Gepromoveerd

Het RIVM staat midden in de maatschappij, én midden in de wetenschap. Als wetenschappelijk instituut voeren we zelf veel onderzoek uit of dragen daaraan bij. Zo ontwikkelen we kennis waarmee we onze rol als betrouwbare adviseur voor de overheid goed kunnen blijven vervullen. Ook onze promovendi zijn daarbij onmisbaar. In deze editie aandacht voor de promoties van: Manon Lette, Susanne Wuijts, Annerieke Stoop en Sara van den Berg.

 

Betere integrale zorg voor ouderen

Op 6 oktober 2020 promoveerde Manon Lette aan de Vrije Universiteit Amsterdam op haar onderzoek ‘Care to collaborate: integrating health and social care for older people living at home.’

In haar conclusies stelt Lette vast dat er meer aandacht voor welzijnsaspecten nodig is voor betere integrale zorg. Veel kwetsbare ouderen hebben behalve fysieke aandoeningen ook problemen van sociale, mentale en cognitieve aard. Ook het sociaal netwerk, de fysieke thuisomgeving en de mobiliteit van de oudere bepalen of een oudere met gezondheidsklachten toch veilig thuis kan wonen.

Daarom zou er volgens Lette meer geïnvesteerd moeten worden in interdisciplinaire en interprofessionele samenwerking. De praktijk laat zien dat deze samenwerking niet vanzelfsprekend is. Het creëren van wederzijds begrip en vertrouwen in samenwerkingsrelaties heeft tijd en aandacht nodig.

Lette voerde haar onderzoek uit bij het Amsterdam UMC, locatie VUmc en RIVM. Zij maakte hiervoor onder andere gebruik van data van het SUSTAIN-project, een vierjarig Europees onderzoeksproject naar integrale zorg voor thuiswonende ouderen in zeven Europese landen. Tegenwoordig is Lette werkzaam als projectmedewerker integrale zorg en welzijn bij SIGRA.

Titel proefschrift: Care to collaborate: integrating health and social care for older people living at home.

Lees ook het nieuwsbericht op de RIVM-website over de promotie-onderzoeken van Manon Lette en Annerieke Stoop

Governance en waterkwaliteit

Op 28 oktober 2020 promoveerde Susanne Wuijts aan de Universiteit Utrecht op haar onderzoek naar een effectiever waterkwaliteitsbeheer. Landen blijken wereldwijd moeite te hebben om de kwaliteit van hun wateren te herstellen en te beschermen. Wuijts beschrijft in haar proefschrift hoe ‘governance’ aan waterkwaliteitsverbetering bijdraagt.

Ondanks grote verbeteringen van de waterkwaliteit sinds de jaren ‘70 stagneert dit de laatste decennia. Het is daarom voor Nederland en andere Europese landen een grote uitdaging om de doelen van de Europese Kaderrichtlijn Water te behalen. Wat heeft een rivier eigenlijk nodig om gezond te zijn en zijn vele functies te kunnen vervullen? Het gaat dan om functies zoals natuurbescherming, bron voor drinkwater, zwemwater, koelwater, irrigatiewater, energievoorziening en transport.

Governance benaderingen

In haar proefschrift heeft Susanne Wuijts onderzocht hoe governance benaderingen (kort gezegd: manieren van besturen) het behalen van de waterkwaliteitsdoelen uit de Europese Kaderrichtlijn Water kunnen ondersteunen. Uit het onderzoek blijkt dat er verschillende perspectieven zijn op de effectiviteit van waterkwaliteitsbeheer. Dit kan variëren van de verbetering van het ecosysteem (ecologie en hydrologie), tot het behalen van de wettelijke doelen (rechten) en de kwaliteit van maatschappelijke processen ten aanzien van participatie, transparantie en integriteit (sociale wetenschappen en economie). De combinatie van deze perspectieven kan het proces ondersteunen om doelen te formuleren en te behalen, maar geeft geen garantie. Als er andere conflicterende prioriteiten worden gesteld in het maatschappelijke debat, kunnen de waterkwaliteitsdoelen niet volledig worden behaald. Verder lijkt er verschil te zijn tussen de noodzakelijke governance voorwaarden in de planfase versus de uitvoeringsfase. Dit is ook een verklaring voor de moeilijkheden bij het behalen van waterkwaliteitsdoelen. Onderzoek is tot nu toe vooral gericht op de planfase en nauwelijks op de uitvoeringsfase.

