‘De programma’s worden steeds drukker.’

In gesprek met Herma Vermeulen en Nynke van der Veen, afdelingshoofden van het RIVM-CvB.

Het veld rondom screeningen en bevolkingsonderzoeken is volop in beweging en neemt in activiteit toe. Herma Vermeulen en Nynke van der Veen spreken over de belangrijkste veranderingen binnen hun domeinen en benadrukken het belang van samenhang tussen de diverse programma’s binnen het RIVM-CvB.

 

‘De activiteiten binnen de programma’s nemen toe’, vertelt Herma Vermeulen. Ze doelt daarmee op de screeningen en bevolkingsonderzoeken van het RIVM-CvB, waar zij – net als collega Nynke van der Veen – al jaren werkzaam is. Sinds 2017 is Vermeulen afdelingshoofd pre- en neonatale screeningen. ‘De uitbreiding van de hielprik alleen al brengt veel dynamiek en extra werk met zich mee’, legt ze uit. ‘In 2018 zijn we om die reden van 13 naar 18 medewerkers gegroeid. Ook een verkennend onderzoek naar de invoering van een 13-weken echo is een additionele opdracht voor de prenatale screening. Vermeulen: ‘Eind november heeft VWS een beleidsreactie gegeven op het advies van de Gezondheidsraad uit 2016. Een van de onderwerpen uit deze brief is de invoering van de niet-invasieve prenatale test (NIPT) als eerste test voor prenatale screening op down-, edwards-, en patausyndroom. Daarvoor stelt het RIVM-CvB in 2019/2020 een uitvoeringstoets op. Genoeg te doen.’

 

Nieuwe vaccinprogramma’s

Ook Nynke van der Veen, afdelingshoofd bevolkingsonderzoeken naar kanker en van het Nationaal Programma Griep (NPG), signaleert toenemende activiteiten binnen haar programma’s. ‘Neem het NPG’, zegt ze. ‘De dynamiek binnen dit programma groeit onder andere omdat ook andere vaccinaties gebruik willen maken van de NPG-structuur. Denk aan de implementatie van de pneumokokkenvaccinatie die in 2019/2020 plaatsvindt. Dit vaccinatieprogramma wordt waar mogelijk gekoppeld aan het NPG.’ Ook de bestuurlijke structuur van de bevolkingsonderzoeken naar kanker wordt aangepast. Van der Veen: ‘Zo is in 2018 de bestuurlijke structuur van dit programma opnieuw geëvalueerd. Deze evaluatie heeft ongetwijfeld gevolgen voor alle betrokken partijen, waaronder het RIVM-CvB en de screeningsorganisaties. De uitdaging is om een toekomstbestendige structuur te ontwerpen voor de bevolkingsonderzoeken. En dus moeten we opnieuw bezien wie welke taken heeft binnen dit veld.’ Het beschikbaar stellen van data voor wetenschappelijk onderzoek maakt eveneens onderdeel uit van dit programma. ‘We zijn binnen het RIVM-CvB druk bezig met de bouw van een datawarehouse. De data van de bevolkingsonderzoeken zijn daar al in opgenomen. Deze data zijn nodig voor de landelijke monitoring en evaluatie maar kan ook worden gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek.’

 

Hoe meer samenhang, hoe beter

Met zoveel nieuwe (potentiële) activiteiten binnen en over de programma’s heen, is prioritering van groot belang. Vermeulen: ‘Samen met het ministerie van VWS, onze opdrachtgever, maken we keuzes. Wat heeft prioriteit? Waar moeten we als eerste de schouders onder zetten? Tegelijkertijd groeien we als organisatie door en ook dat vraagt aandacht. We investeren daarom in samenwerking tussen collega’s onderling en tussen onze organisatie en andere ketenpartners. Het is belangrijk dat partijen kennis met elkaar uitwisselen. Zodoende zorgen we voor meer samenhang tussen de verschillende programma’s. Vaak zijn het dezelfde gynaecologen, verloskundigen, huisartsen en bijvoorbeeld uitvoeringsorganisaties die betrokken zijn bij de programma’s. Door met elkaar samen te werken en kennis, contacten en ervaringen te delen, kunnen we bijvoorbeeld beter gebruikmaken van deze partijen en de programma’s hierdoor effectiever inrichten.’

 

‘We investeren daarom in samenwerking tussen collega’s onderling en tussen onze organisatie en andere ketenpartners. Het is belangrijk dat partijen kennis met elkaar uitwisselen. Zodoende zorgen we voor meer samenhang tussen de verschillende programma’s.’