Juni 2020 | Nummer 2
https://magazines.rivm.nl/2020/06/rivm-magazine
Jaap van Dissel tijdens een technische briefing in de Tweede Kamer
Belangrijkste taak: Ik heb twee banen, die me sinds half januari alle werkdagen en weekenden - op twee dagen na - bezighouden. Ik geef leiding aan de COVID19-bestrijding, als hoofd van de Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding (LCI). Mijn tweede baan is inhoudelijk secretaris van het OMT. Verder ben ik vervanger van Jaap van Dissel voor inhoudelijke aspecten en persvragen.De coördinator van de COVID-19-bestrijding
Aura Timen
Heeft het meest geworsteld met: het gevoel achter de feiten aan te lopen en daar niet veel aan te kunnen doen. We dachten te snappen hoe dit virus zich gedraagt, maar je staat iedere keer voor verrassingen. Ondertussen moeten we wel adviezen geven over de bestrijding.
En als achteraf nieuwe gegevens komen over het virus, dan is het een hele toer om de adviezen aan te passen. Voortschrijdend inzicht, dat bij andere infectieziekten wordt toegepast, lijkt hier anders te worden beoordeeld. Je hoort meteen ‘dus jullie hadden het fout, zagen het te laat, namen het niet voldoende serieus’. Erg moeilijk hoor, dat iedereen een mening klaar heeft.
Haalt energie uit: mijn collega’s van de LCI. Dat zijn allemaal zeer gemotiveerde collega’s die dag in, dag uit klaar staan om dingen op te pakken. Werkelijk bijzonder hoe gedreven en gepassioneerd zij zijn! En ook anderen blijven betrokken op afstand, leven mee, bellen in, bieden hulp aan. Leuk om te melden is dat de LCI op 13 juni jarig was, we zijn nu 25 jaar!
Belangrijk in strijd tegen coronavirus: de 'intelligente lockdown'. Ik geef al 20 jaar les over infectieziekten, waarvan de laatste twee jaar als hoogleraar op de Vrije Universiteit in Amsterdam, maar nog nooit heb ik de lockdown in mijn lessen opgenomen. Laat staan dat ik had gedacht ooit in mijn werkzame leven hiermee te maken te krijgen. Een hele samenleving (gedeeltelijk) afsluiten is niet meer vertoond sinds 100 jaar.
De viroloog
Marion Koopmans, hoogleraar virologie bij ErasmusMC
Belangrijkste taak: mijn virologische expertise inbrengen in het OMT. Onze afdeling Viruswetenschappen bij ErasmusMC doet veel onderzoek naar virussen op het grensvlak van dier en mens, vooral op virussen die een pandemische dreiging vormen. Die expertise zetten we in voor onderzoek en voor advies.
We hebben vanaf de eerste signalen uit Wuhan eind december vol ingezet op SARS-CoV-2 (de volledige naam van het nieuwe coronavirus dat de ziekte COVID-19 kan veroorzaken, red.). Dat doen we met klinisch onderzoek, diagnostiek ontwikkeling, pathogenese onderzoek (onderzoek naar ontstaan, ontwikkelen en verloop van ziekte, red.), immuniteitsonderzoek, moleculair epidemiologische studies, en onderzoek naar behandelingen.
Heeft het meest geworsteld met: het feit dat je ineens zo’n publiek figuur bent. Ik kan geen opmerking meer maken of de wereld vindt er wat van. Hardop denken hoort eigenlijk bij een situatie als deze, maar dat kan niet goed meer. Ook vind ik het gebrek aan internationale samenwerking lastig, en de versnipperde aanpak van het onderzoeksveld. Ik ben bang dat we door die versnippering uiteindelijk veel langer bezig zijn om conclusies te kunnen trekken. En ja, het is ook wel lastig dat we - ondanks alle kennis en ervaring - toch zo met lege handen staan.
Haalt energie uit: Dat ik kan bijdragen aan de respons, met kennis van mij en van mijn medewerkers.
Belangrijk in strijd tegen coronavirus: dat we in de nabije toekomst de ontwikkeling van het virus nauwgezet volgen door genetisch onderzoek en aanvullende studies. Verder moeten we inzetten op onderzoek naar behandeling en preventie. Ik verwacht dat dit virus zal blijven terugkomen en dan hebben we dat nodig.
Er zijn de afgelopen maanden fundamentele nieuwe inzichten ontstaan in de pathogenese van dit virus, die mogelijk nieuwe aanknopingspunten geven voor behandeling. We moeten de handen ineen slaan om ervoor te zorgen dat die wetenschappelijke ontwikkelingen zo snel mogelijk gaan, inclusief samenwerking in trials.
