Juni 2019 |
https://magazines.rivm.nl/2019/06/rivm-magazine
“Het RIVM staat voor een optimale gezondheid in een gezonde en veilige leefomgeving,” zegt Hans Brug. “Dat doen we met kennis voor Nederland, en handelingsperspectief voor beleid en praktijk. Zo deskundig, betrouwbaar en valide mogelijk.
Op dit moment staan we voor een uitdaging. We zijn een nationaal instituut, maar veel van onze kennis moet decentraal worden toegepast en moet dus ook goed decentraal toepasbaar zijn. Zo hebben we op de website Regiobeeld cijfers over gezondheid en leefstijl, zorg en welzijn in de regio bij elkaar gebracht. Inwoners, zorgverleners en zorgverzekeraars kunnen deze informatie gebruiken voor vragen die bij hen in de regio spelen.”
"Wij zijn er om wetenschappelijke kennis te vertalen in advies en handelingsperspectief voor beleid en praktijk"
Op gebied van leefomgeving en gezondheid; preventie, zorg en welzijn; duurzaamheid en veiligheid en klimaatbestendigheid: decentrale overheden en andere stakeholders zijn (mede) leidend.
Samenwerking met lokale en regionale overheden is niet nieuw voor het RIVM. Zo werkt het RIVM al veel en goed samen met GGD’en bij vaccinaties en infectieziekten. Steeds meer ontwikkelt het RIVM met gemeenten kennis rondom gezondheid in de leefomgeving bij ruimtelijke planprocessen. En van oudsher heeft het RIVM een belangrijke rol in de crisisbestrijding, zowel waar het milieu-incidenten betreft als bij infectieziekten. Ook met waterschappen werken we veel samen, bijvoorbeeld bij kennis over waterkwaliteit. Op diverse gebieden weten we elkaar goed te vinden.
"Samen onderzoeken welke kennis nodig is om maatschappelijke vraagstukken te lijf te gaan."
Het RIVM kan zijn multidisciplinaire, landelijke kennis nog meer dan nu gebeurt toepasbaar maken voor lokaal en regionaal niveau. Hans Brug: “Onze kennis kan bijdragen aan een integrale aanpak in omgevingsvisies en lokaal beleid. Een combinatie van gezondheid, infectieziekten en milieu zie je bijvoorbeeld bij water en groen in de stad. Dat levert veel op: inwoners vinden verkoeling, zijn gezonder en het speelt een belangrijke rol bij klimaatadaptie. Maar er is ook een risico op minder goede waterkwaliteit, als dat water niet schoon is of niet goed circuleert. Als RIVM hebben we kennis van dat hele spectrum.Ook in toekomstprojecties ligt onze kracht. Hoe ziet de zorg eruit in 2030 op lokaal of regionaal niveau?”
Om dit alles bij elkaar te brengen ziet Hans Brug veel in innovatieve samenwerkingsverbanden, ook nog dichter bij de inwoners. “Het RIVM doet onderzoek naar, met en soms misschien door burgers. Al die rollen hebben we. Citizen science is ook een vanzelfsprekend onderdeel van onze werkwijze. Mensen meenemen in hoe wetenschappelijk onderzoek plaatsvindt, bijvoorbeeld door samen met burgers de luchtkwaliteit te meten.”
“De samenwerking met de mede-overheden zie ik echt als een relatie. Leren hoe we relevante kennis delen met de juiste doelgroepen. Samen onderzoeken welke kennis nodig is om maatschappelijke vraagstukken te lijf te gaan. We hebben elkaar nodig.”
Regionale en lokale overheden staan vaak dicht bij de mensen, zij weten precies wat er in een bepaalde wijk of plaats speelt. Hoe ziet Hans Brug dit aspect in de samenwerking met het RIVM? “Wij zijn er juist om wetenschappelijke kennis te vertalen in advies en handelingsperspectief voor beleid en praktijk. Een voorbeeld daarvan is het Kennisplatform veehouderij en humane gezondheid, waar het RIVM deel van uitmaakt. Rond veehouderijen ontstaan vaak discussies over gezondheidseffecten, waarbij allerlei onderzoek wordt aangehaald. Het Kennisplatform geeft dan inzicht in de betrouwbaarheid én de praktische betekenis van die kennis.
