Brandexperimenten Li-ion batterijen leveren veel antwoorden en nieuwe vragen

Brandexperimentenfoto

De Milieuongevallendienst van het RIVM heeft brandexperimenten uitgevoerd met Li-ion batterijen. Dit deden we in samenwerking met de TU Eindhoven en de Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland. In eerste instantie was het doel om vooral detectiemiddelen bij Li-ionbranden te testen. Omdat de MOD een breed aanbod aan specialistische monstername- en analyseapparatuur heeft, konden de brandexperimenten vanuit meerdere invalshoeken benaderd worden. Dit leverde behalve antwoorden, ook nieuwe vragen op. En nieuwe vragen leidden weer tot nieuwe experimenten. Zo is er een schat aan informatie opgehaald, die verder ging dan de oorspronkelijke onderzoeksvraag.

De afgelopen maanden zijn deze meetresultaten en de betekenis ervan voor de praktijk verder uitgewerkt. Zo constateerde de MOD bijvoorbeeld dat een bivakmuts tegen de hitte (balaclava) die de brandweer vaak gebruikt, onder sommige omstandigheden maar beperkte bescherming biedt tegen fluorwaterstofzuur uit rook van de batterijen.  

Het doel van het onderzoek was om goede bescherming van de balaclava aan te tonen. Dat was op basis van de resultaten nog niet mogelijk. Daarom is de toxicologische duiding van huidblootstelling nader onderzocht. Dit is gedaan in samenwerking met een aantal Gezondheidkundig Adviseurs Gevaarlijke Stoffen (GAGS), het NVIC en toxicologen van het RIVM. Het resultaat is verwerkt in een rapportage, die begin 2021 gepubliceerd wordt.

Zijn er dan geen vragen meer? Jazeker, er zijn nog genoeg relevante vragen te stellen rondom Li-ion batterijen. In de eerste plaats omdat de technologie van deze batterijen zich razendsnel ontwikkelt. Risicofactoren van een Li-ion batterij kunnen in de toekomst veranderen, maar één ding is wel zeker: de rook van een Li-ionbrand zal altijd ongezond blijven.