Wil bereiken: dat we bij een volgende golf iets in handen hebben om de meest hoogrisico-patiënten te kunnen beschermen, bijvoorbeeld door plasma-toediening. En vooral: ik hoop dat we van deze pandemie leren dat we structureel en grootschalig moeten investeren in preparedness-onderzoek, dus onderzoek naar het voorbereid zijn op grootschalige uitbraken. Deze virussen stonden op de lijst pandemische dreigingen, al jaren, samen met een heel rijtje anderen. Ik denk dat we nu wel echt zijn wakker geschud.
Belangrijkste taak: Ik ben woordvoerder namens het RIVM over COVID-19 en alles wat daarmee te maken heeft.De woordvoerder
Harald Wychgel
Heeft het meest geworsteld met: Deze crisis raakt iedere Nederlander ook privé, dus mij ook. Waar je in een andere crisis na het werk kunt afschakelen, kan dat nu niet. Het onderwerp ‘corona’ is overal. Bij de slager gaat het er ook over. Dat maakt het moeilijk om afstand te nemen en te ontspannen.
Haalt energie uit: het fantastische team dat we hebben. We doen maatschappelijk relevant werk en onderling is er ruimte voor humor. Het is vakinhoudelijk zeer belonend.
Belangrijk in strijd tegen coronavirus: De maatregelen blijven volhouden.
Wil bereiken: Samen krijgen we het coronavirus onder controle!
De modelleurJacco Wallinga
Belangrijkste taak: Ik ben hoofd van de afdeling Modellering van Infectieziekten. De modelleurs van mijn afdeling zijn hard bezig met het vooraf doorrekenen van te nemen of te versoepelen maatregelen, maken van de prognoses van de zorgvraag, het berekenen van de benodigde bestrijdingsintensiteit en het reproductiegetal R. We zetten ook surveillance-instrumenten op, op basis van online surveillance en mobiliteit.
Iedereen wordt nu enorm overvraagd. Mijn belangrijkste taak is te zorgen dat de allerbelangrijkste zaken goed worden opgepakt, en dat iedereen het goede werk kan blijven doen.
Heeft het meest geworsteld met: tijdgebrek om alle mails met aanbiedingen voor hulp te lezen en te beantwoorden. Het was hartverwarmend om te zien hoe eensgezind iedereen hulp bood. Door het onvoorspelbare karakter van de vragen die we in deze crisis kregen, bleek het moeilijk om van die hulp gebruik te maken. Het opzetten van nieuwe samenwerkingen is niet eenvoudig onder hoge druk. Niet voor niets zijn hiervoor triagepunten ingericht.
Haalt energie uit: het gezin thuis, waar het bouwen met lego veel belangrijker is dan de corona-epidemie. En voldoening komt uit de enorme hoeveelheid werk die binnen het RIVM wordt verzet. We krijgen af en toe e-mails en kaartjes van wildvreemde mensen die ons bedanken voor ons werk. Heel bijzonder, en je kan er weer tegenaan als je zoiets krijgt.
Belangrijk in strijd tegen coronavirus: Perspectief! Een epidemie zoals deze komt niet vaak voor in Nederland, maar dergelijke epidemieën hebben zich in de afgelopen eeuwen vaker voorgedaan. En hoe erg het ook is, mensen hebben steeds een manier gevonden om hun leven aan te passen en ermee om te gaan.
Wil bereiken: voorkomen dat de epidemie uit de hand loopt. Denk eens in hoe Nederland er uit zou zien als het zorgsysteem zou bezwijken, de ziekenhuizen overvol zouden raken, en dat jouw doodzieke huisgenoot geen zorg meer zou kunnen krijgen. Als je kijkt naar wat er elders in de wereld gebeurt, weet je dat het ook hier had kunnen gebeuren. Dat is nu voorkomen in Nederland.
De communicatieadviseur
Marieke Timmer
Belangrijkste taak: Ik ben communicatieadviseur van het RIVM. De belangrijkste taak van ons team is zorgen dat mensen goede informatie krijgen over het nieuwe coronavirus. Als mensen weten wat ze moeten doen, kunnen ze ook maatregelen nemen om te zorgen dat ze niet ziek worden.
Heeft het meest geworsteld met: Onze informatie moet wetenschappelijk kloppen, begrijpelijk zijn, actueel zijn en inspelen op de vragen die op dat moment spelen. De informatie delen we niet alleen via onze eigen kanalen, maar deze wordt ook gebruikt door bijvoorbeeld Rijksoverheid. Om te zorgen dat overal op tijd de juiste informatie staat is één van onze grootste uitdagingen.
