De gehoorscreening 2020

In de eerste weken na de geboorte wordt bij pasgeboren baby’s het gehoor gescreend. Hierbij wordt getest of een kind voldoende hoort om goed te leren praten. Dit gebeurt altijd door een deskundig medewerker van de jeugdgezondheidszorg (JGZ) bij de ouder(s) thuis, of op het consultatiebureau. Het doel van deze screening is om kinderen met een blijvend gehoorverlies op tijd te vinden en te laten starten met een passende behandeling. Dit is van belang voor de taal- en spraakontwikkeling van het kind.

Highlights 2020

Tijdelijke stopzetting gehoorscreening

De neonatale gehoorscreening is van 24 maart tot 4 mei 2020 tijdelijk stopgezet vanwege het uitbreken van de COVID-19-pandemie. Dit gebeurde na een besluit van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in afstemming met het RIVM en de betrokken veldpartijen. Het programma werd tijdelijk stopgezet om de uitvoering van de hielprik te waarborgen. Daarnaast waren de vervolgdiagnostiek en behandeling na de gehoorscreening op dat moment niet meer te garanderen. Bovendien was het zaak om de kans op verspreiding van en besmetting met het coronavirus voor zowel ouders als kind zoveel mogelijk te beperken.Op 4 mei 2020 werd de gehoorscreening – na een besluit van het ministerie van VWS - hervat. Baby’s die door de tijdelijke stopzetting de gehoorscreening hebben gemist – een kleine 20 duizend in totaal - zijn met behulp van apart georganiseerde inhaalsessies alsnog gescreend.

 

Ervaringsgericht voorlichtingsmateriaal

In 2020 heeft het RIVM verschillende voorlichtingsfilmpjes online gezet voor ouders van kinderen met matig gehoorverlies. Hierin vertellen onder andere deskundigen en ouders van deze kinderen over hun kennis en ervaringen. Deze voorlichting is belangrijk, omdat bij kinderen met de diagnose ‘matig gehoorverlies’ (40-60 dB) het minder vaak lukt om op tijd - voor de leeftijd van een half jaar - een behandeling te starten, dan bij ernstig slechthorende kinderen. Eén van de redenen is dat ouders de diagnose vaak moeilijk kunnen begrijpen. Ze zien hun kind namelijk wél reageren op geluid. Daardoor vinden ze het niet altijd noodzakelijk om hun kind snel te laten behandelen. Het RIVM wil met deze voorlichtingsfilmpjes ouders van kinderen met een matig gehoorverlies en hun familieleden beter infomeren over hoe belangrijk het is om ook deze kinderen tijdig te behandelen. 

Audiologendag

Eind januari 2020 namen ongeveer 55 audiologen deel aan de jaarlijkse informatiebijeenkomst voor audiologen op het RIVM. Alle audiologische centra (AC) in Nederland waren vertegenwoordigd. Tijdens deze bijeenkomst werden de resultaten van de monitoring over het jaar 2018 teruggekoppeld, spraken de aanwezige partijen elkaar bij over de ontwikkelingen binnen het vakgebied en het programma, en discussieerden de deelnemers over het aanleveren van de diagnostiekdata, die mede als basis dient voor de monitor. 

Bijeenkomst regiocoördinatoren

RIVM-professionals op het gebied van de neonatale hielprik- en gehoorscreening informeerden eind 2020 zo’n vijftig regiocoördinatoren over de resultaten van de neonatale hielprik- en gehoorscreening. De regiocoördinatoren lieten weten dat het een enorme opgave was geweest om na de tijdelijke stopzetting van de gehoorscreening alsnog alle kinderen op tijd te screenen. In een brief aan de programmacommissie hebben de koepelorganisaties Actiz en GGD GHOR Nederland aangegeven dat ook zij niet nogmaals een landelijke stopzetting van de gehoorscreening willen. 

Nieuwe website

Begin 2020 werd de website Pre- en neonatale screeningen gelanceerd, Hier vinden (aanstaande) ouders informatie over de screeningen die zij tijdens de zwangerschap en vlak na de geboorte krijgen aangeboden. Bij het ontwikkelen van deze website hebben we extra aandacht besteed aan de toegankelijkheid van de informatie voor ouders met lage gezondheidsvaardigheden. Voorheen werd informatie over de pre- en neonatale screeningen aangeboden op de website van het RIVM . Door alle informatie te bundelen op één website, kan het RIVM ouders beter over de verschillende programma’s informeren. 

Vooruitblik 2021

  • In 2021 blikt het RIVM-CvB terug op de gevolgen van de tijdelijke stopzetting van de neonatale gehoorscreening en de inhaalsessies. De gevolgen van deze unieke situatie worden geëvalueerd; 
  • In 2021 onderzoeken de koepels in de JGZ - Actiz en GGD GHOR Nederland – de mogelijkheden van alternatieve apparatuur voor de gehoorscreening.  De koepels werken hiervoor nauw samen met het RIVM-CvB; 
  • Het RIVM-CvB zal voorbereidende werkzaamheden uitvoeren voor het vinden van een digitale oplossing voor de afstemming tussen de gehoorscreening op de NICU (Neonatale Intensive Care Unit) en de gehoorscreening door de JGZ. Kinderen die 24 uur op de NICU hebben gelegen, volgen een ander protocol voor de gehoorscreening. In dit geval wordt de screening uitgevoerd door de NICU. De gehoorscreening die wordt gedaan door de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) valt onder de regie van het RIVM-CvB. Er is vooralsnog echter geen digitale afstemming tussen beide screeningen. 

Monitor neonatale gehoorscreening

In opdracht van het RIVM monitort TNO (Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek) jaarlijks de prestaties van de neonatale gehoorscreening.

In 2020 kwam de monitor 2019 uit. De belangrijkste resultaten:

  • In 2019 kwamen 166.367 kinderen in aanmerking voor de neonatale gehoorscreening door de JGZ;
  • De deelname is landelijk zeer hoog; namelijk 99,6% per screeningsronde; 
  • Screeningen worden bij 98-99% van de kinderen tijdig uitgevoerd;
  • In 2019 werden bij 129 kinderen met een dubbelzijdig gehoorverlies van minimaal 40 dB aan het beste oor ontdekt;
  • Er waren 77 kinderen met een eenzijdig gehoorverlies van minimaal 40 dB;
  • De kans dat een verwezen kind een eenzijdig of dubbelzijdig gehoorverlies heeft is hoog, namelijk 37%;
  • Binnen drie maanden hun geboorte krijgt 94% van de kinderen een diagnose. Dit ligt dicht bij de streefwaarde van 95%.