Samenwerking over domeinen heen

De regio-coördinatoren willen lokale en regionale netwerkpartners operationeel, tactisch en strategisch ondersteunen en partijen verbinden en stimuleren. Een van de manieren waarop we dat doen is via domein-specifieke regio-hubs. Elke afdeling is daar vertegenwoordigd en we overleggen met belangrijke partners als VNG, GGD GHOR en ministeries.

Birgit Janssen-Stelder

'Bij Milieu en Veiligheid is regionaal werken in alle centra relevant. Onderwerpen binnen milieu en veiligheid zijn vaak onderdeel van grotere vraagstukken, bijvoorbeeld de energietransitie. De grote transities waar Nederland voor staat worden met name regionaal gerealiseerd. DMG is onze speerpunt in de maatschappij en met name bij de afdeling integrale ruimtelijke vraagstukken is regionaal werken een groot onderdeel. Bij VLH werken medisch milieukundigen in nauw contact met de GGD-en. Voor externe veiligheid wisselen we capaciteit uit met omgevingsdiensten in verschillende regio’s. MIL heeft met de regio Utrecht de data- en kennishub gezond stedelijk leven opgezet. Een mooi voorbeeld van regionaal werken. VSP leidt in opdracht van gemeenten risicogrenswaarden voor stoffen af.  

Bij Milieu en Veiligheid is regionaal werken in alle centra relevant 

Welke rol zie je voor het programma?

Regionaal Werken zie ik als middel om het regionale werk te verstreken door het met elkaar in verband te brengen. Binnen RIVM heeft het programma een verbindende rol en helpt het om domein-overstijgend samen te werken. Het programma kan na de kwartiermakerfase bijvoorbeeld ook ingezet worden om opdrachten uit te voeren die nu niet van de grond komen, omdat niet duidelijk is welk centrum dat zou moeten doen.

Naar welke inhoudelijke resultaten zie je uit?

De rol van kennis bij het vinden van oplossingen voor complexe maatschappelijke vraagstukken telt steeds zwaarder. Op regionaal niveau ontwikkelt de gebiedsgerichte aanpak zich steeds verder. Ik kijk er naar uit als RIVM zichtbaar bij te dragen aan het vooruit helpen van de maatschappij op grote thema’s zoals gezonde leefomgeving.'

Aletta Tholen

Aletta Tholen neemt deel aan Regionaal Werken als vertegenwoordiger van het Centrum voor Infectieziektebestrijding (CIb):

'Het Centrum Infectieziektebestrijding (CIb) werkt al veel in regionaal verband. Denk bijvoorbeeld aan de decentrale structuren die samen met de GGD zijn opgezet en ook nu weer hun waarde bewijzen in de strijd tegen COVID-19. Maar de regionale samenwerking gaat over meer dan infectieziektebestrijding en omvat ook zaken als seksuele gezondheid, tuberculosebestrijding, zoönose, voedselinfecties en epidemiologie. Aan regionale bestrijding van antibiotica resistentie wordt samengewerkt met de ROAZ, Acute Zorg Euregio.

Dat ligt anders bij het onderwerp leefomgeving. Daar is nog geen regionale structuur aanwezig en wordt vaak op ad hoc-basis samengewerkt met de medisch milieukundigen van de GGD. Het programma Regionaal Werken biedt de kans de kennisontsluiting rond het thema gezonde leefomgeving te optimaliseren. De komst van de omgevingswet geeft een beleidsmatige en wettelijke aanleiding. Maar daarnaast staat Nederland voor grote maatschappelijke opgaven in de leefomgeving, die vragen om integrale kennis. Het klimaat verandert. Nederland vergrijst. We willen duurzaamheid in economie en landbouw. Al die uitdagingen vragen ook om te denken aan de consequenties daarvan voor Infectieziekten en mogelijkheden tot preventie.

Het programma gaat het RIVM helpen meer focus aan te brengen. Hoe we kunnen bijdragen aan meer kennis op regionaal niveau, waarmee beleidsmakers en bestuurders op lokaal niveau goede en afgewogen keuzes kunnen maken. En hoe we als RIVM beter begrijpen wat er speelt op lokaal en regionaal niveau, zodat we als kennisinstituut beter aansluiten en onze bijdrage kunnen leveren.'

Hanneke Drewes

Samenwerking met regionale en lokale partijen speelt een rol bij vele opdrachten, aldus Hanneke Drewes, die werkzaam is binnen V&Z. ‘Denk aan Advies op maat, regiobeeld, lerende evaluaties lokale en regionale preventieakkoorden enzovoort. Dit kunnen opdrachten zijn van provincies, gemeenten of waterschappen, maar ook van het RIJK en de VNG.

Het programma kan het werk lokaal en regionaal ondersteunen. Hoe precies? Dat wordt uitgewerkt in deze kwartiermakerfase. Er is al veel ervaring en deze wordt verder uitgebreid met de CoP, de actielijn van het programma en het strategisch programma ‘Samen leren werken in de regio’. Veel moeten we gezamenlijk met onze lokale en regionale netwerkpartners ontdekken, daarom staat samen lerend doen centraal in deze fase.

Inrichting

In de kwartiermakerfase worden de organisatie en governance ingericht om zo goed mogelijk toegerust te zijn. Zo gaan we de komende maanden aan de slag met de inrichting. Welke afspraken maken we met elkaar? Hoe organiseren we de financiën? En als onze netwerkpartners een ander doel hebben met de samenwerking dan wij, hoe gaan we daar dan mee om? En daarbij maken we onderscheid tussen tijdelijke projecten (zoals Buren & Boeren) en langdurige samenwerkingsnetwerken zoals het Veluweberaad en Gezond Stedelijk Leven. 

Ik zie uit naar meer co-creatie met regionale en lokale netwerkpartners!

Naar welke inhoudelijke resultaten zie je uit?

Voor geen enkel domein is lokaal en regionaal werken nieuw. Maar ik zie er naar uit dat we door meer co-creatie met regionale en lokale netwerkpartners beter kunnen bijdragen aan de maatschappelijke opgaven waarvoor we staan en gaan. Dat RIVM-ers minder hoeven te ploeteren om de snelheid van lokale en regionale vragen bij te benen. En dat we met dit programma daar waar zinvol bijdragen aan meer synergie door de krachten van de drie domeinen te bundelen.'