
Juli 2020 | nummer 4
https://magazines.rivm.nl/2020/07/altijd-alert
12 februari 2020. Het RIVM organiseert voor de 3e keer de netwerkdag ‘Samen sterk in het incidentnetwerk’. De opkomst was groot. Het illustreert dat onze partners in het responsnetwerk elkaar willen zien en spreken om nieuwe kennis op te doen. En dat willen wij ook: bij incidenten val je immers terug op kennis en kennissen. Ook wil je samen werken aan het oplossen van knelpunten en ideeën delen.
15 maart 2020. Het kabinet neemt vergaande maatregelen om de verspreiding van het coronavirus in Nederland tegen te gaan. Ineens werken we zoveel mogelijk thuis, zijn grote bijeenkomsten verboden en houden we 1,5 meter afstand van elkaar. Onze ambitie was om onze netwerkpartners vaker op te zoeken, meer te investeren in opleidingen en trainingen met de regio’s en kennis over risico’s van stoffen actief te verspreiden. Daarnaast wilden we onze contacten op internationaal niveau intensiveren. Ons jaarplan was ingericht op het realiseren van die ambities. Plotseling moesten we de invulling van die ambities tegen het licht houden en her prioriteren. De focus lag de eerste weken vooral op de vraag: wat betekenen deze maatregelen voor ons? Hoe kunnen we van toegevoegde waarde blijven vanaf onze thuiswerkplekken?
Ideeën die we al hadden om kennis via bijvoorbeeld een webinar of een online workshop te delen òf e-learning te gebruiken in opleidingen en trainingen, werken we nu versneld uit. En dit online magazine zullen we frequenter uitbrengen. We merken gelukkig ook dat we veel werk ‘gewoon’ kunnen doen. Soms later dan gepland, soms in een andere opzet, maar we blijven paraat. In dit magazine leest u wat we de afgelopen maanden gedaan hebben en waarmee we onze meet- en analysetechnieken gaan uitbreiden.
Vanaf 1 juli zijn de coronamaatregelen versoepeld. Voorzichtigheid blijft echter geboden. ‘Alleen samen’ heeft de komende maanden nog een dubbele lading. Laten we in dat wankele evenwicht met elkaar blijven werken aan een sterke respons op milieu- en stralingsincidenten.
In maart 1990 opende minister Hans Alders van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) ‘met één druk op de knop’ het Landelijk Meetnet voor Radioactiviteit (LMR). Met het LMR beschikte Nederland voor het eerst over een volautomatisch meetnet waarmee in een vroeg stadium kernongevallen en andere ernstige stralingsongevallen konden worden ontdekt. Het LMR had niet alleen een waarschuwingsfunctie, maar verschafte tijdens en na een ongeval, ook belangrijke informatie over de besmetting van lucht en omgeving. De snelle beschikbaarheid van dit soort informatie is essentieel om bij stralingsongevallen tijdig de juiste maatregelen te kunnen nemen, zoals evacuatie, schuilen, jodium profylaxe, graasverbod en kassen sluiten.
Aanleiding voor het LMR was het kernongeval in Tsjernobyl (1986). Toen bleek Nederland onvoldoende voorbereid op dit soort zware ongevallen. In de jaren daarna is daarom een uitgebreide nationale organisatie opgericht voor de bestrijding van kernongevallen. Voor dat doel waren ook enkele technische voorzieningen nodig, op het gebied van meten, rekenen en informeren. Het LMR was er daar één van. Het stralingsmeetnet bestond in 1990 uit 58 meetlocaties die onderdeel uitmaakten van het reeds bestaande Landelijk Meetnet voor Luchtkwaliteit. Nieuw was de volautomatische signaleringsfunctie en de mogelijkheid om ook thuis, buiten kantoortijd, de radiologische situatie snel te kunnen beoordelen. Met de ICT-mogelijkheden van dertig jaar geleden vielen signalering van bijzondere situaties, data-overdracht en visualisatie van informatie in de categorie specialistisch maatwerk: applicaties daarvoor werden door het RIVM zelf ontwikkeld.
De ontwikkeling van het stralingsmeetnet heeft in de jaren daarna nooit stilgestaan. Bij de eerste grote aanpassing, in 1996, werd de naam veranderd in Nationaal Meetnet Radioactiviteit (NMR). Apparatuur en ICT-verbindingen zijn daarna nog vele malen aangepast. Ook voor de komende jaren staat een uitgebreide vernieuwingsslag op het programma. Maar de kerndoelen van het meetnet zijn nooit veranderd, namelijk (1) tijdig waarschuwen bij kernongevallen met effecten tot in Nederland, en (2) essentiële informatie geven over de besmetting van lucht en omgeving, voor de situatie waarin zo’n ongeval onverhoopt plaatsvindt.
