Straling is overal. Om met de bekendste juf van Nederland te spreken: ‘dat vinden wij niet raar, dat vinden wij gewoon heel bijzonder’. Straling kan ingezet worden voor nuttige toepassingen. Wel is het belangrijk om in te gaten te houden dat we in Nederland niet te veel en te vaak aan straling worden blootgesteld. Daarom zijn we altijd alert: we brengen de straling in Nederland in kaart, verzamelen en ontwikkelen kennis én zijn goed voorbereid op een onverhoopt incident.
In dit magazine leest u wat we hebben gedaan in 2017. Met veel nieuwe inzichten uit ons onderzoek konden we de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) ondersteunen bij de voorbereiding op de implementatie van nieuwe Europese wetgeving in Nederland. Het werken met natuurlijke radioactiviteit is daar een voorbeeld van.
Ons onderzoek naar de productie van isotopen is letterlijk van levensbelang; Wat hebben we nodig in Nederland (of de wereld) om voldoende medische isotopen te ontwikkelen voor het stellen van diagnose en het behandelen van kanker? Met dit onderzoek ondersteunden we het ministerie van VWS.
Verder: onderzoek naar radon op werkplekken, de invloed van ioniserende straling op aderverkalking, internationaal werk om de respons op incidenten te verbeteren en de stijging van het aantal gevallen van huidkanker dankzij onze geliefde zon. Ik raak er niet over uitgepraat, u kunt het beter gaan lezen. Ik wens u bijzonder veel leesplezier!
Onzekerheden spelen in iedere crisis een rol, maar het liefst niet als de ‘grote onbekende’. Daarom werkt het RIVM in het CONFIDENCE-project aan de doorontwikkeling van modelberekeningen met factor ‘onzekerheid’ en onderzoekt het RIVM hoe deze factoren een rol spelen bij het nemen van maatregelen. Dit doen we voor Nederland aan de hand de casus Borssele en in samenwerking met het KNMI en RIKILT. Lees meer
Tijdens een incident met straling heeft het RIVM verschillende taken. Ter plekke brengen we de situatie in kaart door met meetwagens en apparatuur de hoeveelheid radioactiviteit in de lucht en op de grond te meten. We berekenen ook wat het effectgebied is van het incident. Een team in Bilthoven berekent of er radioactief materiaal in de omgeving van het incident terecht kan komen. Dit hangt bijvoorbeeld af van welke radioactieve stoffen vrij komen bij een incident en van de windrichting en –sterkte.
Door de mogelijke effecten van een ramp of incident in beeld te krijgen kunnen we een risicobeoordeling doen. Hierbij werkt het RIVM met kennisinstituten samen in het Radiologisch en Gezondheidskundig Expertise Netwerk (RGEN). Het RIVM coordineert sinds april 2017 dit netwerk. Met veiligheidsregio's en defensie werken we samen in de Landelijke Afstemming Meten bij Stralingsongevallen (LAMS). Op basis van deze kennis adviseert het Crisis Expert Team straling en nucleair (CET-sn), onder verantwoordelijkheid van de ANVS aan de Veiligheidsregio, en landelijke crisisbesluitstructuur (ICCB en MCCB), over de situatie, risico's en mogelijke maatregelen ter bescherming van mens, dier en milieu.
In januari van 2017 werd in Europa radioactief jodium in de lucht gemeten. Het ging om een hele lage concentratie. In Nederland hebben we metingen verricht, maar werd het radioactieve jodium niet aangetroffen. Begin oktober 2017 meldden diverse landen in het westen en zuiden van Europa dat er radioactief ruthenium-106 in de lucht was gevonden. Het was toen onduidelijk wat de bron was. Een kernongeval kon worden uitgesloten omdat er in dat geval meerdere radioactieve stoffen gevonden worden.
Uit Frans en Duits onderzoek bleek dat het ruthenium waarschijnlijk uit Rusland afkomstig was, van het chemische complex Mayak. Ruthenium-106 is een door mensen gemaakte radioactieve stof. Het komt vrij bij kernsplijting en wordt bijvoorbeeld gebruikt bij de behandeling van oogboltumoren. In Wenen is een relatief hoge waarde gevonden, namelijk 42 millibequerel per kubieke meter. Dit voegt echter bijna niets toe aan de straling die van nature al aanwezig is, de stralingsdosis is ongeveer 1% hoger. Dit heeft praktisch geen effect op mens of milieu. Het RIVM heeft in tegenstelling tot andere landen geen verhoging van het stralingsniveau in Nederland gemeten.