Haalt energie uit: de goede samenwerking met collega's binnen het RIVM, bij de GGD’en, Rijksoverheid, ziekenhuizen, noem maar op. We hebben veel contact met communicatieadviseurs die op een of andere manier betrokken zijn bij de communicatie over het nieuwe coronavirus. Iedereen is ontzettend gedreven om zijn steentje bij te dragen.
Belangrijk bij communicatie over het coronavirus: De campagneleus is ‘alleen samen’, maar dat geldt ook echt voor hoe we al werken. Alleen samen kunnen we goede communicatie vorm geven.
Meer weten?
Lees meer over het Outbreak Management Team (OMT) en infectieziektebestrijding
Lees meer over het modelleringswerk
Lees meer over het nieuwe coronavirus
Sinds april 2020 is de Corona Gedragsunit van het RIVM in vol bedrijf. De coronacrisis is de directe aanleiding voor de oprichting. Gedragsexpertise was al ruimschoots aanwezig binnen het RIVM, maar nu is die gebundeld in een afdeling en versterkt met experts van buiten het RIVM. Mariken Leurs en Reint Jan Renes over de toegevoegde waarde van deze Gedragsunit: “Houd je rekening met de werkelijkheid van mensen, dan is de kans veel groter dat ze de maatregelen in hun leven kunnen inpassen.”
Lees hieronder verder
Reint Jan Renes is lector Psychologie voor een Duurzame Stad aan de Hogeschool van Amsterdam en is gedetacheerd bij het RIVM t.b.v. de Gedragsunit:
“Het is belangrijk om te weten wat ons drijft. We willen niet ziek worden of de ziekte overbrengen, maar we willen wel graag dicht bij andere mensen zijn. Dat is óók wat ons drijft.
Virologen willen alles over het coronavirus weten, daar wordt volop onderzoek naar gedaan. Wij willen alles over het gedrag rond deze besmettelijke ziekte weten. Dat gedrag kunnen we meten en monitoren. We hebben al deze ingrediënten nodig om gerichter advies te kunnen geven. Denk daarbij aan advies over de haalbaarheid van de gedragsregels, zoals anderhalve meter afstand houden of handen wassen. Per maatregel kijken we: ben je in staat om dit te doen? Denk je dit nog lang vol te kunnen houden? Als we dat weten kunnen we er iets mee doen.
Mensen willen zich graag aan de corona-regels houden, maar het valt niet mee om dat maandenlang op wilskracht vol te houden. Dus we nemen dat burgerperspectief mee. Houd je rekening met de werkelijkheid van mensen, dan is de kans veel groter dat mensen de maatregelen in hun leven kunnen inpassen. Belangrijk vind ik de toevoeging ‘welzijn’ in ons onderzoek. Mensen die thuiswerken hebben geen of andere dagritmes, hoe gaat dat? Veerkracht is dan belangrijk. Welzijn is een belangrijk onderdeel om het vol te houden.
Ook de individuele vragen nemen toe. Mensen moeten vaker eigen afwegingen maken, dit noemen we zelfregulering. Zelfregulering is bijvoorbeeld de beslissing: ‘ik ga niet op zaterdagmiddag naar de supermarkt, want dan is het te druk’. Wij moeten bedenken: wat is nodig om een minimale afweging te kunnen maken? Met alle expertises bij elkaar kunnen we de coronacrisis afwenden. Gedragsexpertise is een wezenlijk onderdeel. Afhankelijk van ons gedrag verspreidt het coronavirus zich wel of niet.”
Mariken Leurs is hoofd van de Corona Gedragsunit van het RIVM. Daarnaast geeft ze leiding aan het RIVM-Centrum Gezondheid en Maatschappij.
“Mensen gezond houden, daar gaat het ons om. We zetten de gedragswetenschappelijke expertise in tijdens de coronacrisis, om het virus onder controle te krijgen en te houden. Zodat het gedrag dat nu nodig is, ook is vol te houden.
Onze hoofdtaak is zorgen voor een solide wetenschappelijke basis, waarin de belangrijkste vragen beantwoord worden. We zijn op zoek naar mentale factoren die van invloed zijn op gedrag. Het gaat ook erg over welbevinden. Die factoren bij elkaar helpen om dit nieuwe gedrag vol te houden.
