Griepepidemie kende meer complicaties

De meest recente griepepidemie duurde zes weken langer dan het gemiddelde van negen weken. Ook zorgde deze epidemie voor meer complicaties, waaronder longontsteking, dan gebruikelijk. Vooral 65-plussers werden ziek, terwijl de sterfte voornamelijk onder 75-plussers verhoogd was.

Op 28 november vorig jaar passeerde het aantal mensen dat zich met griepachtige verschijnselen bij de huisarts meldde de ‘epidemische grens’ van 5,1 op de 10.000 Nederlanders. “Vanaf dat moment was sprake van een epidemie”, zegt Wim van der Hoek, hoofd van de afdeling luchtweginfecties van het Centrum Infectieziektebestrijding (CIb). De epidemie duurde tot week 11 van dit jaar. Toen daalde het aantal mensen met griepachtige klachten voor het eerst sinds november tot 4,1 op de 10.000 Nederlanders. “Nu het aantal meldingen twee weken lang onder de grens van 5,1 is gebleven, is de epidemie officieel voorbij.”

Het hoogtepunt van de epidemie lag in week 5 van dit jaar

Deze keer circuleerden opnieuw verschillende influenzavirussen, maar type A (H3N2) kwam veruit het meeste voor. “Bij de lange duur speelt de immuniteit van de bevolking een rol. Een kleine genetische verandering in het virus kan al meer zieken veroorzaken.” Het hoogtepunt van de epidemie lag in week 5 van dit jaar: ruim 20.000 mensen gingen toen met griepachtige verschijnselen naar de huisarts. “Lage temperatuur en luchtvochtigheid spelen ook een rol bij het overbrengen van het virus.”

Vorig seizoen kregen naar schatting 1,2 miljoen mensen griep; daarvan gingen er 203.000 naar de huisarts, zesduizend werden met een complicatie opgenomen in het ziekenhuis. In totaal overleden toen 3900 mensen méér dan verwacht als er geen griep was geweest. “Waarschijnlijk hangt deze ‘oversterfte’ samen met de griep. Dit seizoen zijn er naar verwachting meer grieppatiënten, meer ziekenhuisopnamen en meer sterfgevallen.” Schattingen van het totale aantal patiënten zijn lastig. “De zestig huisartsenpeilstations van het NIVEL geven informatie over huisartsbezoeken, maar volgens cijfers van de Grote Griepmeting gaat slechts een op de vijf grieperige mensen naar de huisarts.”

Complicaties

Complicaties, vooral longontsteking, dragen bij aan de ‘oversterfte’, vooral bij 75-plussers.  Die bedroeg vorig seizoen 3900 mensen, maar dit seizoen zijn het er waarschijnlijk meer. “Exacte sterftecijfers ontbreken”, zegt Van der Hoek. “Er wordt meestal geen test gedaan, dus er kan ook een andere doodsoorzaak zijn. Met behulp van wiskundige modellen berekenen we of de sterfte in een bepaalde periode hoger is dan verwacht. Met CBS-cijfers kijken we naar het  patroon van de totale sterfte in de afgelopen vijf jaar. Wanneer het aantal sterfgevallen dat uit die berekening rolt hoger is dan het verwachte gemiddelde schrijven we deze ‘oversterfte’ toe aan griep.”

Nederlandse cijfers worden samengevoegd met die uit andere Europese landen om de effectiviteit van de griepprik te berekenen; dit seizoen is die naar schatting veertig procent. “Niet optimaal, maar het wisselt jaarlijks doordat het virus steeds een beetje verandert. Toch is de griepprik zinvol, omdat het vaccin complicaties kan voorkomen.”

Op de site www.rivm.nl is het verloop van de griepepidemie voor iedereen op de voet te volgen. “De informatie wordt wekelijks aangepast en nog uitgebreid, bijvoorbeeld met gegevens over aantallen ziekenhuisopnames. Vorig jaar zijn de sterftecijfers toegevoegd.”