deelnemers en organisaties voor hun bijdragen aan het onderzoek, in het bijzonder: Omgevingsdienst Midden Holland, Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant, Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, Gemeente ’s Hertogenbosch, Gemeente Tilburg, Staatsbosbeheer, Vereniging Natuurmonumenten, Stichting Spoorpark Tilburg, Waterschap Aa en Maas, Waterschap De Dommel, Waterschap Rivierenland, GGD Hollands Midden, GGD Gelderland-Zuid en GGD Hart voor Brabant. Daarnaast bedanken zij Elke den Boogert en Sandra van Dam (GGD Hart voor Brabant), voor hun rol als notulist tijdens de focusgroepen en Simone de Bruin (RIVM) en Heleen de Man (Sanitas Water) voor hun bijdrage aan de opzet van het onderzoek.

Auteurs

D.M. Oorsprong (1), F.M. Schets (2)

  1. GGD Hart voor Brabant, team Infectieziekten, ‘s Hertogenbosch
  2. RIVM, Centrum voor Zoönosen en Omgevingsmicrobiologie, Bilthoven

Correspondentie

ciska.schets@rivm.nl

Literatuur

  1. De ‘waterkwaliteitscheck’ voor nieuwe en bestaande stedelijk waterconcepten (2017-0012). Bilthoven: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM); 2017
  2. Spelen met water – vooronderzoek t.b.v. richtlijn speelwater. Rotterdam Aardrijk-Sigrun Lobst; 2017
  3. Schets FM, De Roda Husman AM, Havelaar AH. Disease outbreaks associated with untreated recreational water use. Epidemiol Infect. 2011;139:1114-25.
  4. Schets FM, de Roda Husman AM. Gezondheidsklachten door recreatiewater in de zomers van 2014, 2015 en 2016, vooral veel kinderen met klachten. Infectieziekten Bulletin. 2017; 28:188-194.
  5. Limaheluw J, de Roda Husman AM, Schets FM. Gezondheidsklachten door waterrecreatie in de zomers van 2017, 2018, en 2019. Infectieziekten Bulletin. 2020;31
  6. WHO Guidelines for safe recreational water environments. Volume 1, Coastal and fresh waters. Genève: World Health Organization (WHO); 2003
  7. Sips GJ, Dirven MJG, Donkervoort JT et al. Een norovirusuitbraak in een natuurspeeltuin: een One-Health-benadering. Infectieziekten Bulletin. 2019;30
  8. Bancroft JE, Keifer SB, Keene WE. Shigellosis from an interactive fountain: Implications for regulation. J Environ Health. 2010;73:16-21
  9. Eisenstein L, Bodager D, Ginzl D. Outbreak of giardiasis and cryptosporidiosis associated with a neighborhood interactive water fountain-Florida, 2006. J Environ Health. 2008;71:18-22
  10. Hoebe CJPA , Vennema H, de Roda Husman AM, Duynhoven YTHP. Een unieke watergerelateerde Norwalk-outbreak. Infectieziektenbulletin. 2002;13:432-3
  11. Europese Unie. Richtlijn 2006/7/EG van het Europees parlement en de Raad (Richtlijn 76/160/EEG). Publicatieblad van de Europese Unie L 64. 2006;49:37-5
  12. Fleuren MAH, Paulussen TGWM, Van Dommelen P, Van Buuren S. Towards a measurement instrument for determinants of innovations. International Journal for Quality in Health Care. 2014;26:501-510
  13. Raats I. Handleiding Focusgroepen Een praktische handleiding voor de organisatie, begeleiding en analyse van focusgroepen. Raats voor Mensgerichte zorg & PG support; 2017
  14. Braun V, Clarke V. Using thematic analysis in psychology. Qualitative Research in Psychology. 2006;3:77-101
  15. de Vries H, Dijkstra M, Kuhlman P. Self-efficacy: the third factor besides attitude and subjective norm as a predictor of behavioural intentions. Health Educ Res. 1988;3:273-82.

Infectieziekten Bulletin, jaargang 31, nummer 3, december 2020