We zijn betrouwbare adviseurs voor overheden en burgers. We gebruiken de onderzoeksmethoden die daar voor nodig zijn. Harde cijfers, epidemiologie en bioinformatica, maar ook op locatie praten met betrokkenen om te leren waar behoefte aan is. Kwantitatief en kwalitatief. We hebben het beide nodig, zeker ook voor decentraal relevante kennis en advies. Het RIVM staat midden in de samenleving.”
Lees meer in het magazine RIVM Dichtbij
Hoe verbind je als gemeente of GGD preventie en zorg? Welke interventies werken op gezondheidsgebied in jouw gemeente? En een integrale aanpak gericht op gezondheid en welzijn, hoe krijg je dat succesvol voor elkaar? Allemaal vragen waarover het RIVM op maat kan adviseren. “In de lokale context kunnen we echt samen optrekken.”
GGD Gelderland Zuid en GGD Rivierenland startten in september 2018 met het ZonMw-project ‘Samen leren voor gezond gewicht’.
Hiske Blom, projectleider Gezond Gewicht Rivierenland: “Wij begonnen met de vraag: wat zijn onze dromen voor de inwoners in de wijken? Een droom die we hadden bij ‘gezond gewicht’ gaat over kinderen die buiten spelen. Hoe kun je dat stimuleren? Zijn er erkende interventies die daarbij passen?”
Erkende leefstijlinterventies zijn maatregelen die zich in de praktijk hebben bewezen. Onafhankelijke experts uit wetenschap en praktijk stelden van deze interventies de kwaliteit, effectiviteit en uitvoerbaarheid vast.
"Het RIVM weet ook wat er in de gemeente Amsterdam of ergens in Zeeland speelt"
De GGD kon hier wel wat hulp bij gebruiken. RIVM’ers Karlijn Leenaars en Djoeke van Dale kwamen langs om een workshop over erkende interventies te geven. “De workshop was ook letterlijk een werksessie”, zegt Hiske Blom. “We zochten alles meteen op. Het verliep echt in co-creatie. Djoeke en Karlijn konden veel aanvullende informatie geven, waardoor we er meer gevoel bij kregen. Ze hadden ook al goed op maat gekeken waar wij iets aan konden hebben.”
Deze workshop was ter ondersteuning van het ZonMw-project, maar sluit ook aan bij het traject ‘Advies op maat’, dat het RIVM sinds 2018 aanbiedt. Hierin werkt het RIVM samen met gemeenten, GGD’en en landelijke partners. Projectleider Ilse Storm: “Voor ons is leidend: welke vragen spelen bij een gemeente of GGD? En welke kennis kunnen wij daarover aanbieden? Veel kennis is verzameld op Loketgezondleven.nl, maar niet alle gemeenten weten de weg naar dit product. En dan nog, per gemeente spelen vaak specifieke zaken waarbij we ze op weg kunnen helpen. We willen onze kennis graag delen. Online, maar zeker ook in persoon.” Voor RIVM’ers is het ook leerzaam om dit zo te doen. De directe feedback van lokale collega’s zorgt voor kennis en producten die nog beter aansluiten op de lokale vraagstukken.
Het persoonlijk contact heeft nog meer voordelen. Hiske Blom: “Wij waren wat bezorgd: zijn we misschien jaren met het invoeren van interventies bezig? En moeten we de gemeente straks een hoge rekening presenteren, omdat de interventies zo duur zijn? Door de workshop is die angst wel verminderd. Vaak blijkt het niet zo star te zijn als het lijkt. Je kunt bijvoorbeeld met de interventie-eigenaar overleggen of bepaalde onderdelen flexibeler ingezet kunnen worden.”
Ook GGD Noord- en Oost-Gelderland maakte gebruik van een advies op maat. Met de gemeenten Harderwijk, Ermelo en Zeewolde gingen ze aan de slag om meer inzicht in het sociaal domein te krijgen. Judith Heinrich, onderzoeker Publieke Gezondheid: “Net als andere gemeenten hebben we hier te maken met mantelzorg, eenzaamheid en bijvoorbeeld wmo-voorzieningen. Beleidsprofessionals hebben handvatten nodig om hierop te kunnen sturen. We wilden deze sociale kwesties breder aanpakken met hulp van het RIVM.”
Ilse Storm kwam langs in Harderwijk tijdens de netwerkdag georganiseerd door Meerinzicht. Zij gaf tips en tools om cijfers over gezondheid en sociaal domein handig te benutten. Zowel mensen uit de praktijk als onderzoekers namen deel aan de bijeenkomst.