De Corona Gedragsunit van het RIVM bestaat uit een kernteam van vijf personen. Daarnaast zijn wel zo’n vijftig personen bij de Gedragsunit betrokken, verdeeld over verschillende werkpakketten. Ook hebben we vijftien hoogleraren met gedragsexpertise in een onafhankelijke Wetenschappelijke Adviesraad. Zij adviseren ons.
Gedrag is bekend terrein voor het RIVM. Vanuit het programma Gezond Leven bijvoorbeeld werken we al jaren met gedragskennis, die we inzetten voor gezondheidsbevordering.
We willen de gedragsexpertise met deze Gedragsunit naar een hoger plan tillen. Het grootste belang ligt nu bij gedrag rond het nieuwe coronavirus. Maar gedrag draagt bij aan veel maatschappelijk relevante oplossingen waar het RIVM zich mee bezighoudt. Infectieziekten, klimaat, gezond leven – veel heeft met gedrag te maken.”
Het gevoel van dreiging van het nieuwe coronavirus neemt af. Mensen ervaren minder angst en somberheid dan in de beginfase van de corona-pandemie. Het naleven van hygiënemaatregelen, zoals vaak handen wassen en niezen in de elleboog, blijft stabiel. De 1,5 meter afstand houden wordt steeds lastiger, ook bij bezoek thuis. Veel mensen met verkoudheidsklachten geven aan dat ze niet binnen blijven of van plan zijn om zich te laten testen. Echter, als mensen of huisgenoten positief getest zijn, is er grote bereidheid om twee weken in thuisisolatie te gaan.
Dat blijkt uit het derde gedragsonderzoek van het RIVM en de GGD'en. Deze inzichten helpen de overheid om burgers beter te kunnen ondersteunen en informeren.
Zo’n 60.000 mensen doen mee aan dit onderzoek, dat vijf keer (driewekelijks) wordt herhaald.
In Kort nieuws: Hoogleraar Cécile van Els: "Voorkomen van infectieziekten kan en moet beter met slimmere vaccins."
Eén loket mentale gezondheid voor vragen over psychosociale gevolgen van de coronacrisis
Verspreiding van COVID-19 in gezinnen
Door vaccinatie kunnen we mensen én dieren immuun maken en infectieziekten zoals COVID-19 voorkomen en zelfs uitroeien. Maar, stelt Cécile van Els, hoogleraar Vaccinologie, voorkomen kan en moet beter met slimmere vaccins. Die betere vaccins triggeren en leren het immuunsysteem ziekmakers effectiever aan te vallen en op te ruimen. Van Els sprak haar oratie online uit op 8 juni. Lees verder
Mensen met vragen over psychosociale gevolgen van de coronacrisis kunnen sinds mei 2020 terecht bij het Informatie- en Verwijscentrum COVID-19 (IVC). Dit digitale loket biedt betrouwbare informatie en brengt mensen zo nodig in contact met verschillende soorten hulp-, zorg- en dienstverleners.
Het nieuwe coronavirus wordt in Nederland vooral verspreid tussen volwassenen van ongeveer dezelfde leeftijd. Binnen gezinnen zijn het vooral volwassenen die het virus overdragen aan kinderen. Kinderen worden wel besmet met het virus, maar minder vaak dan volwassenen.
Sinds het begin van de uitbraak van het nieuwe coronavirus, dat COVID-19 veroorzaakt, rezen er in Nederland vragen over een mogelijke relatie tussen veehouderij, luchtkwaliteit en de verspreiding van deze ziekte. De antwoorden zijn er nog niet. Diverse experts, vanuit infectieziekten en zoönosen, gezondheid en milieu, bundelen de krachten om meer kennis hierover te verzamelen. |
Joke van der Giessen, dierenarts-microbioloog bij het RIVM en programmaleider van het onderzoeksprogramma Veehouderij en Gezondheid Omwonenden (VGO-III): “De eerste uitbraak van COVID-19 was in Brabant en verschoof vervolgens meer naar Noordoost-Brabant, waar veel veehouderij is. Daar was de uitbraak ook het ergste. Dat was ook het gebied waar veel Q-koorts heerste tijdens de Q-koorts-uitbraak. Dus daar kwamen vragen over. Kamervragen, vragen van journalisten en van burgers. ‘Is het toeval dat het in Noordoost-Brabant het ergst is? Is er een verband met luchtkwaliteit en veehouderij?’ Dat weten we nog niet.
Wel weten we dat in Brabant kort voor de uitbraak carnaval is gevierd. Dat is in elk geval een bekende manier van virusoverdracht. Infectieziekten verspreiden zich makkelijk via een grote, feestende groep.