In de afgelopen tijd werd er regelmatig een beroep gedaan op de kennis en kunde van de Milieu Ongevallen Dienst (MOD).
In december 2019 worden een schipper en zijn vrouw onwel op hun binnenvaartschip. De schipper neemt contact op met de huisarts, die vermoed dat het om buikgriep gaat. In de avond gaat de gezondheidstoestand van het echtpaar sterk achteruit waarna 112 wordt gebeld.
De laatste maanden komt het ontmantelen van drugslabs regelmatig in het nieuws. De productie lijkt te verschuiven van XTC naar Crystal Meth (methamfetamine). Dit is een zorgelijke ontwikkeling.
Op Schiphol werd op 7 juli 2020 een koffer met vals geld in beslag genomen. Bij het openen van de koffer op het kantoor van de douane, werden vijf medewerkers licht onwel. Naast het valse geld zat er ook poeder in de koffer.
Detectie van radioactieve stoffen in Scandinavië
In juni 2020 zijn er in Zweden en Finland hele lage concentraties kunstmatige radioactieve stoffen gedetecteerd. Het gaat om een hele reeks aan stoffen die als restproducten bij kernsplijting ontstaan: niobium-95, zirconium-95, ruthenium-103, cesium-134 en cesium-137. En merkwaardig genoeg ook kobalt-60, dat ontstaat als je staal activeert (bestraalt met neutronen), bijvoorbeeld in een kernreactor. In Nederland zijn deze kunstmatige radioactieve stoffen niet gedetecteerd.
Er zijn te weinig meetgegevens beschikbaar om een bronlocatie aan te kunnen wijzen. De radioactieve stoffen hebben Zweden en Finland vanuit het Zuidoosten komend bereikt. Op basis van de gevonden nucliden kan het RIVM alleen concluderen dat er bestraalde kernbrandstof én geactiveerd staal in het spel moet zijn geweest. Naar het nieuwsbericht.Het bericht is ook opgepikt door de (inter-)nationale pers. Om die reden is er naast het Nederlandstalige nieuwsbericht ook een Engelstalig nieuwsbericht opgesteld.
Bosbranden rond Tsjernobyl
Op 4 april 2020 ontstonden er branden in de Oekraïne, rondom Tsjernobyl. Het gebied omvat bossen, maar ook grote stukken veenland. Omdat veen lang blijft smeulen was het lastig om de brand goed uit te krijgen, dat lukte pas na enige weken.
In april en mei 2020 schreven verschillende media regelmatig over deze branden. De bodem, struiken en bomen bevatten daar cesium-137, nog overgebleven van het kernongeval in 1986. Door de brand kan de radioactiviteit in de lucht terechtkomen en zou misschien naar Nederland toe kunnen waaien. In de week van 16-23 april 2020 heeft het RIVM inderdaad in Bilthoven wat meer cesium-137 in het luchtstof aangetroffen dan normaal. Bijna wekelijks meten we wel een heel kleine hoeveelheid, afkomstig van de fall out van kernproeven en het in 1986 overgewaaide cesium-137. Een waarde als in de periode 16-23 april 2020 vinden we jaarlijks wel een keer. De bosbranden kunnen deze waarde waarschijnlijk niet helemaal verklaren.
Meer informatie over de bosbranden en onze metingen en analyse staat op onze website.
Op de foto staat de High Volume Sampler van het RIVM in Bilthoven, voor monstername van luchtstof.
Via deze link krijgt u (na het invullen van naam en mailadres) toegang tot de basis webinar Biologische Agentia, ontwikkeld door Arnout de Bruin en Saskia Rutjes. Beiden zijn als moleculair biologen verbonden aan de MOD. Saskia vertelt in 35 minuten wat de verschillen zijn tussen biologische agentia, hoe blootstelling aan biologische agentia gebeurt, hoe veilig met biologische agentia moet worden omgegaan en wat de rol van het RIVM is binnen het Landelijk Laboratorium Netwerk – terreuraanslagen (LLN-ta) en het Protocol Verdachte Objecten (PVO). Voor vragen of meer informatie kunt u contact opnemen met team OTO via OTO-VLH@rivm.nl.
Stankoverlast en mensen die onwel worden halen regelmatig het nieuws. De Milieu Ongevallen Dienst van het RIVM wordt jaarlijks verschillende keren ingeschakeld voor dit type incidenten. Deze inzetten zijn om verschillende redenen een uitdaging.Het luchten van de ruimte is over het algemeen het eerste wat gedaan wordt. Als er nog mensen kunnen worden blootgesteld, is dit een juist besluit, gezondheid gaat immers voor. Het nadeel is dat de concentratie van stoffen door het ventileren zakt en de stoffen moeilijk te detecteren zijn. Ook kunnen de meeste handheld-instrumenten geen lage concentraties stoffen meten en gaat het vaak om een complex mengsel van stoffen.