"We willen onze kennis graag delen, online én in persoon"
Judith Heinrich vindt het waardevol dat het RIVM het landelijke beeld kent en actief in kan brengen. “Het RIVM weet ook wat er in de gemeente Amsterdam of ergens in Zeeland speelt. Wij kijken natuurlijk heel lokaal. De helicopterview van het RIVM samenbrengen met lokale kennis en expertise is uiterst waardevol.”
Zowel Judith Heinrich als Hiske Blom zien toegevoegde waarde in de samenwerking op deze manier.
Hiske Blom: “Het is geen makkelijke opgave om samen met inwoners en lokale professionals een erkende interventie te kiezen en te implementeren die past binnen de wensen en (financiële) mogelijkheden van de wijk en gemeente. Fijn dat het RIVM ons daarbij helpt.”
“De samenwerking met de RIVM’ers verloopt heel prettig”, zegt Judith Heinrich. “Op persoonlijk niveau werken is veel leuker. Het kost wat meer regelwerk, maar het levert veel op. In de lokale context kunnen we echt samen optrekken en elkaar versterken.”
Ook geïnteresseerd in een Advies op maat-traject?
Neem contact op met Ilse Storm via gezondleven@rivm.nl
Voor meer informatie, ga naar Loketgezondleven.nl
Tekst: Mirjam Kroeze
Zodra er in een stad gebouwd wordt, verdwijnen groen en water al snel naar de achtergrond. “Vaak stelt de gemeente een programma van eisen op voor de projectontwikkelaar met groene daken en bomen, waardoor woningen iets duurder worden”, zo schetst RIVM-onderzoeker Ton de Nijs. “Als vervolgens wordt onderhandeld met de projectontwikkelaar verdwijnt groen als eerste uit het plan omdat men niet goed weet wat de waarde is van groen in de stad.”
Groen is verkoelend en is goed voor de waterberging
De baten van groen zitten enerzijds in gezondere stadsbewoners, omdat groen een verkoelend effect heeft in hete zomers (door schaduw en verdamping van water), voor een betere omgevingskwaliteit zorgt en mensen aanzet tot wandelen en fietsen. Dat is goed voor hun gezondheid waardoor ze minder vaak naar de dokter gaan en minder vaak ziek zijn op hun werk. Die baten zijn te kwantificeren: elke vierkante meter stedelijk groen levert gemiddeld een gezondheidswinst van twee tot vijf euro per jaar op. Daarnaast is groen goed voor waterberging, waardoor de kosten voor riolering en afvalwaterzuivering dalen.
Om de opbrengsten van groen zichtbaar te maken ontwikkelt het RIVM een GroeneBatenPlanner, waarmee een gemeente groen en bebouwing in een plangebied kan invoeren en vervolgens ziet welke baten deze combinatie oplevert voor gezondheid en klimaat.
Dat is des te relevanter omdat de woningbouwopgave extreem hoog is en steden de open plekken volbouwen. “Als ze dat niet klimaatadaptief doen, creëren ze problemen wat betreft water en hittestress”, waarschuwt De Nijs. Hij pleit ervoor via de Omgevingswet te gaan regelen dat er meer rekening wordt gehouden met toenemende hitte en wateroverlast in de stad, bijvoorbeeld met groene daken of afkoppelen van hemelwaterafvoer.
Niet klimaatadaptief bouwen betekent problemen wat betreft water en hittestress
Klimaatadaptief bouwen betekent niet alleen meer groen, maar ook meer water. Daarom leggen gemeenten grachten, wadi's en vijvers aan om steeds hevigere regenbuien op te vangen en verschijnen er steeds meer waterstroompjes, waterspeelplaatsen en spuitertjes op de promenade. Die waterstructuur zorgt voor opvang van overtollig water en verkoeling in een oververhitte stad. Let daarbij wel op de waterkwaliteit, die kan gezondheidsrisico's veroorzaken, waarschuwt RIVM-onderzoeker Ciska Schets.
Ciska Schets onderzoekt microbiologische risico's van stedelijk water. “In feite is het gewoon oppervlaktewater waar sommige micro-organismen in kunnen groeien”, legt ze uit. Soms kan stedelijk water besmet raken met rioolwater uit een overstort. “Bij een hevige regenbui overstroomt het riool als het ware en belandt het overschot in vijvers of grachten.” Ook kunnen uitwerpselen van vogels in het water belanden. Als oververhitte stadsbewoners de verkoelende nevel van een fontein opzoeken of in een gracht springen, kunnen ze daar ziek van worden. “Als het water verontreinigd is met feces kun je maagdarmklachten krijgen. Van andere bacteriën kun je huidklachten krijgen.”
