Kartrekkers Veiligheid

Daf truck

De interventie in het kort

Bij DAF Trucks NV werken medewerkers onder meer in een productieomgeving waar (onderdelen voor) vrachtwagens gemaakt worden. De medewerkers werken in teams van ongeveer 10 tot 15 personen. In elk team neemt één medeweker, naast zijn gewone operationele taak, de taak van ‘Kartrekker Veiligheid’ op zich.  In totaal heeft DAF ongeveer 200 kartrekkers veiligheid aangewezen. De kartrekkers veiligheid zijn bereikbaar en beschikbaar als zich veiligheidsvraagstukken voordoen. Samen met hun leidinggevende of de veiligheidskundige gaan zij met deze vraagstukken aan de slag. Daarmee zijn de kartrekkers een belangrijke schakel in de communicatie over en het oplossen van praktische veiligheidszaken. Ook hebben de kartrekkers aanvullende veiligheidstaken die zij naast hun gewone werk uitvoeren. Zo lopen ze regelmatig veiligheidsrondes; organiseren ze ‘toolbox meetings’ en bespreken ze het thema veiligheid met nieuwe medewerkers in het team.

Kerngegevens
NaamKartrekkers Veiligheid
OntwikkelaarDAF Trucks NV
Gebruikt in  Eén grote onderneming (>5.000 medewerkers) die actief is in de automotive
AardStructurele aanpassing van de organisatie via teams waarbij in elk team een kartrekker veiligheid wordt aangesteld.
ToepasbaarheidDe interventie lijkt direct toepasbaar in andere organisaties met kleine teams.
Aanleiding De interventie is onderdeel van een groter programma waarbij DAF is gaan werken met teams. Tevens is de interventie onderdeel van een breder veiligheidscultuurprogramma onder de noemer 'Ik maak het verschil'.
ContactpersoonHein-Jan van Veldhoven, DAF Trucks NV

Doel en beoogde doelgroep

Het doel van de interventie is om ‘massa te creëren’. Na de invoering hebben relatief veel meer personen in het bedrijf een directe rol en extra betrokkenheid bij veiligheid. Hiermee ontstaat ook een toegankelijk en laagdrempelig communicatiekanaal om concrete veiligheidsvraagstukken te signaleren en op te pakken. Het is voor de uitvoerende medewerkers eenvoudig om even contact te zoeken met de kartrekker van het eigen team.

De doelgroepen van de interventie zijn de operationele medewerkers die het feitelijke werk uitvoeren. De kartrekkers zelf zijn een intermediaire doelgroep die direct wordt begeleid door de veiligheidskundigen.

Verwachte effecten

Aspecten in de organisatie waarop de interventie naar verwachting effect heeft zijn de ‘participatie van medewerkers en betrokkenheid bij veiligheid’, het ‘vakmanschap in de uitvoering van het werk’ en ‘open communicatie op de werkvloer’. De eerste effecten van de aanpak waren voor de organisatie merkbaar na ongeveer een half jaar tot een jaar. Het is noodzakelijk om de aanpak continu door te zetten.

Invoering en uitvoering

De kartrekkers vullen hun rol zelfstandig in. Dit doen ze samen met de teamleider en het team. De kartrekkers besteden ongeveer één mandag per maand aan hun rol. Kartrekkers die werkzaam zijn in hetzelfde fabrieksonderdeel hebben eens per vier weken overleg met de veiligheidskundige van de fabriek. Een centrale veiligheidskundige ondersteunt de kartrekkers door bijvoorbeeld informatie aan te dragen over incidenten en over ‘best practices’.  De veiligheidskundige inspanning bedraagt ongeveer één mandag per week.

Bij de invoering van de aanpak zijn verschillende bijeenkomsten en trainingen georganiseerd. De kosten om de interventie in te voeren waren beperkt. Directe kosten voor opleiding en training waren beduidend minder dan 1.000 euro per kartrekker.

Er is beperkt gebruik gemaakt van ondersteuning door een adviseur. Externe begeleiding is voor deze interventie niet noodzakelijk. Wel is er een interne projectleider nodig.  Het is essentieel dat de organisatie bereid is om op continue basis tijd vrij te maken voor veiligheid.

Inschatting effectiviteit van de interventie

De interventie wordt door de aandrager gezien als “in sterke mate” effectief en de organisatie geeft aan dat met het uitvoeren van de interventie de “doelen grotendeels zijn bereikt”. De effectiviteit van de interventie is door de aandrager niet systematisch onderzocht. Wel is opgemerkt dat in de periode dat de interventie werd ingevoerd het aantal ongevallen in het bedrijf sterk is gedaald (OSHA rate van drie naar één verzuimongeval per 200.000 gewerkte uren). Hoewel de aandrager schat dat de interventie hierbij een belangrijke rol heeft gespeeld kan deze daling niet met zekerheid aan de interventie worden toegeschreven. In dezelfde periode werden bijvoorbeeld ook andere activiteiten ontplooid in het kader van een breder veiligheids(cultuur)programma.

 

Bron foto: DAF