Kort nieuws

RIVM werkt in Europees verband samen aan de invoering van voedselkeuzelogo Nutri-Score

Nederland, België, Frankrijk, Duitsland, Luxemburg, Spanje en Zwitserland werken samen om het gebruik van het voedselkeuzelogo NutriScore te organiseren en makkelijker te maken. Deze samenwerking vindt plaats binnen een stuurgroep en een wetenschappelijk comité. Namens Nederland is het RIVM in zowel de stuurgroep als het wetenschappelijk comité vertegenwoordigd.

De Nutri-Score is een kleurgecodeerd voedselkeuzelogo, ontwikkeld in Frankrijk. Het logo geeft een totaaloordeel over de voedingswaarde van voedingsmiddelen. Voedselkeuzelogo’s, zoals Nutri-Score, kunnen helpen om te zien in hoeverre de voedingswaarde van het ene product verschilt van een ander product. Het logo is bedoeld om consumenten te helpen gezondere voedingskeuzes te maken, in aanvulling op de voedingsrichtlijnen van de Gezondheidsraad. Daarnaast kan een voedselkeuzelogo een prikkel zijn voor producenten om hun producten te verbeteren. Staatssecretaris Paul Blokhuis heeft eerder bekendgemaakt dat Nutri-Score het nieuwe voedselkeuzelogo voor Nederland wordt.  

Stuurgroep en wetenschappelijk comité

De stuurgroep coördineert de invoering van het Nutri-Score logo op verpakkingen van voedingsmiddelen. In de stuurgroep zitten verschillende vertegenwoordigers van de zeven deelnemende landen. Het wetenschappelijk comité onderzoekt of en hoe het logo meer kan aansluiten bij de voedingsrichtlijnen. 

Meer over het voedselkeuzelogo

 

Dierenartsen en dierenartsassistenten zijn vaker drager van ESBL-producerende bacteriën

ESBL (Extended spectrum beta-lactamases)-producerende bacteriën komen vaker voor bij dierenartsen en assistenten van dierenartsen dan bij mensen die niet met dieren werken. Dat blijkt uit onderzoek van het RIVM. ESBL-producerende bacteriën zijn ongevoelig (resistent) voor bepaalde soorten antibiotica. 

Het is aannemelijk dat dierenartsen en hun assistenten deze bacteriën bij zich dragen door het contact met dieren tijdens hun werk. Veel deelnemers uit deze zorgsector hadden contact met verschillende soorten dieren, zowel huisdieren als vee. Van hen had 69 procent alleen contact met huisdieren. Het is daardoor niet mogelijk om aan te wijzen welk specifiek dier de bron van de resistente bacterie was. 

Dragerschap drie soorten bacteriën onderzocht

Het RIVM onderzocht of drie soorten (antibioticaresistente) bacteriën voorkwamen in de ontlasting van de dierenartsen en dierenartsassistenten. Dat waren ESBL-producerende bacteriën, bacteriën die resistent zijn tegen het ‘laatste redmiddel’ antibioticum colistine en Clostridioides difficile (C. diff). Voor deze drie bacteriën zijn er namelijk aanwijzingen dat contact met dieren een kans geeft om ermee besmet te raken. Er deden 482 mensen mee aan het onderzoek.

Colistineresistente bacteriën en C. diff

Colistineresistente bacteriën en C. diff kwamen even vaak voor bij dierenartsen en hun assistenten als bij de algemene bevolking. Er zijn daarom geen aanwijzingen dat zij door hun werk een grotere kans hebben om deze twee soorten bacteriën bij zich te dragen.

Antibioticaresistentie 

Antibioticaresistente bacteriën kunnen in de darmen zitten van gezonde personen of dieren zonder dat zij daar last van hebben. Maar ze kunnen ook infecties veroorzaken. Infecties door deze bacteriën zijn moeilijker te behandelen met antibiotica. De bacteriën worden onder andere via de ontlasting van dieren verspreid. Een goede hygiëne is dan ook belangrijk om besmetting te voorkomen. 

Naar het rapport