Ook een onschuldig ogende waterspeelplaats kan risico's veroorzaken. Soms wordt het water gerecirculeerd en daarbij onvoldoende gezuiverd. Schets: “Dat heb je met die spuitertjes ook wel eens. Daar rennen kinderen door het water heen en dat water wordt hergebruikt uit een reservoir.”
"Stedelijk water is vaak gewoon oppervlaktewater waar sommige micro-organismen in kunnen groeien"
De oplossing ligt deels in fysieke maatregelen en deels in communicatie. Zo doen gemeenten er verstandig aan vooral de overstorten te saneren op water waar inwoners regelmatig in zwemmen. Tegelijkertijd is het onmogelijk alle overstorten te saneren. Dan is het zaak inwoners erop te wijzen welk water ongeschikt is om te zwemmen. Bij waterspeelplaatsen wordt, zo vertelt Schets, nogal eens een helofytenfilter toegepast dat onvoldoende zuivert. Hoe doe je het dan wél goed? “Zorg er in ieder geval voor dat het water in beweging blijft, dat je geen dode hoeken met stilstaand water hebt en dat je de waterspeelplaats vult met schoon water.”
In De Waterkwaliteitscheck voor nieuwe en bestaande stedelijke concepten brengt het RIVM de risico's in kaart van allerlei vormen van stadswater. Voorjaar 2021 wil het RIVM een tool ontwikkeld hebben waarmee gemeenten eenvoudig hun waterontwerpen kunnen doorlichten om risico's te achterhalen en aan te pakken.
Lees meer over de Waterkwaliteitscheck
Algemene informatie over water
Tekst: Harry Perrée
Neem geitenhouderijen. “Rond geitenhouderijen komen meer longontstekingen voor, maar we weten niet hoe dat werkt”, legt RIVM’er Joost van der Ree uit. “Veel provincies hebben gezegd: we willen niet meer geiten erbij. Dat levert voor gemeenten problemen op, want soms liepen er vergunningsprocedures waarin uitbreiding van het aantal geiten was toegestaan. Inwoners worden dan kwaad. In die situatie gaan mensen allerlei dingen roepen en willen bestuurders goedgeïnformeerde besluiten nemen. We proberen ze te helpen door onder andere professionals van GGD'en en omgevingsdiensten van die informatie te voorzien.”
'We', dat zijn zeven partijen uit wetenschap, overheid en bedrijfsleven die samenwerken in het Kennisplatform veehouderij en humane gezondheid, waarbij planoloog Van der Ree optreedt als algemeen secretaris. Het doel is een gezamenlijke boodschap over de stand van de wetenschap te geven. “Kennis wordt door verschillende mensen soms verschillend geïnterpreteerd. Dat kan ook wel, maar dan gaat het erom waarom die verschillen bestaan. Wij leggen uit waarom je op basis van dezelfde gegevens tot verschillende conclusies kunt komen.”"Het is efficiënter om via het Kennisplatform de kennis bij elkaar te brengen dan dat elke omgevingsdienst en elke GGD dat apart doet"
Dat doet het kennisplatform naar aanleiding van onder andere individuele vragen. De antwoorden maakt het platform vervolgens beschikbaar in kennisberichten of een Q&A-rubriek die iedereen kan raadplegen. Van der Ree: “Wij hoeven maar één keer het antwoord te geven. Het is efficiënter om op deze manier de kennis bij elkaar te brengen dan dat elke omgevingsdienst en elke GGD dat apart doet.”
Het zogenaamde geitenmoratorium - een stop op nieuwe geitenstallen - leidde bijvoorbeeld tot veel vragen, die het kennisplatform in Q&A beantwoordde. Die antwoorden waren voor de gemeente Bergeijk aanleiding voor een nieuwe vraag: kun je rondom een geitenhouderij nog woningen erbij bouwen? En scholen, of een kinderdagverblijf? Van der Ree: “Bergeijk en de omgevingsdienst hebben het kennisplatform informatie gevraagd om te kunnen afwegen wat wel en niet kan, zolang nog niet duidelijk is wat de bron van het probleem is: de geit, de stal of de mestopslag.”
