Prenatale Screening Infectieziekten en Erytrocytenimmunisatie 2018

Vrouwen in Nederland krijgen aan het begin van hun zwangerschap de ‘Prenatale Screening Infectieziekten en Erytrocytenimmunisatie (PSIE)’ aangeboden. Hierbij krijgt een zwangere vrouw bloedonderzoek aangeboden in het eerste verloskundig consult. Het bloed wordt in het laboratorium gescreend op hepatitis B, syfilis, HIV, Rhesus (D)-antigeen, Rhesus (c)-antigeen en irregulaire erytrocyten antistoffen (IEA)). De screening – die bij voorkeur voor week 13 van de zwangerschap wordt uitgevoerd - is erop gericht een aantal ernstige ziektes bij ongeboren en pasgeboren kinderen te voorkomen.

2018: 50 jaar preventie van rhesusziekte door anti-D

In 2018 werd wereldwijd gevierd dat precies 50 jaar geleden anti-D immunoglobulinen werden ontdekt die rhesusziekte kunnen voorkomen. Het voorkomen van rhesusziekte, ook wel hemolytische ziekte van de foetus of pasgeborene (HZFP) genoemd, is een van de  duidelijkste successen van preventie tijdens de zwangerschap.  Deze ziekte ontstaat wanneer een Rhesus D negatieve zwangere een Rhesus D positief kind draagt en antistoffen maakt tegen het bloed van de baby. Deze antistoffen kunnen de placenta passeren en het bloed van de baby afbreken. De ontdekking dat de aanmaak van antistoffen door de moeder (‘anti-D’) tegen het bloed van haar baby kan worden voorkomen door deze antistoffen bij de moeder toe te dienen, was een medische doorbraak. 

Afname rhesusziekte in Nederland

Voor de introductie van het preventief toedienen van antistoffen tegen het rhesus D antigeen (anti-D), was rhesusziekte een van de belangrijkste oorzaken van perinatale sterfte. Nederland startte in 1969 met een Rijksprogramma waarbij de verloskundigen anti-D preventief toedienden bij RhD negatieve moeders direct na de geboorte van een RhD positief kind. Het invoeren van de screening in 1969, in combinatie met het toedienen van postnatale anti-D, leidde tot een forse afname van RhD-immunisatie: van 3,5% naar 0,6%. De hiermee verband houdende perinatale sterfte liep terug van 0,5 per 1000 levend geboren naar 0,08 per 1000 levend geborenen. Sinds 1998 krijgen RhD negatieve zwangeren ook tijdens hun zwangerschap anti-D toegediend. Uit de OPZI studie (Opsporing en Preventie van Zwangerschaps Immunisatie) is gebleken dat dit heeft geleid tot een verdere afname van RhD-immunisatie  naar iets minder dan 0,3%. 

Gezondheidswinst

De preventie (en behandeling) van HZFP heeft de afgelopen decennia grote ontwikkelingen doorgemaakt. Met behulp van vele (beleids)maatregelen en landelijke richtlijnen is HZFP, ooit de belangrijkste oorzaak van sterfte, een zeldzame ziekte geworden. Momenteel overlijden er nog nauwelijks baby’s aan. Door het preventief toedienen van anti-D worden in Nederland jaarlijks circa 65 sterfgevallen en 1000 ziektegevallen voorkomen. 

Vooruitblik 2019

In 2019 worden de resultaten bekend van diverse studies waaronder de OPZI2 studie. Hiermee zullen nog openstaande vragen over RhD immunisatie worden beantwoord.

 

Monitor Prenatale Screening Infectieziekten en Erytrocytenimmunisatie

Halverwege 2018 verscheen de procesmonitor PSIE 2016. In de monitor worden de belangrijkste resultaten beschreven van het bevolkingsonderzoek PSIE in vergelijking met voorgaande jaren. De monitor omvat de gegevens van zwangeren met een bloed-afnamedatum van het eerste bloedonderzoek voor de PSIE in het betreffende jaar.

  • De gerapporteerde dekkingsgraad is sinds 2005/6 stabiel en internationaal gezien op een zeer hoog niveau (>99%).
  • De prevalentieschattingen voor de aandoeningen waarop wordt gescreend zijn vergelijkbaar met voorgaande jaren. Een uitzondering betreft de prevalentie van syfilis. Onterechte positieve conclusies hebben tot 2016 tot een te hoge schatting geleid. Dat is nu verbeterd.
  • Het aantal zwangeren met hiv, syfilis of hepatitis B is stabiel zeer laag. Congenitale infecties, ofwel infecties waarbij een kind tijdens de zwangerschap via de moeder besmet raakt, zijn dan ook zeldzaam in Nederland. In de periode waarover gerapporteerd wordt in de monitor 2016  hebben we in Nederland geen gevallen van hiv, syfilis of hepatitis B bij pasgeborenen gezien.
  • Het eerste bloedonderzoek wordt bij 83% tijdig (voor week 13) uitgevoerd.
  • De tijdigheid van het 27e week onderzoek is verder toegenomen naar 95,2 % voor RhD negatieve zwangeren en naar 93,3% bij Rhc negatieve zwangeren.
  • Voor de tijdigheid van de toedieningen: Anti-D antenataal 65,3%, Anti-D postnataal 99,5% , HBIg (< 2 uur) 73,2%,  HBIg (<48 uur) 98,7%

In opdracht van het CvB voert TNO de jaarlijkse procesmonitor voor het PSIE programma uit (actuele versie www.rivm.nl/procesmonitor-psie). De monitoring gebeurt op basis van door het RIVM-DVP aangeleverde (geaggregeerde) gegevens.