Waarvoor belt u de LCI?

De Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding (LCI) van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) is 24 uur per dag, 7 dagen per week bereikbaar voor GGD’en en andere professionals in de zorg. Belt u de LCI voor een indicatie MARIG of om te sparren over een scabiësuitbraak? Geeft u een signaal door van een verheffing in uw GGD-regio? In 2018 en 2019 werd de LCI respectievelijk 1810 en 1981 keer geconsulteerd. We bieden hier, net als voorgaande jaren (1,2) een overzicht over de jaren 2018 en 2019 van de bijzondere casuïstiek waar de LCI bij betrokken was. 

De LCI heeft de volgende taken:

  • Preventie, bestrijding en crisismanagement
  • Regie
  • Richtlijnontwikkeling en -implementatie

In dit artikel beschrijven wij met name de casuïstiek waarbij de LCI in het kader van haar eerst genoemde taak, professionals in de infectieziektebestrijding ondersteunt door advisering en het opstellen van gestandaardiseerde informatie. In figuur 1 staat het aantal consultaties in de periode 2008-2019.

Figuur 1. Aantal consultaties in de periode 2008-2019

Zoals alle voorgaande jaren ook het geval was, wordt de LCI over rabiës het meest geconsulteerd: 4 op de 10 vragen gingen over een rabiësrisico. In 2018 werd de LCI daarnaast veel benaderd met vragen over vaccinatieadvisering en over hygiëne. In 2017 werd de Werkgroep Infectie Preventie (WIP)  opgeheven en werd het beantwoorden van (WIP-) vragen over infectiepreventie tijdelijk overgenomen door de LCI. In 2019 werden naast rabiës veel vragen gesteld over mazelen en ook over vaccinatieadvisering. Voor wat betreft vaccinatieadvisering gingen de meeste vragen over het toedienen van de vaccinaties tegen influenza, kinkhoest en bof, mazelen, rodehond (BMR). Vragen met betrekking tot influenzavaccin gingen over bijvoorbeeld de indicatiestelling en toediening in combinatie met andere vaccinaties c.q. medicatie. Bij kinkhoest hadden de vragen veelal betrekking op toediening tijdens de zwangerschap en/of dit nog steeds nodig was als je in de zwangerschap al kinkhoest had doorgemaakt. Vragen over de BMR-vaccinatie gingen met name over vervroegd vaccineren bijvoorbeeld in het kader van een reis. In de helft van de gevallen werd de vraag gesteld door de GGD. Er is een stijging te zien van het percentage vragen dat door de GGD’en werd gesteld, terwijl er een daling te zien is van het percentage vragen van de tweedelijnszorg en/of huisartsen (figuur 2). Zij wisten de GGD waarschijnlijk beter te vinden.

Figuur 2. Vraagstellers aan de LCI

In 2018 en 2019 schaalde LCI een aantal keren op. In 2018 werden 33 afstemmingsoverleggen (AO) georganiseerd, tweemaal een deskundigenberaad (DB) en tweemaal een bijeenkomst van het Outbreak Management Team (OMT). In 2019 waren 28 AO’s  en 3 DB’s. In tabel 1 staan alle  OMT’s en DB’s die plaats hebben gevonden in de historie van de LCI. We belichten graag enkele bijzondere cases waar u zelf mogelijk ook mee te maken hebt gehad.

Tabel 1. OMT's en DB's georganiseerd door de LCI

 

Influenzareassortant

In de jaarlijkse influenzasurveillance bij huisartsen die wordt uitgevoerd door het RIVM in samenwerking met het Nationaal Influenza Centrum  (Erasmus MC en RIVM) en het NIVEL Nederlands Instituut voor Ondezoek van de Gezondheidszorg, werd begin maart 2018 een reassortant influenzavirus (hierbij is sprake van uitwisseling van erfelijk materiaal tussen humaan en veterinair influenzavirus) aangetroffen. Deze bijzondere casus werd gemeld aan de LCI, het European Centre for Disease prevention and Control (ECDC) en de World Health Organization (WHO). Het materiaal was afkomstig van een 19 maanden oud kind met een acuut influenza-achtig ziektebeeld met koorts, malaise, pijnlijke keel, hoesten en dyspneu. Het kind was verder gezond en niet gevaccineerd tegen influenza.In het reassortant influenzavirus werden genoomsegmenten gevonden van A(H1N1)pdm09 (HA and NS) and A(H3N2) (PB2, PB1, PA, NP, NA and M). Het is voor immuniteit van belang dat de hemagglutitine (H1) van seizoensinfluenzavirus A(H1N1)pdm09 afkomstig is en de neuraminidase (N2) van seizoensinfluenzavirus A(H3N2). Hierdoor mag verondersteld worden dat aanwezige antistoffen in de populatie door eerdere infectie met A(H1N1)pdm09 of vaccinatie bescherming zal bieden tegen dit virus. De oorsprong van het virus is onbekend. Verdere verspreiding van het virus in de regio van het kind werd niet gevonden. De GGD bracht de contacten van het kind in kaart, maar er werd verder geen onderzoek gedaan omdat er geen actieve infecties (meer) waren in de omgeving van het kind. Er werden dan ook geen verdere maatregelen genomen. Het kind is volledig hersteld. (3)