"Het gaat om de vertaling van wetenschappelijke resultaten naar de praktijk"
Ook de opeenvolgende onderzoeksrapporten Veehouderij en gezondheid omwonenden (VGO) zorgen elke keer voor veel vragen, vertelt Van der Ree, bijvoorbeeld over het gevonden verband tussen geitenhouderijen en longontsteking. Dat nieuwe kennis leidt tot meer vragen vindt wetenschapper Van der Ree niet zo vreemd. Waar onderzoekers de kennis proberen te vergroten en te wijzen op onzekerheden in die kennis, zijn beleidsmakers en professionals in het veld vaak op zoek naar concrete oplossingen. Het kennisplatform, zo legt hij uit, slaat een brug tussen die twee werelden.
Dat gebeurt onder andere in een jaarlijks symposium. “De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) hecht daar veel waarde aan en zegt: dat is de snelste manier om kennis te laten stromen. Omdat we geen belang hebben bij de besluitvorming, kunnen mensen op een vrijere manier met elkaar in gesprek gaan.” Waar overheidsambtenaren en professionals uit de diersector normaal hun afzonderlijke bijeenkomsten hebben, treffen ze elkaar hier. Dat helpt om een gezamenlijke visie op de aanpak van problemen te ontwikkelen.
Dat vindt ook wethouder Aart de Kruijf van de gemeente Barneveld, die in de VNG-commissie ruimte, wonen en mobiliteit zit. “In het landelijk gebied zijn behoorlijke discussies over de leefkwaliteit. Dan is het van belang dat je wetenschappelijk vaststelt: wat is er nu écht aan de hand, wat kun je eraan doen en hoe doe je dat?”, zo duidt hij de functie die het kennisplatform in zijn ogen heeft. “Het gaat om de vertaling van wetenschappelijke resultaten naar wat je er mee doet in de praktijk. Die vertaling moet in gemeenteland zijn beslag krijgen. Het gaat in de veehouderij om heel specialistische regelgeving, vaak in de ruimtelijke ordening. Het is belangrijk die kennis te delen. Wat we moeten voorkomen is dat de wetenschap losgezongen raakt van de praktische toepassingen in het veld.” Die twee aan elkaar koppelen is precies het doel van het kennisplatform, besluit Van der Ree.
Meer informatie: website Kennisplatform veehouderij en humane gezondheid
Tekst: Harry Perrée
Op zoek naar actuele en betrouwbare informatie over milieu en gezondheid, bijvoorbeeld om beleid te onderbouwen? Benieuwd naar het zorggebruik in uw gemeente? Het RIVM heeft veel kaarten en cijfers beschikbaar op gemeente- of wijkniveau. Hieronder staan een aantal handige websites op een rij.
Betrouwbare informatie over ziekten, gezondheid, zorg en kosten. Gemaakt door experts van binnen en buiten het RIVM. Volksgezondheidenzorg.info biedt onafhankelijke en wetenschappelijk onderbouwde informatie over de volksgezondheid en zorg.
Ga naar Volksgezondheidenzorginfo
Vragen over de leefomgeving in uw gemeente? Deze Atlas wijst de weg naar actuele en verantwoorde informatie over milieu en gezondheid. We bieden veel kaarten aan, vaak tot op buurtniveau. Te zien is bijvoorbeeld hoe het staat met bodemkwaliteit, luchtkwaliteit of geluid-hinder. Voor professionals bespaart de Atlas werk en ondersteunt het onderlinge afstemming.
Ga naar de Atlas Leefomgeving
Regiobeeld.nl geeft inzicht in de stand van zaken en toekomstige ontwikkelingen over gezondheid, zorg en welzijn in de regio. Hier vindt u cijfers en visualisaties over zorggebruik, zorgaanbod, gezondheid & leefstijl, bevolkingsontwikkeling, sociale en fysieke omgeving.
Ga naar Regiobeeld
Lees ook het artikel over Regiobeeld
Deze website biedt professionals en beleidsmakers kennis, tips en praktische handvaten bij hun werk aan de gezonde leefstijl van iedereen.
Nieuw: Wat werkt-dossier gecombineerde leefstijlinterventie voor de behandeling van overgewicht.
