Kinkhoest komt veel voor in Nederland, bij kinderen en volwassenen. Pasgeborenen die (nog) niet volledig gevaccineerd zijn lopen een hoog risico op een ernstig verloop van kinkhoest (2).In de regio van GGD Gelderland Midden liggen een aantal gemeenten die onderdeel zijn van het gebied van de Bible Belt. De vaccinatiegraad in die gemeenten is erg laag (<70%), waardoor de kans op uitbraken van bepaalde infectieziekten voortdurend aanwezig is.De Gezondheidsraad) adviseerde in 2016 een kinkhoestvaccinatie aan te bieden aan zwangere vrouwen. Hierdoor zijn hun baby’s in de eerste levensmaanden beschermd tegen kinkhoest. Daarnaast adviseerde de GR om de kinkhoestvaccinatie ook aan te bieden aan mensen die in hun werk direct contact hebben met baby’s tot 6 maanden. De GR sprak hierbij over een morele verantwoordelijkheid van werknemers naar onvolledig gevaccineerde kinderen. Werkgevers zijn juridisch verantwoordelijk voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden van werknemers en voor de bescherming van kwetsbare ‘derden’. De eisen die daarbij gesteld worden - waaronder het beschikbaar maken van vaccinaties - staan in de Arbeidsomstandighedenwet (3).
In juli 2017 besloot de GGD Gelderland-Midden om, in overleg met de bedrijfsarts, haar medewerkers die werken met kinderen van 0-4 jaar een kinkhoestvaccinatie aan te bieden. Het team dat belast werd met de uitvoering bestond uit collega’s van de afdelingen JGZ, Infectieziektebestrijding, P&O, Communicatie en Facilitaire Zaken.
Eerst werd bepaald welke collega’s in aanmerking zouden komen voor vaccinatie. Degenen die recent (< 1 jaar) een bewezen kinkhoestinfectie hadden doorgemaakt of kortgeleden (< 4 jaar geleden) gevaccineerd waren, werden als beschermd beschouwd.
In het interne GGD-magazine verscheen een artikel met de aankondiging van de groepsvaccinatie die gepland was op 1 van de maandelijkse JGZ-beleidsdagen. Daarnaast werden alle JGZ- collega’s persoonlijk aangeschreven. De vaccinaties werden ook gegeven door JGZ-collega’s die zich daarvoor hadden opgegeven. Het vaccin dat werd gebruikt was een combinatie DKTP-vaccin (Boosterix-polio®).
Collega’s die niet aanwezig waren op de beleidsdag konden zich laten vaccineren op het reizigersspreekuur van de GGD. Voor zwangere collega’s werden aparte afspraken gemaakt voor een maternale kinkhoestvaccinatie op 28-32 weken.
In totaal zijn 156 van de 168 collega’s die in aanmerking kwamen, gevaccineerd. Hiervan werden 132 gevaccineerd op de beleidsdag en 24 op 1 van de reizigersspreekuren. Slechts 12 (7%) collega’s waren 6 maanden na de start van dit project nog niet gevaccineerd. De uiteindelijke vaccinatiegraad was 93% (tabel 1).
Tabel 1. Aantal medewerkers benaderd voor vaccinatie
aantal | % | aantal | % | ||
uitgenodigd voor vaccinatie | 168 | 100 | |||
gevaccineerd | 156 | 93 | niet gevaccineerd | 12 | 7 |
beleidsdag | uitstel (zwanger 2x, eerder kinkhosest 2x,recent gevaccineerd | 5 | |||
reizigersspreekuur | zonder opgaaf reden | 7 |
Werkgevers kunnen voor de uitvoering van hun vaccinatiebeleid de arbodienst of bedrijfsarts inschakelen. (5) Bij de uitvoering van onze groepsvaccinatie waren beide partijen betrokken: GGD Gelderland-Midden heeft een contract met een individuele bedrijfsarts en in het team was de Arbo-dienst vertegenwoordigd door de GGD-afdelingen P&O en Facilitaire Zaken.
Iedere JGZ-collega werd schriftelijke uitgenodigd voor de vaccinatie. Hun vragen konden zij voorleggen aan de arts infectieziektebestrijding van de GGD of aan hun eigen huisarts. Ook konden zij desgewenst een afspraak maken voor een vaccinatie buiten de groepsvaccinatie om.
Wij hebben uit oogpunt van efficiency gekozen voor de groepsvaccinatie op een beleidsdag waarbij de JGZ-collega’s elkaar zouden vaccineren. Het is mogelijk dat hierdoor sprake is geweest van een bepaalde groepsdruk waardoor iemand zich gedwongen zou kunnen voelen of onvrij. Het is niet bekend of er medewerkers zijn geweest die zich hierdoor niet hebben laten vaccineren. Niettemin, om dit te voorkomen, hadden we de vaccinatie kunnen laten uitvoeren door collega’s van andere afdelingen van de GGD en/of alleen op afspraak.
In de tweede helft van 2019 wordt de maternale kinkhoestvaccinatie nationaal ingevoerd. Daardoor zullen naar verwachting meer jonge kinderen tegen kinkhoest beschermd zijn. In dat geval kan het nodig zijn het advies voor vaccinatie van werknemers tegen kinkhoest opnieuw te beoordelen (1).Wat droeg bij aan de hoge vaccinatiegraad?Het succes van deze groepsvaccinatie kan door een aantal zaken worden verklaard.• We hebben deze vaccinatie als een ‘vanzelfsprekendheid’ gepresenteerd, waarbij iemand natuurlijk de vrijheid had om zich niet te laten vaccineren (‘opt-out‘ strategie). Dit is tegengesteld aan de ‘opt-in’ strategie waarbij je mensen uitnodigt op basis van vrijwilligheid om ergens aan deel te nemen zoals vaak bij de influenzavaccinatie voor zorgverleners het geval is. De communicatie vanuit het managementteam was in de eerste plaats gericht op de bescherming van pasgeboren baby’s. De medewerkers werden aangesproken op hun gezamenlijke verantwoordelijkheid hierbij (als risicovormer). Het persoonlijk belang van de medewerkers (als risicoloper) werd erkend, maar niet als reden voor deze groepsvaccinatie genoemd.
Vanaf het begin is het appél op professionele verantwoordelijkheid door medewerkers goed ontvangen. Medewerkers die aanvankelijk nog twijfelden zijn hierdoor mogelijk positief beïnvloed.
Belang van pasgeborenen staat bij ons voorop
Wellicht dat zorginstellingen onze opzet ook kunnen gebruiken bij het vaccineren tegen influenza van hun medewerkers, met evenveel succes. Zoals het Radboud UMC zijn positieve ervaring met deze aanpak in een artikel in de Volkskrant toelicht: Een simpele maar doeltreffende aanpak komt van de afdeling hematologie waar vorig jaar 87 procent van het personeel de griepprik haalde. De verpleegkundigen vaccineren daar elkaar en die aanpak promoten we nu in het hele ziekenhuis. (6)
H. Beks, GGD Gelderland Midden
Infectieziekten Bulletin, jaargang 30, nummer 3, april 2019