Salmonella Goldcoast

Begin oktober 2018 werd aan de hand van de laboratoriumsurveillance voor Salmonella van het RIVM een kleine uitbraak gevonden, veroorzaakt door Salmonella Goldcoast. In september werden 8 patiënten gemeld. (4) Normaalgesproken is het gemiddelde aantal patiënten in een vergelijkbare periode 0,3. De LCI en Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) werden geïnformeerd en een case-control-studie werd gestart met een vragenlijst gericht op varkensproducten, omdat die het voornaamste reservoir zijn van dit type Salmonella. Eind oktober werd duidelijk dat de uitbraak in omvang toenam (19 patiënten) en werd een AO georganiseerd met de betrokken experts binnen het RIVM en de NVWA omdat die verantwoordelijk is voor de tracering van voedselproducten.Er waren 3  S. goldcoastisolaten uit een varkensslachterij beschikbaar, verkregen uit de monitoring van het bedrijf. Deze isolaten werden onderzocht met whole genome sequencing (WGS) en bleken te matchen met de uitbraakstam die gevonden was bij de patiënten. Dit maakte het aannemelijk dat de bron van besmetting lag bij de varkensslachterij. Het slachthuis werd door de NVWA geïnformeerd over deze bevindingen en nam eind oktober maatregelen om herhaling van besmetting te voorkomen. Het traject van de varkens(karkassen) van het oorsprongsbedrijf naar de verwerkende industrie werd door de NVWA in kaart gebracht. Verder brachten zij een bericht naar buiten uit over deze uitbraak en het traceringsonderzoek (NVWA 2018).  Zowel in Nederland als in België werden specifieke varkensvleesproducten uit de winkels teruggeroepen. Eind december 2018 werd duidelijk dat er geen nieuwe patiënten met dit type Salmonella werden gemeld en daarmee was de uitbraak ten einde.

Listeria

Sinds enkele jaren worden Listeria-stammen van patiënten op het RIVM getypeerd met  WGS. De NVWA voert daarnaast routinematig controles uit op Listeria bij risicovolle bedrijven. Als er Listeria wordt gevonden worden deze stammen met vergelijkbare technieken getypeerd door Wageningen Food Safety Research (WFSR). In 2019 is gestart met het actief vergelijken van WGS-resultaten met die van de NVWA/WFSR en hieruit werd eind augustus 2019 een cluster van patiënten aangetoond. Doorgaans worden dergelijke clusters op basis van epidemiologie en aanvullende voedselvragenlijsten opgespoord. Er bleek een WGS-match tussen de voedselisolaten afkomstig van een vleesverwerkingsbedrijf en van patiënten met listeriose. Retrospectief konden 19 patiënten gelinkt worden: 1 patiënt was ziek geworden in 2017, 7 patiënten in 2018 en 11 in 2019. Bij het vervolgonderzoek werden nog 7 andere stammen aangetroffen op de productielocatie of in de vleeswaren ter plekke, waarbij 4 van deze stammen ook bij listeriosepatiënten werden aangetroffen. Deze 4 stammen konden worden gerelateerd aan nog eens 16 patiënten, waarvan 10 in 2019. Daarmee komt het totaal aantal zieken in Nederland gerelateerd aan deze vleeswarenverwerkingsfabriek met een eerste ziektedag tussen 1 januari 2017 en 31 augustus 2019, op 35. Eén vrouw kreeg een miskraam en 3 patiënten overleden. Het cluster kreeg media-aandacht waarna het publiek werd geïnformeerd door de LCI  en de betrokken GGD’en .

Lassakoorts

Lassakoorts wordt veroorzaakt door het lassavirus  en komt vooral voor in delen van West-Afrika. Lassakoorts is een meldingsplichtige A-ziekte. Een aantal Nederlandse Universitair Medische Centra (UMC’s) is voorbereid op de opvang, screening en verzorging van patiënten die mogelijk lassakoorts hebben. Bij een vermoeden van lassakoorts worden patiënten naar 1 van deze UMC’s gebracht voor onderzoek en behandeling in isolatie.In november 2019 werd bekend dat 2 tropenartsen die werkzaam waren in Sierra Leona waarschijnlijk bij de behandeling van eenzelfde patiënt besmet waren geraakt met lassakoorts. Beide artsen werden in Nederland opgevangen en behandeld. Een van de artsen overleed. Aan de hand van contactopsporing door 5 GGD’en en de LCI, werd in kaart gebracht wie nog meer contact hadden gehad met de patiënt(en) in Sierra Leone. Deze mensen werden ook gerepatrieerd. Ze moesten, evenals de betrokken hulpverleners in Nederland,  2 keer per dag hun temperatuur meten en dit, afhankelijk van het gelopen blootstellingsrisico, melden aan de GGD. Mede door deze vroege opsporing en monitoring van contacten heeft het virus zich niet verder in Nederland kunnen verspreiden. De zorg in Sierra Leone werd overgenomen door andere artsen, zodat ook daar de zorg zo goed mogelijk gecontinueerd bleef.