Lees ook het artikel over Advies op maat
Ga naar Loketgezondleven
Op Tekenradar.nl vindt u onder meer cijfers over teken en de ziekte van Lyme per gemeente. Op deze website gaan voorlichting over tekenbeten en de ziekte van Lyme hand in hand met citizen science based onderzoek. Het RIVM en Wageningen University werken hierin samen.
Ga naar Tekenradar
“Geef de burger de kennis en tools om zelf keuzes te maken.” Janneke Elberse is onderzoeker citizen science bij het RIVM. Zij is betrokken bij diverse citizen science-projecten.
Socioloog Esther de Weger startte twee jaar geleden met haar promotie-onderzoek naar inwonerparticipatie, in zes regio’s. Zij werkt bij het RIVM en is AIO bij Tranzo van de Universiteit Tilburg.
Janneke Elberse: “Citizen science of burgerwetenschap is een bepaalde vorm van inwonerparticipatie. Citizen science is wetenschappelijk onderzoek waarbij burgers meedenken over de onderzoeksvraag, actief gegevens verzamelen, zelf analyses uitvoeren of bedenken wat er met de conclusies kan gebeuren. Met citizen science moet je als wetenschapper echt in de leefomgeving van mensen werken.”
"Het RIVM zet voor- en nadelen op een rij"
Een voorbeeld daarvan is het project Boeren en buren. In dit project gaan boeren en burgers in Venray een jaar lang de luchtkwaliteit meten. Tijdens de meetperiode voeren de deelnemers metingen uit op en rondom veehouderijen, bij omwonenden en eventueel ook in de openbare ruimte. Ze krijgen daarbij hulp van de gemeente Venray, de provincie Limburg en het RIVM.
Esther de Weger: “Inwonerparticipatie betekent dat je inwoners actief betrekt en ondersteunt bij de planning, besluitvorming, bestuur, uitvoering en evaluatie van beleid. Ook initiatieven van de burgers zelf vallen hieronder.In mijn onderzoek naar inwonerparticipatie gaat het vooral om verbetering van de gezondheid en leefbaarheid van wijken. Ik zie veel inwoner-initiatieven die te maken hebben met eenzaamheid, ouderenzorg en sociale cohesie van kernen.”
Janneke Elberse: “Ik zal een voorbeeld geven. Veel gras in een wijk is goed: het neemt water op, het geeft ontspanning voor de inwoners. Maar we weten ook dat er veel teken kunnen zitten in gras, dat is dan weer een nadeel. De kracht van het RIVM is integraal en multidisciplinair werken. We zetten voor- en nadelen op een rij. We kunnen generieke, landelijke kennis doorvertalen in kennis en tools voor inwoners om hun eigen afwegingen en keuzes te maken.
Verder heeft schermen met gemiddelden totaal geen zin bij citizen science. Mensen hebben geen last van een gemiddelde, maar van een pieptoon die ze nu horen.
Door met inwoners samen te werken krijgen we betere data en kunnen we antwoord geven op lokale vragen.”
"Om iets goeds te kunnen doen, moet je samenwerken"
Esther de Weger: “Je kunt niet om inwonerparticipatie heen. Het is een gegeven dat burgers steeds meer meedoen in bestuur en onderzoek. Hierbij kijken inwoners vaak met een integrale blik naar een bepaald thema. Gemeenten of andere organisaties kunnen dat niet altijd bijbenen: ‘dat is niet ons domein’ krijgen inwoners vaak te horen. Dus we kunnen ook in dat opzicht veel van inwoners leren.”
Een burger uit het onderzoek van De Weger vat het zo samen: “Waar we echt van los moeten komen, is dat we inwonerparticipatie neerzetten als een afgeleide van de overheid. Het is vooral een beweging uit de samenleving zelf.”
Janneke Elberse: “Citizen science leidt tot betere wetenschap. Als wetenschapper weet je niet alles, en al helemaal niet van een lokale situatie. Om iets goeds te kunnen doen moet je samenwerken.”
Lees ook de RIVM-special over citizen science
Meer over het citizen science-project Boeren en buren
Meer over het citizen science-project Samen meten aan luchtkwaliteit
Tekst: Mirjam Kroeze
Soms kan er een stof in de directe omgeving zitten waar mensen zich zorgen over maken. Het RIVM kan dan uitzoeken wat dat betekent en of er een risico is voor de gezondheid. Met deze informatie kan het bevoegd gezag keuzes maken en crisis of onrust bezweren, maatregelen nemen en beleid maken. Een voorbeeld van zo’n onderzoek waren vragen van omwonenden over gezondheidseffecten van de stof PFOA in Dordrecht.
