Interventie Ongewenst Gedrag
De interventie in het kort
De interventie bestaat uit het organiseren van bijeenkomsten voor medewerkers met als doel het bespreken van ongewenst gedrag op de werkvloer als onderdeel van een bewustwordingscampagne over pestgedrag. De focus ligt op het bespreken van wat acceptabel en onacceptabel gedrag is in een groep. Binnen dit kader is de aanpak vooral gericht op 'onbewust pestgedrag' dat door pester veelal als 'grappig' wordt bedoeld maar toch kwetsend kan zijn. De aanpak is niet gericht op doelbewust treiteren.
| Naam | Interventie Ongewenst Gedrag |
|---|---|
| Ontwikkelaar | Eurest Services |
| Gebruikt in | Eén grote onderneming actief in de zakelijke dienstverlening |
| Aard | Organiseren van sessies waar ongewenst gedrag (pesten) op de werkvloer wordt besproken |
| Toepasbaarheid | De interventie is na enige aanpassing inzetbaar in alle sectoren waar in teams wordt gewerkt |
| Aanleiding | Diverse voorvallen waar sprake was van ongewenst gedrag (pesten). Dit in combinatie met een algemeen nieuwsbericht waruit bleek dat in Nederland zo'n 25% van de medewerkers zich op het werk gepest voelt |
| Contactpersoon | Jeffrey Poort, Eurest |
Doel en beoogde doelgroep:
Het doel van de interventie is het bespreekbaar maken en terugdringen van ongewenst gedrag (pesten) op de werkvloer.
Doelgroepen van de interventie zijn de operationele medewerkers, direct leidinggevenden en een gehele afdeling of team. Hierbij richt de interventie zich specifiek op een groep medewerkers die direct met elkaar samenwerken (15-25 mensen), veelal in een afdeling of team. Veel grotere bijeenkomsten of met een groep medewerkers die niet direct met elkaar werken zouden volgens de aandrager waarschijnlijk niet effectief zijn.
Verwachte effecten
De interventie is niet gericht op een specifiek scenario of risico. Aspecten in de organisatie waarop de interventie naar verwachting van de aandrager effect heeft zijn ‘communicatie’ en ‘conflictoplossing en prioriteiten’. Bij dit laatste aspect gaat het specifiek om pestgedrag en bij het eerste om communicatieprocessen en afspraken.
Invoering en uitvoering
De bijeenkomst start met een persoonlijk verhaal van de begeleider en een introductie op het thema ongewenst gedrag. Ook wordt een filmpje getoond.
Invalshoek tijdens de bijeenkomst is: ‘we reageren niet allemaal hetzelfde op humor’. Om als groep vast te stellen wat de gewenste situatie is worden de aanwezigen gevraagd om voorbeelden aan te dragen. Dit gaat via een simpel model waarbij onder andere de volgende vragen centraal staan:
- Wat doen we dat we grappig vinden?
- Wat doen we dat we eigenlijk niet grappig vinden?
- Wanneer ging ik te ver?
Antwoorden en voorbeelden worden vastgelegd op een centrale 'A2' poster met behulp van post-its. Deze worden daarna groepsgewijs besproken. De begeleider verwerkt de input digitaal en drukt een nieuwe versie van de poster af die centraal op de afdeling wordt opgehangen. Deze poster wordt door de groep in de praktijk gebruikt als referentiekader als er twijfels zijn over de wenselijkheid van specifieke gedragingen.
De interventie kan volledig zelfstandig worden uitgevoerd en kost weinig manuren voor betrokken Veiligheidskundigen. Operationele medewerkers zijn ongeveer een uur kwijt voor de bijeenkomst met hierbij nog enige voorbereiding. Directe kosten voor de interventie (naast personeelskosten) zijn minder dan 1000 euro
Inschatting effectiviteit van de interventie
De interventie wordt door de aandrager gezien als ‘in enige mate’ effectief en de organisatie geeft aan dat met het uitvoeren van de interventie de gestelde doelen “grotendeels zijn bereikt”. De effectiviteit van de interventie is door de aandrager niet systematisch onderzocht. Wel lijkt de interventie te werken in afdelingen waar incidenten met pestgedrag zijn geweest. In deze afdelingen zijn enkele concrete veranderingen opgemerkt. In een van de afdelingen wordt bijvoorbeeld over een collega met een kleiner fysiek postuur niet meer standaard gesproken met het woord 'kleine' voor de naam. Ook wordt in de praktijk gemerkt dat collega's nog met enige regelmaat verwijzen naar de bijeenkomst.