Wat deed de LCI nog meer?

Landelijke adviezen voor vaccinatie bij chronisch inflammatoire aandoeningen

Eén van de taken van de LCI is richtlijnontwikkeling en -implementatie. In dit kader heeft de LCI in overleg met een grote verscheidenheid aan beroepsgroepen een handleiding samengesteld over vaccinatie bij volwassenen met chronisch inflammatoire aandoeningen. Begin 2018 werd in het Landelijk Overleg Infectieziektebestrijding (LOI) de handleiding Landelijke adviezen voor vaccinatie bij chronisch inflammatoire aandoeningen goedgekeurd. Een van de redenen voor het opstellen van deze handleiding was dat vaccinatie van immuungecompromiteerde volwassenen een steeds belangrijker onderdeel vormt van ziektepreventie. Er werden steeds meer vragen gesteld over aanbevelingen, effectiviteit en veiligheid van vaccins met betrekking tot deze groep mensen.  Bijvoorbeeld vragen van - vooral - GGD’en over de indicatiestelling bij reizigers. En vragen over  de influenza- en pneumokokkenvaccinaties. In de toekomst zal de handleiding worden uitgebreid naar andere medische risicogroepen waaronder patiënten met hematologische maligniteiten, met hiv-infectie, met solide tumor(en) en patiënten die een orgaantransplantatie hebben ondergaan.

Beleidsaanpassingen rabiës

Vanwege de toenemende belangstelling van de WHO voor de preventie van rabiës als neglected disease, kondigde een internationale expertgroep (SAGE) in 2018 een aantal aanbevelingen aan die tot grote reductie van rabiësvirusoverdracht wereldwijd moet leiden. Naar aanleiding hiervan werd medio 2018 het Nederlandse rabiësbeleid aangepast en werden de Nederlandse aanbevelingen op een aantal vlakken gewijzigd. Ook de LCI-richtlijn Rabiës werd aangepast, op zowel het post- als het pre-expositiebeleid.

MenACWY-vaccinatie

Sinds 2015 is er sprake van een toename in ziekte door meningokokken type W. In 2017 werden 80 patiënten gemeld, in 2018 103 en in 2019 62. Het percentage dat overlijdt aan meningokokken type W (16%) is substantieel hoger dan bij andere typen meningokok. Vanwege deze toename werd door de LCI een aantal responsteams georganiseerd. In september 2017 nam de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in reactie hierop, het besluit om in 2018 2 cohorten te gaan vaccineren met MenACWY-vaccin. Hierbij werd  de MenC-vaccinatie voor kinderen van 14 maanden werd vervangen door een MenACWY-vaccinatie en ook jongeren van 14 jaar werden uitgenodigd om zich te laten vaccineren. Vanwege de voortdurende stijging van het aantal MenW-infecties organiseerde de LCI in juni 2018 een OMT. Hieruit kwam het advies om de MenACWY-vaccinatie uit te breiden naar jongeren van 15, 16, 17 en 18 jaar. De minister van VWS nam dit advies in juli 2018 over en in 2018 en 2019 werden ruim 1 miljoen jongeren uitgenodigd voor de MenACWY-vaccinatie (geboortecohort 2001 t/m 2005). Hiervan hebben ruim 845.000 jongeren (86%) zich laten vaccineren. 2 % Van de vaccinaties werden buiten het programma om gegeven door huisartsen en GGD’en. Inmiddels is de MenACWY-vaccinatie voor kinderen van 14 maanden en jongeren in het jaar dat zij 14 worden, vast onderdeel van het Rijksvaccinatieprogramma.

De auteurs danken Annemarie Meiberg, Madelief Mollers, Imke Schreuder voor het beschrijven van de bijzondere casuïstiek. Tevens bedanken de auteurs Adam Meijer, Roan Pijnacker, Ife Slegers- Fitz-James, Ingrid Friesema en Hans van Vliet voor het meelezen en bewerken van de bijzondere casuïstiek in dit artikel.

Auteurs

S. Kliffen, R. Joosten, M. Haverkate, C. Swaan, Centrum Infectieziektebestrijding, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven

Correspondentie

Suzanne.kliffen@rivm.nl

Literatuur

  1. Haverkate, 2016 https://www.rivm.nl/lci-in-2016-van-aviaire-influenza-tot-zika
  2. Meiberg 2017 https://magazines.rivm.nl/2018/04/infectieziekten-bulletin-0/de-lci-2017
  3. Meijer A, Swaan CM, Voerknecht M, Jusic E, van den Brink S, et al. Case of seasonal reassortant A(H1N2) influenza virus infection, the Netherlands, March 2018. Euro Surveill. 2018; 23 (15): pii=18-0016
  4. Schimmer 2018 https://magazines.rivm.nl/2018/11/infectieziekten-bulletin/gesignaleerd
  5. NVWA 2018 https://www.nvwa.nl/nieuws-en-media/nieuws/2018/12/04/varkensvlees-produ...

Infectieziekten Bulletin, jaargang 31, nummer 3, december 2020