De chemische stof PFOA werd lange tijd gebruikt om oppervlakten van producten te beschermen, zoals in anti-aanbak-lagen. Omwonenden van de fabriek Dupont/Chemours in Dordrecht maakten zich zorgen of de blootstelling aan de stof via de lucht een risico vormde voor de gezondheid. Om te weten of de stof inderdaad in het lichaam terechtkwam, zijn eerst bloedwaarden geschat met een computermodel. Daarna zijn de waarden van omwonenden gemeten en zijn de uitkomsten vergeleken met zowel de geschatte waarden als de gezondheidskundige grenswaarde.
Rik Janssen, gedeputeerde bij de provincie Zuid-Holland, was bij het onderzoek betrokken. “We hebben het RIVM als onafhankelijk kennisinstituut gevraagd om ons bij dit vraagstuk te helpen. We wilden een onafhankelijk, betrouwbaar wetenschappelijk onderzoek. Bij onrust is het immers belangrijk om de feiten te scheiden van de fictie en de emotie. Wat is er aan de hand, welke verhalen circuleren er die niet kloppen en welke emoties roept de situatie op? Op basis van de feiten kun je zien wat de fictie is. Ook kunnen ze helpen om uit de emotie te komen.”
Ric van Poll van het RIVM coördineerde dit onderzoek. Het RIVM zette het onderzoek op, en de GGD voerde het onderzoek uit. “De GGD nam de bloedmonsters af en regelden de logistiek eromheen. Zij konden dat goed doen omdat zij inhoudelijk op de hoogte zijn en de praktische kennis van de situatie hebben.”
"Inwoners willen een helder, duidelijk verhaal"
De analyse van de monsters is uitbesteed aan een laboratorium dat daarvoor bevoegd was, vervolgt Van Poll. Het RIVM heeft deze gegevens geanalyseerd en gerapporteerd. Ook kwam er een klankbordgroep. Naast inwoners zaten hierin mensen van het rijk, de provincies, de gemeenten Dordrecht, Papendrecht en Sliedrecht, maar ook van de GGD en de fabriek. Van Poll: “Op die manier waren alle belanghebbenden betrokken. We zijn verschillende keren bij elkaar gekomen om de resultaten te bespreken. Ook zijn inwonersavonden georganiseerd en zijn bestuurders actief geïnformeerd over het onderzoek. We werkten allemaal constructief samen. Iedereen had een bepaald gevoel van urgentie.”
Het duurde wel even voordat de resultaten er waren. Janssen: “Als bestuurder wil je inwoners zo snel mogelijk duidelijkheid geven en ben je ongeduldig. Het onderzoek kan niet zo snel afgerond zijn als je wilt, want wetenschappelijk onderzoek kost tijd.” Hij vond het dan ook belangrijk om informatie over de stappen in het onderzoek te krijgen. Projectleider Van Poll beaamt dit laatste: “In het begin kun je alleen maar procesantwoorden geven, hoe vervelend dat ook is. Het is wel heel belangrijk om mensen die informatie te geven en ze zo bij het proces te betrekken.”
Janssen en Van Poll zijn over en weer tevreden over de soepele en prettige samenwerking. Van Poll: “We kregen alleen het commentaar dat de eerste versie van het rapport te ingewikkeld was. We hebben toen een aantal dingen uitgelegd en anders verwoord. Daar werd het alleen maar beter van.” Janssen: “Inwoners willen een helder, duidelijk verhaal. Om de zorgen weg te nemen moeten wetenschappers de vertaalslag maken naar de belevingswereld van de mensen. In ieder geval in de hoofdboodschap. Dan nemen we de nuanceringen in de voetnoten wel voor lief. We zijn daar uiteindelijk in geslaagd.”
De gedeputeerde hoopt dat de mensen met het onderzoek geholpen zijn. “Mensen voelen zich serieus genomen door het onderzoek. Ze voelen zich gehoord. Er is moeite voor ze gedaan. Je kunt als bestuurder niet alle onrust wegnemen, maar je moet het wel blijven proberen.”
Het RIVM heeft regionaal meerdere onderzoeken gedaan naar PFOA rondom Dupont/Chemours.
