Een HVK'er in de spotlight: Corné Roelen

Zelf in de spotlight staan hoeft van Corné Roelen eigenlijk niet zo nodig. Maar vertellen over zijn vak, dat doet hij graag. En gelukkig wil hij dat voor ons magazine doen. ‘Fascinerend’ is het woord dat tijdens het interview vaak valt. Want mensen zijn fascinerend. En veiligheid blijft mensenwerk.

Corné Roelen (49) begon zijn loopbaan bij de bedrijfsmilieudienst West Brabant. Inmiddels is hij alweer zo’n 21 jaar in dienst van Perfetti Van Melle. Begonnen als milieucoördinator voor twee fabriekslocaties in de Benelux, nu is hij als manager Safety Health, Environment & Risk wereldwijd actief. 

Waarom ben je HVK’er geworden?

Ik ben ooit uit idealisme begonnen met de opleiding milieukunde. Het brede en generalistische sprak me aan. Daarin heb ik jaren gewerkt. Toen ik in 2001 werd gevraagd om arbo erbij te doen, leek me dat mooi. Tijdens de HVK-opleiding kwam ik erachter dat arbo veel breder is dan milieukunde. En het staat veel dichter bij de mensen. Veiligheid is nu, gezondheid is later en het milieu staat daar nog verder vanaf. Althans zo kwam het destijds op mij over.

Het mooie aan dit vak vind ik het proberen om de beweegredenen van mensen te doorgronden. Er zit altijd meer achter een ongeval dan alleen 'de stommiteit' van een medewerker. Mensen doen juist vaak onveilige dingen vanuit een positieve insteek. Ze willen het werk door laten gaan, geen stilstaande machines. Handelingen worden dan vaak onbewust onveilig. 

Wat het vak interessant maakt is het samenspel tussen gedrag, techniek en organisatie. 

De fascinatie voor het vak komt ook doordat ik met veel verschillende culturen werk. Sommige landen hebben nauwelijks arbeidsongevallen. De vraag is dan, hoe kan dat? Wat doen zij anders? Dat is best ongrijpbaar en daar proberen we inzicht in te krijgen. In Europa werkt het bijvoorbeeld meestal niet om iets op te leggen. In sommige andere culturen juist wel. 

Waar kom je je bed voor uit? 

Wat het vak interessant maakt is het samenspel tussen gedrag, techniek en organisatie. Want aan welke knoppen moet je draaien om de veiligheid te bevorderen, met behoud van vingers en zonder psychische druk? Dat is wat mijn werk leuk maakt. 

Wat het ook leuk maak is dat mijn werkdag bijna nooit loopt zoals gepland. Zelfs niet in coronatijd. Ik werk al 15 maanden vanuit huis, en toch is het nooit saai. Ik heb het voordeel dat ik wereldwijd de meeste fabrieken heb bezocht. Daarnaast is er veel online mogelijk. Toch heeft op locatie zijn wel de voorkeur. Het zien ruiken en voelen, non-verbale communicatie, dat is allemaal super belangrijk. 

Wat is je het meest bijgebleven?

Ongevallen blijven toch het meest bij. Ze hebben impact. Niet alleen op de persoon zelf, maar ook op een afdeling en op de organisatie als totaal. Er zijn veel invalshoeken om een ongeluk mee te benaderen. En het gaat altijd over mensen. 

Mensen doen juist vaak onveilige dingen vanuit een positieve insteek. 

Hoe houd je de aandacht voor veiligheid vast?

Alle bedrijven zullen zeggen dat ze arbeidsveiligheid belangrijk vinden. Maar of het analyseren van risico’s en ze aanpakken altijd prioriteit heeft, is een heel ander verhaal. Als er een ongeval gebeurt staat het onderwerp in de spotlight. Dat duurt dan een paar weken en dan ebt het weer weg. Het is dus de kunst om de aandacht, ook zonder ongeval, vast te houden.  

Daarbij gaat het ook om de vraag wie verantwoordelijk is voor veiligheid. Ben ik dat, omdat ik er elke dag mee bezig ben? Of zijn het juist de mensen in de fabriek? Zij hebben per definitie een veel grotere invloed op de veiligheid dan ik. 

Een mooi voorbeeld maakte ik jaren geleden mee. Ik keek naar een machine en zag een plek waar je makkelijk je vinger in kon steken. De reactie van de persoon die meeliep was: ‘Hoe stom kun je zijn om daar je vinger in te steken’. We kunnen het afschermen, maar als je dat doet, dan kun je bij een storing er een half uur niet bij. Er is dus een constant dilemma tussen veiligheid en werkbaarheid. Dat is ook het fascinerende. Wat beweegt mensen? Goede intenties, veilige machines, het blijft subjectief.

Waar ben je het meest trots op?

Het is me gelukt om arbeidsveiligheid structureel op de agenda van de organisatie te zetten. Dus toch in een soort spotlight. Een kleiner lampje, maar wel een die continu blijft branden. En dat is supermooi. 

Wat zou je anderen willen meegeven?

Blijf kritisch en neem de tijd en moeite om je in de activiteiten en de mensen te verdiepen. Loop mee in de fabriek. Ook op verschillende afdelingen en tijden. Waar lopen ze tegenaan, welke risico’s komen ze tegen? Kennen ze de risico’s, maar ook de maatregelen die het bedrijf genomen heeft om die risico’s te verminderen?  

Een kleiner lampje, maar wel een die continu blijft branden.

Gebruik je de kennis en producten van het RIVM ? 

Mijn link met het RIVM zit in Storybuilder. Ik merk wel dat jullie de laatste tijd stevig aan de weg timmeren. De website Lerenvoorveiligheid.nl bevat al veel nuttige informatie. Wel zal er nog gewerkt moeten worden om veiligheidskundigen interventies te laten invullen op veiligheidsinterventies.nl. Mensen vinden het spannend om interventies te delen. Want ongevallen zijn nu eenmaal niet echt succesverhalen. En het zit in de aard van veiligheidskundigen om risicomijdend te zijn. We zoeken over het algemeen de spotlight niet op. Maar als niemand iets doet, verandert er ook niets. Dus is het wel belangrijk om interventies met elkaar te delen.