Op verzoek van de ministeries van LNV en VWS hebben we in een notitie verkend welke onderzoeken mogelijk zijn, die antwoord zouden kunnen geven op deze vragen.”
Joke van der Giessen werkt op dit onderwerp samen met Miriam Gerlofs-Nijland, expert op het gebied van luchtkwaliteit en gezondheid, vooral vanuit het toxicologisch vakgebied. Een voordeel van de vele disciplines onder hetzelfde RIVM-dak.
'Is de luchtkwaliteit slechter, dan komen longontstekingen vaker voor.'
Miriam Gerlofs-Nijland: “In gebieden met een hoge luchtverontreiniging is de sterfte hoger. Dat is al een tijd bekend, dat staat helemaal los van het nieuwe coronavirus. De luchtkwaliteit heeft bijvoorbeeld effect op de longen. Is de luchtkwaliteit slechter, dan komen longontstekingen vaker voor. Bij luchtverontreiniging is vaak de vraag: voldoet de concentratie luchtverontreinigende stoffen in de lucht aan de norm? Wíj bekijken luchtverontreiniging vanuit het oogpunt van de gezondheid.”
In een studie van de Harvard-universiteit kwam naar voren dat wie in gebieden met hogere luchtvervuiling woont, een veel hogere kans loopt om te overlijden aan COVID-19. Joke van der Giessen en Miriam Gerlofs-Nijland zien hier wel een signaal, maar geen direct bewijs in: “Deze Harvard-studie is een ecologische studie. Dat betekent dat het aanwijzingen geeft dat er iets kan zijn, maar er is geen verband aangetoond.”
Begin dit jaar, dus nog voor de COVID-19-uitbraak, ondertekende het kabinet met provincies en gemeenten het Schone Lucht Akkoord (SLA). “Hierin zitten allerlei maatregelen om de lucht schoner te krijgen,” zegt Miriam Gerlofs-Nijland. “Speciale aandacht in het Schone Lucht Akkoord gaat uit naar de hooggevoelige groepen, zoals mensen met aanleg of extra gevoeligheid voor longaandoeningen en ook naar mensen die aan hoge concentraties worden blootgesteld. Doel van het SLA is om minimaal 50% gezondheidswinst in 2030 ten opzichte van 2016 te halen voor binnenlandse bronnen.”
'Wij bekijken luchtverontreiniging vanuit het oogpunt van de gezondheid.'
Ook andere vragen over luchtkwaliteit en het nieuwe coronavirus kwamen bij RIVM-Milieukwaliteit terecht. Expert luchtkwaliteit en klimaatverandering Guus Velders: “Is er een effect te zien van de lockdown-maatregelen op de luchtkwaliteit? Die vraag kwam al vrij snel naar boven. De vraag werd getriggerd door de eerste satellietbeelden uit China, waar de NO2-concentratie behoorlijk was afgenomen toen er veel minder verkeer en industriële activiteiten waren tijdens de lockdown. Ook in Nederland lieten satellietbeelden een verbetering van de NO2-concentraties zien, maar hoe groot het effect van de lockdown-maatregelen was is niet direct te zeggen.
We doen nu een bredere analyse. Wat is natuurlijke variatie, dus wat ligt aan de weersomstandigheden? En wat is toe te schrijven aan de lockdown-maatregelen? Als de maatregelen langer duren, zullen effecten ervan steeds duidelijker worden in de metingen.”
Voorlopig zijn er dus meer vragen dan antwoorden over luchtkwaliteit en de verspreiding van COVID-19. Joke van der Giessen en Miriam Gerlofs-Nijland coördineerden de notitie met verschillende onderzoeksmogelijkheden, samen met vele experts. Een deel van deze verkenning zou binnen het bestaande VGO-consortium uitgevoerd kunnen worden. Joke van der Giessen: “Het programma Veehouderij en Gezondheid Omwonenden is erop gericht meer kennis te krijgen over de gezondheid van mensen die in de buurt van veehouderijen wonen. We hebben de afgelopen jaren gezien dat er vaker longontsteking voorkomt in de buurt van geitenhouderijen. Maar we weten niet waardoor dat komt.
Waarschijnlijk in september gaan we van start met een onderzoek naar de oorzaak van longontsteking rondom geitenbedrijven. Veel huisartsen in Noordoost-Brabant doen daaraan mee, er wordt een brede diagnostiek bij patiënten met longontsteking gedaan. Dat onderzoek staat dus los van het nieuwe coronavirus, want de longontstekingen kwamen voor ver voor de uitbraak van COVID-19.”
Kamerbrief over COVID-19 en mogelijke relatie met dieren