Kijk voor conclusies en achtergronden op
Tekst: Julika Vermolen
Cijfers en visualisaties over gezondheid, zorg en welzijn in de regio. Sinds mei vindt u deze informatie bij elkaar op de website Regiobeeld.nl. Bruikbaar naar eigen inzicht voor onder meer inwoners, zorgverleners en zorgverzekeraars die samenwerken in regionaal verband.
Linda Grievink van het RIVM is projectleider van de website Regiobeeld.nl, die sinds mei beschikbaar is. De website bundelt cijfers en visualisaties over zorgvraag, zorgaanbod, gezondheid en leefstijl, bevolkingsontwikkeling, sociale en fysieke omgeving. Iedereen die interesse heeft in data op regionaal niveau op het gebied van volksgezondheid en zorg kan terecht op de site. “Het RIVM is sterk in data bij elkaar brengen, vaak als open data. Dat hebben we hier gedaan.”
De data zijn goed te gebruiken door mensen in regionale samenwerkingsverbanden. Daarin zitten inwoners, zorgverleners en zorgverzekeraars. “De opzet is dat ze samen aan tafel zitten om bijvoorbeeld te vergelijken: wat is het huidige zorgaanbod? En wat is de zorgvraag straks in 2030? Ze kunnen dan zelf constateren of er een probleem is en daar in de regio oplossingen voor bedenken.”
“De kracht van het RIVM ligt ook bij toekomstprojecties,” vervolgt Linda Grievink. “Niet voor niets brengen we al jaren de Volksgezondheid Toekomst Verkenning uit. Op die expertise borduren we voort in dit product. Dat is een belangrijke meerwaarde van Regiobeeld. De huidige én toekomstige situatie is te zien en te vergelijken, ook met andere regio’s.”
De rol van het RIVM in Regiobeeld gaat nog verder. “Het RIVM heeft ook een makelaarsfunctie. Er komen veel specifieke vragen binnen via deze website. We brengen regelmatig mensen en organisaties bij elkaar. Ook dat is onze rol bij Regiobeeld, omdat we vanuit een brede expertise en netwerk de juiste verbanden kunnen leggen.”
"We borduren voort op onze expertise in de Volksgezondheid Toekomst Verkenningen"
Regiobeeld is onderdeel van het VWS-programma De Juiste Zorg op de Juiste Plek. Hierin staat het dagelijks functioneren van mensen centraal. Van daaruit wordt gezocht naar manieren om zorg te verplaatsen (dichterbij mensen thuis), (duurdere) zorg te voorkomen en zorg te vervangen door bijvoorbeeld eHealth.
Via regiobijeenkomsten wil VWS de beweging verbreden en versterken. Diverse bijeenkomsten vonden de afgelopen tijd plaats. Het RIVM verzorgde daar workshops over Regiobeeld. Linda Grievink: “We hebben veel opgehaald tijdens de bijeenkomsten. Reacties op de look and feel van de website, maar ook wensen voor indicatoren die we nog kunnen toevoegen.”
Zowel van regionale partners als van VWS kwamen positieve reacties op Regiobeeld.
Er zijn nog plannen voor uitbreiding van de informatie op de website. Linda Grievink: “Zo kunnen we nog meer gegevens over de fysieke omgeving toevoegen, vanuit de Atlas Leefomgeving die het RIVM met samenwerkingspartners maakt. Ook zouden we graag meer gegevens uit het sociaal domein willen toevoegen.”
Ook belangrijk is dat data statistisch nog beter ontsloten kunnen worden, via RIVM Statline. Dat heeft als voordeel dat gemeenten of regio’s hun eigen combinaties kunnen maken. Vergelijkingen tussen meerdere gemeenten, of de gegevens gebruiken als basis voor een app, het is dan allemaal mogelijk. De planning is om dat na de zomer rond te hebben.
De ambities reiken nog verder. “Regiobeeld richt zich nu nog vooral op gemeenteniveau,” zegt Linda Grievink. “Nog veel waardevoller is om voor grote gemeenten de informatie op wijkniveau beschikbaar te stellen, vooral ook als toekomstprojecties. Dat is zeker iets wat het RIVM zal verkennen. We willen ons daar de komende tijd op richten.”
De website Regiobeeld is een prototype. Dit betekent dat de website nog niet af is, en de komende tijd doorontwikkeld zal worden.
Denk en verbeter mee! Stuur reacties op Regiobeeld naar info@regiobeeld.nl.
Tekst: Mirjam Kroeze