Meten in het effectgebied

Eind 2018 begon het project ‘bepalen effectgebied’. Dit project maakt deel uit van het landelijke programma 'Samen werken aan grootschalig en specialistisch optreden'(GBO-SO) van Brandweer Nederland. 

Het project

Doel van dit project is om met verschillende partijen samen op een efficiënte en doelmatige manier het effectgebied van een incident te bepalen. Naast een afvaardiging van adviseurs gevaarlijke stoffen (AGS) van de brandweer en de gezondheidskundig adviseurs gevaarlijke stoffen, (GAGS) van de GHOR zaten ook het CBRN-centrum van Defensie en de Milieuongevallendienst van het RIVM aan tafel.Het in kaart brengen van het gebied door middel van metingen is vanzelfsprekend belangrijk. Al snel bleek dat ook de fase waarin een incident zich bevindt van belang is. In de loop van een incident kunnen er andere metingen nodig zijn. Maar ook de eisen aan de rapportage en wie deze ontvangt, bleek niet in elke fase hetzelfde te zijn. Daarnaast kwam naar boven dat de coördinatie van de ingezette eenheden aandacht nodig had. Zeker als een incident zich over meerdere regio’s uitstrekt, moet de inzet goed verdeeld worden. 

De resultaten

Het project heeft in 2019 drie producten opgeleverd: 

  1. Een overzicht van de verschillende fases van een incident en wie per fase de ontvanger van de meetresultaten is. In dit overzicht wordt gepleit voor een ‘team meetresultaten’. Dit team blijft verantwoordelijk voor het ontvangen, doorzetten en/of opvolgen van de meetresultaten. Ook als voor de hulpverleners het incident al is afgerond. Dit is voornamelijk een taak voor de GAGS, AGS en de betrokken gemeente. 
  2. Een advies voor het aanstellen van een ‘regisseur meetcapaciteit’ bij incidenten die de (veiligheids)regio overschrijden. Uitgevoerd door de coördinerend AGS-Operationeel Team. Deze regisseur houdt overzicht over de resultaten en de duiding hiervan, maar ook over de behoefte aan en verdeling van de capaciteit. 
  3. Een overzicht van de meetinstrumenten die bij de landelijke diensten beschikbaar zijn. Als eerste is een inventarisatie gemaakt van de instrumenten bij Defensie en de Milieuongevallendienst van het RIVM. Voor de overige instanties wordt dat de komende tijd gedaan. Door dit overzicht van meetinstrumenten, maar ook van de duur van een meting en de snelheid van een analyse hoopt de werkgroep de aanvrager vooraf een realistisch beeld te schetsen. Op basis hiervan kan inhoudelijk afstemming met de leverende partij plaatsvinden.

Door de Coronacrisis is het vaststellingtraject vertraagd. Naar verwachting kunnen vóór eind 2021 de eerste oefeningen plaatsvinden. De werkgroep gaat verder met nieuwe onderwerpen binnen dit domein, zoals uniforme meetpakketten, drones om een gebied in kaart te brengen en meetstrategie bij complexe branden.