Conclusies in de praktijk

Het proefschrift beschrijft een aantal lessen voor de praktijk. Zo zouden waterkwaliteitsdoelen specifieker moeten weergeven wat er nodig is om een goede ecologische toestand te bereiken, bijvoorbeeld ten aanzien van toxiciteit, nutriënten of morfologische aspecten. Ook is een gezamenlijke aanpak vanuit het sociaaleconomische, juridische en ecologisch-hydrologische kennisdomein noodzakelijk om ongewenste effecten te voorkomen. Tenslotte is het belangrijk om de juiste overheden en private partijen te betrekken, die ook de bevoegdheden en de middelen hebben om passende maatregelen te treffen, en om de voortgang van afgesproken maatregelen te volgen en zo nodig bij te sturen op basis van de gemeten effecten.

Titel proefschrift: Towards more effective water quality governance

 

Op weg naar betere samenwerking en communicatie bij thuiswonende ouderen

Op 30 oktober 2020 promoveerde Annerieke Stoop aan Tilburg University met haar proefschrift ‘Improving integrated care for older people: an exploration from a European perspective’.

In haar promotieonderzoek maakte Stoop onder andere gebruik van data van SUSTAIN, een Europees onderzoeksproject van 2015-2019 naar integrale zorg voor thuiswonende ouderen in 7 Europese landen.

In haar conclusies ziet zij twee belangrijke uitdagingen. Een betere samenwerking en communicatie tussen zorgprofessionals onderling en tussen de zorgprofessional en de oudere en hun mantelzorgers. In de tweede plaats pleit zij voor het meer centraal stellen van de behoeften van de oudere in hun zorg en ondersteuning.

Tenslotte ziet zij kansen om te leren van andere Europese initiatieven. Ondanks de culturele en organisatorische verschillen tussen de deelnemende Europese landen, zijn er veel overeenkomsten in de vraagstukken en de uitdagingen in integrale zorg voor thuiswonende ouderen in Europa.

Ten tijde van haar promotieonderzoek had Annerieke Stoop een aanstelling bij het RIVM en Amsterdam UMC, locatie VUmc. Tegenwoordig is zij werkzaam als onderzoeksmakelaar en senior onderzoeker bij Tranzo, Tilburg University.

Lees ook het nieuwsbericht op de RIVM-website over de promotie-onderzoeken van Manon Lette en Annerieke Stoop

Titel proefschrift: Improving integrated care for older people: an exploration from a European perspective.

 

Effect CMV op immuunsysteem kleiner dan verondersteld

Ons immuunsysteem (afweersysteem) beschermt ons voortdurend tegen allerlei ziekteverwekkers. Naarmate wij ouder worden, veroudert dit immuunsysteem en wordt de bescherming minder. Dit is een natuurlijk proces. Maar ook andere factoren kunnen veroudering van het immuunsysteem tot gevolg hebben. Sara van den Berg promoveerde op 18 november aan de Universiteit Utrecht op haar onderzoek naar de mogelijke effecten van het cytomegalovirus (CMV) op de werking van ons immuunsysteem.

CMV is een veel voorkomend virus waarmee heel veel mensen in hun leven besmet raken. De infectie verloopt meestal zonder klachten, maar het virus blijft wel in het lichaam aanwezig. Het immuunsysteem zorgt dan voortdurend voor het onder controle houden van het virus. Dit zou kunnen leiden tot ‘overbelasting’ van het systeem. Of anders gezegd, het verouderingsproces van het systeem zou zich kunnen versnellen en daardoor zou het immuunsysteem minder goed gaan werken.

Effect op bescherming tegen griepvirus

Het eerste deel van het onderzoek gaat over het effect van CMV op de bescherming tegen griepvirus. Als iemand een CMV-infectie bij zich draagt, zal zijn/haar afweer tegen het griepvirus naar verloop van tijd minder worden? Uit het onderzoek blijkt dat dit niet het geval is. CMV heeft geen nadelig effect op de afweerreactie tegen griepvirus of de werkzaamheid van de griepvaccinatie.  

Invloed op T-cellen

Het tweede deel van het onderzoek gaat over het effect van CMV op T-cellen. Deze cellen maken deel uit van ons immuunsysteem. We zien dat een CMV-infectie met name bij oudere mensen direct een grote invloed heeft op het aantal en het uiterlijk van T-cellen. Bij jongere mensen is die invloed minder groot. Maar we hebben geen bewijs gevonden dat CMV ook het functioneren van T-cellen, en daarmee het afweersysteem,  beïnvloedt. 

Resultaten

Uit de resultaten van dit onderzoek blijkt dat het effect van CMV op (de veroudering van) het immuunsysteem kleiner is dan eerder werd verondersteld.  Ook draagt het bij aan een beter begrip van CMV en T-cellen.

Titel proefschrift: Impact of cytomegalovirus-infection on ageing of the immune system