Peter begon 25 jaar geleden als Arbo adviseur bij Stigas. ‘Eenvoudige RI&E-tjes. Kijken of mensen BHV en een verbandtrommel hadden en dan hield het wel een beetje op’ zegt hij over die tijd. Daarna heeft hij opleidingen gevolgd, eerst MVK, daarna HVK. Hij is ook deskundig toezichthouder asbestverwijdering (DTA), bodemsanering (R-DLP), CE consultant, werkplekadviseur. Hij doet ongevalsonderzoeken, werkplekonderzoeken en geeft voorlichting en training. En ga zo maar door.
Ik had behoefte aan meer bagage. Als HVK’er krijg je de bagage om op een breed gebied te kunnen adviseren. En dat vond ik belangrijk. Vanuit MVK ben je pragmatischer ingesteld. Ik vind het belangrijk om dat als HVK’er vast te houden. Dus ik zie mijzelf als een pragmatische HVK’er. Daarmee creëer ik veel draagvlak bij de bedrijven die ik adviseer.
Met mijn adviezen wil ik de veiligheid bij bedrijven verbeteren. Een bedrijf heeft er meer aan als je meedenkt met praktische oplossingen dan dat het advies op papier klopt, maar er in de praktijk niets veranderd. En dat geen advies hetzelfde is, blijkt wel doordat ieder bedrijf specifieke risico’s heeft en dat die risico’s in de loop van de tijd veranderen. Ook worden de bedrijven steeds groter en verandert de cultuur binnen organisaties. Vroeger zat je met de ondernemer zelf aan tafel, nu is dat vaak de OR of manager. Het is belangrijk om met die veranderingen mee te groeien.
Ik ben trots op de band die ik met bedrijven heb opgebouwd. Ik spreek de taal van de sector en dat is belangrijk. Want als je de sector kent kun je de onveilige situaties herkennen en goede adviezen geven. Of dat daadwerkelijk ongevallen voorkomt, weet je natuurlijk nooit. Maar als er van de 10 adviezen die ik geef, er uiteindelijk twee worden opgevolgd die daarmee in de toekomst een ongeval kunnen voorkomen, dan ben ik al tevreden.
Eén voorval zal ik nooit vergeten. Het is al wel 20 jaar geleden. Ik was bij een bedrijf en adviseerde om BHV te doen. Dat hadden ze niet en ze besloten dat naar aanleiding van mijn advies te gaan doen. Die man heeft me later nog eens opgebeld. ‘Door dat advies leeft mijn zoontje nog’ zei hij. Het kind kreeg thuis een toeval en hij wist door de BHV-cursus precies wat hij moest doen. Wat is nou mooier dan dat je zoiets terugkrijgt.
Ook in deze tijd ga ik nog 2 à 3 dagen per week op bedrijfsbezoek. Dat is het mooiste wat er is. Ik zeg altijd als ik ergens kom: ik ben geen inspecteur en ik kom niets verkopen. Ik probeer je bewust te maken met mijn adviezen, doe er je voordeel mee. Ik merk dat hiermee het ijs altijd snel is gebroken.
Straal enthousiasme uit en spreek de taal van de sector. Sluit aan bij wat er speelt. Dat geeft vertrouwen en maakt het gesprek makkelijker. En hoewel we binnen het kader van de wetgeving moeten werken, wil ik ook het advies geven om te proberen pragmatisch te blijven. Daar is ook ruimte voor in de Arbowet. Die wet geeft doelvoorschriften en maakt dat er meerdere wegen zijn om de doelen te bereiken, natuurlijk wel rekening houdend met de Arbeidshygiënische strategie.
Het RIVM heeft veel kennis over ongevallen. Dat kan nog wel meer onder de aandacht gebracht worden. Ik heb veel gehad aan de hulp van Henk Jan (Manuel, onderzoeker arbeidsveiligheid, red.) bij ongevalscijfers en analyses. Deze input heb ik gebruikt bij het programma Veilig op 1. Ook maak ik veel gebruik van video’s en animaties. Zoals bijvoorbeeld een video waarbij we het verhaal over een bedrijfsongeval hebben laten vertellen door degene die het is overkomen. Dat komt aan. De animaties en infographics die het RIVM maakt kunnen hier een waardevolle aanvulling op zijn. Want het is nodig om mensen bewust te maken van de gevaren. En die boodschap moeten we blijven herhalen.