De MOD beschikt vanaf nu over TD (Thermische Desorptie)-buizen, een middel dat onder meer bij onwelwordingen en stankoverlast effectief kan worden ingezet. De Vluchtige Organische Componenten (VOC) die zich in de lucht bevinden, zijn vaak de oorzaak van de onwelwording of stankoverlast. TD-buizen kunnen bij lagere concentraties de soort stof, en daarmee de bron van de klachten, achterhalen.Met de TD-buis wordt lucht opgezogen. De buis is gevuld met adsorptiemateriaal. Dit adsorptiemateriaal is een zeer fijn verdeelde stof die ervoor zorgt dat de oppervlakte waaraan de VOC zich kunnen binden (adsorberen) zeer groot is. Bij actieve kool, een bekend adsorbens, zorgt circa 5 gram voor een oppervlak ter grootte van een voetbalveld. Door concentratie op de TD buis winnen we nu aan gevoeligheid ten opzichte van de canister. Dit is nodig om ook lage concentraties te kunnen meten en te analyseren.
De website Straling en radioactiviteit van het RIVM is vernieuwd. De website is in een nieuw jasje gestoken en de informatie is geactualiseerd.
Eén van de onderwerpen op de site is Stralingsincidenten en kernongevallen. In dit onderwerp beschrijven we wat de rol is van de RIVM Ongevalsorganisatie Straling in de voorbereiding op incidenten en in ongevalssituaties. De taken, middelen en expertises van het RIVM komen daarbij uitgebreid aan bod.Verder lichten we specifieke onderwerpen toe, zoals terrorisme, nazorg en de ramp bij Tsjernobyl. Ook de operationele plannen en wetenschappelijke publicaties zijn via de website te vinden.
Nieuwsgierig geworden? Neem dan een kijkje op de nieuwe website.
Het is nu ook mogelijk om vloeistofinjecties uit te voeren in ons mobiel laboratorium. Dat betekent dat we ook vluchtige chemische componenten kunnen bepalen in waterige monsters of vaste stoffen. Voorbeelden hiervan zijn grond en drugsafval. Deze toepassing is een mooie aanvulling op de analyses die we nu al op locatie uitvoerden. Bijvoorbeeld het bepalen van vluchtige chemische componenten in lucht en van metalen in vaste en waterige monsters.
Met de app ‘Incident’ maakt het RIVM relevante informatie over incidenten met gevaarlijke stoffen op een eenvoudige manier voor hulpverleners beschikbaar. De app bevat sinds kort ook informatie over stralingsincidenten, waarmee de adviseur gevaarlijke stoffen (AGS) van de brandweer en de gezondheidskundig adviseur gevaarlijke stoffen (GAGS) van de GGD/GHOR overzichtelijk informatie kunnen vinden.
Het scenario Straling in de app is opgebouwd uit vijf onderdelen:
Basis en begrippen (1) geeft een korte uitleg over energierijke (ioniserende) straling, soorten incidenten en bronnen en blootstelling en effecten op de gezondheid. Daarnaast zijn de vuistregels van beta- en gamma-bronnen en een uitleg van verschillende grootheden en eenheden opgenomen.
Bij Plannen en ondersteuning (2) zijn links te vinden naar nationale en regionale plannen. Verder beschrijven we in dit onderdeel de rol en taken van de RIVM Ongevalsorganisatie straling en het Crisis Expert Team straling en nucleair (CETsn).
Plaats incident (3) geeft een overzicht van praktische aspecten bij een stralingsincident, zoals hoe een inzetgebied eruit moet zien, wat de dosislimieten voor een operationele inzet zijn, en informatie over potentiële maatregelen en besmetting en ontsmetting.
In de Radionuclidentabel (4) worden radiologische gegevens gepresenteerd van de verzameling van radionucliden waarmee de brandweer bij de bestrijding van incidenten geconfronteerd kan worden. Een ongeval met een Mo/Tc generator is als voorbeeld gegeven, waarbij met gegevens uit de tabel het dosistempo, de effectieve dosis en besmetting aan de hand van de telsnelheid van de Automess is berekend.
Het onderdeel NMR: alarm afhandeling (5) is een praktische handleiding voor de centralist van de Meldkamer en de AGS over de afhandeling van een automatisch alarm van het Nationaal Meetnet Radioactiviteit.
Andere scenario’s die te vinden zijn in de app zijn Brand, Persoon onwel, Onbekende stof, Geur, en Drugs & Labs.