Handboek Omgevingsveiligheid leren van elkaar

Foto van fabriek

De kwaliteit van de leefomgeving staat centraal in de Omgevingswet. Nieuwe ontwikkelingen zijn toegestaan, mits ze bijdragen aan de beoogde kwaliteit van de leefomgeving waar omgevingsveiligheid onderdeel van is. Om een veilige leefomgeving te realiseren, moeten planologen, externe veiligheidsdeskundigen, initiatiefnemers en bouwers samenwerken. Het gebruik van het Handboek maakt duidelijk of rond risicovolle activiteiten aandachtsgebieden liggen waar bescherming nodig is tegen brand, explosie en/of gifwolk. Deze bescherming gaat over het beperken van de kansen op een ongeval én het minimaliseren van de gevolgen voor de omgeving. Dit vraagt om doeltreffende mogelijkheden voor mensen om bij een ongeval te kunnen vluchten of schuilen. Uiteindelijk bepaalt de overheid welke bescherming van mensen in een gebied tegen de gevolgen van een ongeval met gevaarlijke stoffen, voldoende is. De kwaliteit van de leefomgeving op een industriegebied kan dus anders zijn dan in een woonwijk. Deze kwaliteitsverschillen bieden kansen, maar vragen ook om afstemming tussen rijk, provincies en gemeenten; vooral als er tegenstrijdige belangen zijn.

Naast de veranderingen op Omgevingsveiligheid zijn er belangrijke wijzigingen door het nieuwe stelsel van de Omgevingswet. Dat gaat over transparantie, voorspelbaarheid, gebiedsgericht maatwerk, verbindend samenwerken en het spreken van ‘elkaars’ taal. Denk aan gemeenten, provincies en rijk die onderling hun omgevingsvisies en -plannen afstemmen. De gevolgen van deze stelselwijziging voor omgevingsveiligheid wordt bijvoorbeeld zichtbaar bij situaties waarbij degenen die worden blootgesteld aan risico’s en gevolgen geen (economisch) profijt hebben van een gevaarlijke activiteit.

Een nieuw Handboek door te leren van elkaar

Het Handboek wordt gemaakt door RIVM, maar de uiteindelijke gebruiker staat centraal. Dat betekent dat die gebruiker nadrukkelijk is gevraagd om input. Door gebruik te maken van elkaars jarenlange expertise openen we de weg naar slimme en doeltreffende oplossingen voor de toekomst. Vanuit het werkveld zijn de afgelopen maanden vele goede voorbeelden en ervaringen uit de uitvoeringspraktijk ingebracht. Vervolgens zijn meerdere conceptteksten van het Handboek verspreid onder de stakeholders en via de website van RIVM. Op basis van de ontvangen input is een versie 1.0 van het Handboek samengesteld die dient ter voortgang van de Omgevingswet. De ontwikkeling van het Handboek gaat verder door deze te verrijken met informatie en praktijkervaringen die in heel Nederland worden opgedaan. Eind 2017 verwachten we een versie 2.0 op te leveren. Het moment waarop dit gebeurd, is afhankelijk van de planning van de Omgevingswet. Gebruik van het Handboek zal in de regeling onder het Besluit kwaliteit leefomgeving worden voorgeschreven.

De toekomst van het Handboek Omgevingsveiligheid

Op dit moment richt het Handboek Omgevingsveiligheid zich op activiteiten en ongevallen met gevaarlijke stoffen. Vanuit meerdere stakeholders is de vraag gekomen om het Handboek uit te breiden met andere veiligheidsthema’s, zoals ‘risico-en crisisbeheersing’, ‘waterveiligheid/ overstromingen’ en ‘alternatieve brandstoffen’. Ook is aandacht gevraagd voor participatie van burgers en het faciliteren van een gelijke informatiepositie. Veel van deze zaken krijgen een plek in de pilots die gemeenten, bedrijven, provincies, omgevingsdiensten, veiligheidsregio’s en het Rijk de komende tijd uitvoeren. Het RIVM volgt deze ontwikkelingen. Immers, het is uiteindelijk aan de gebruikers om aan te geven wat nodig is voor een goed toe te passen Handboek omgevingsveiligheid.

Auteur: Arjan Boxman