Voorbereid op het onwaarschijnlijke…

RGEN

Het is erg onwaarschijnlijk, maar niet onmogelijk: door een onbekende oorzaak raakt een kerncentrale zwaar beschadigd waardoor radioactieve stoffen vrijkomen. En hoe onwaarschijnlijk ook, we zijn in Nederland op verschillende scenario’s voorbereid. Het Radiologisch en Gezondheidskundig Expertise Netwerk (RGEN) speelt daarin een belangrijke rol.

Wie doet wat?

De regionale en nationale overheid hebben samen een belangrijke taak in de crisisbeheersing. Zij moeten indien nodig maatregelen nemen en uitvoeren om de bevolking tegen eventuele nadelige gevolgen te beschermen. Ook moet de bevolking goed geïnformeerd worden. Maar waar baseren zij de maatregelen en de communicatie op?

Aan de basis van de besluiten ligt de rapportage van het RGEN. De experts uit dit netwerk zijn afkomstig uit 8 verschillende organisaties, die elk een eigen expertise inbrengen. Het RGEN is de back office van het Crisis Expert Team straling en nucleair (CETsn). Het CETsn brengt op basis van de RGEN rapportage adviezen uit aan de overheden. In de rapportage van het RGEN wordt de radiologische situatie in kaart gebracht en mogelijke scenario’s uitgewerkt. Een situatieschets als voorbeeld. 

Wat kan er gebeuren? 

Stel een kerncentrale is beschadigd geraakt en de situatie is niet onder controle. Er is echter nog geen radioactiviteit vrijgekomen. 

In dat geval wordt het RGEN gealarmeerd. Alle betrokken experts gaan direct naar de crisisruimte van het RIVM. Het is belangrijk om zo snel mogelijk een goed beeld te krijgen van de situatie en de ernst van de dreiging. 

Het Nationaal Meetnet Radioactiviteit (NMR) van het RIVM geeft aan wanneer er sprake is van verhoging van radioactiviteit in de lucht. Op dit moment meet het NMR geen verhoging. De Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Straling (ANVS) maakt een inschatting van de technische situatie in de centrale en schat in hoeveel en welke radionucliden vrij kunnen komen in het geval de situatie verslechtert. Het KNMI levert de meteorologische data. De modelleurs van het RIVM berekenen vervolgens met behulp van deze gegevens hoe radioactiviteit zich mogelijk kan verspreiden. 

Ook toetsen de RIVM-modelleurs de door de ANVS ingeschatte situatie aan bestaande interventieniveaus voor verschillende maatregelen. Zo kan met maatregelen, zoals schuilen, evacueren of jodiumprofylaxe, directe blootstelling aan ioniserende straling beperkt worden. Indirecte blootstelling kan beperkt worden door maatregelen als een graasverbod voor vee, sluiten van kassen en voedselbeperkingen. Het Nationaal Vergifitigingen Informatie Centrum (NVIC) adviseert over de gezondheidskundige aspecten van de te overwegen maatregelen, zoals jodiumprofylaxe. In deze situatie leveren de experts van het RGEN dus een inschatting van wat kán gaan gebeuren en de daarbij vanuit radiologisch oogpunt passende maatregelen.  

Stel nu dat de situatie in de kerncentrale verslechtert. Er zijn nu wel degelijk radioactieve stoffen vrijgekomen en verspreid. Kortom: er is een gebied besmet geraakt.

De radioactie wolk die zich verspreidt zorgt ervoor dat het NMR alarm slaat. Enkele meetposten van het NMR blijven verhoogde stralingsniveaus meten. Daar is sprake van een meetbare bodembesmetting. Om het besmette gebied goed in kaart te brengen coördineert het RIVM vanuit het RGEN de landelijke meetstrategie. Daarin worden ook de andere meetcapaciteiten van het RIVM, Defensie en de brandweer ingezet. 

Het RIVM heeft naast het NMR ook twee stralingsmeetwagens, het radionuclidenlaboratorium en contracten met de zogenaamde Waakvlaminstituten

Al deze meetresultaten worden gecombineerd met modelberekeningen van het RIVM en Rijkswaterstaat. Zo ontstaat een zo compleet mogelijk beeld van de radiologische situatie. Ook de metingen vanuit het Landelijk Meetnet Radioactiviteit in Voedsel (LMRV) van Wageningen Food Safety Research (WFSR) en het Nationaal meetplan voor metingen in water van Rijkswaterstaat dragen bij aan het beeld. 

Het RGEN ontvangt daarnaast via KWR Water metingen in drinkwater van de drinkwaterbedrijven en -laboratoria. Op basis van de bijdragen van alle RGEN-leden wordt er een zogenaamde diagnose opgesteld. Het is de daadwerkelijk situatie, gebaseerd op meetresultaten, en de daarbij passende maatregelen.

Vervolg: En dan?  

De RGEN rapportage wordt door de voorzitter gedeeld met het CETsn front office. Het front office adviseert aan de hand van het geïntegreerde radiologische beeld mogelijke maatregelen voor verschillende bevoegde gezagen, geeft adviezen over eventuele security aspecten en stelt communicatieboodschappen op. 

Aangezien een ramp of incident in allerlei vormen en grootte kan plaatsvinden, kan het RGEN flexibel opschalen. Hiervan staan verschillende voorbeelden op de website van het RIVM, waaronder het kernongeval in Fukushima in 2011 en de bosbranden bij Tsjernobyl in 2020