Preventiematrix

 

Preventiematrixen laten zien welke preventieve interventies een gemeente of wijk inzet op het gebied van gezondheid, veiligheid en participatie. Niet alleen voor mensen met problemen, maar ook voor mensen die (nog) geen problemen hebben. Want juist daar kan preventie zijn werk doen. 

De matrixen zijn ontwikkeld door de landelijke werkgroep Preventie en Vroegsignalering, die op verzoek van VWS en VNG is opgericht om preventie concreet te maken. Naast verschillende kennisinstituten zijn enkele gemeenten lid van de werkgroep. Namens de gemeente Zeist schoof adviseur sociaal domein Robbert Moorman aan. Hij heeft de matrixen al in de praktijk uitgeprobeerd.

Wat was jullie aanleiding om met de preventiematrixen te werken?

‘We zijn in Zeist op verschillende thema’s actief bezig met preventie. Maar we wilden graag een stap voorwaarts maken. Hoe kun je integraal op preventie sturen? Waarin kunnen we het best investeren? Daarbij wilden we voorkomen dat onze aandacht in het sociale domein vooral uitgaat naar het oplossen van problemen. We willen die problemen vooral voorkomen.’

Wat bedoel je daarmee?

‘Het is belangrijk om verschillende preventieniveaus te onderscheiden. Aan de ene kant heb je interventies die gericht zijn op mensen met ernstige problemen. Aan de andere kant heb je preventie onder mensen zonder problemen. En binnen die groep kun je weer onderscheid maken tussen mensen met en zonder risico’s. Want ook preventie onder gezonde mensen verdient aandacht, al ligt dat vaak niet voor de hand.’

Hoe zijn jullie te werk gegaan met de matrixen?‘Er zijn matrixen op het gebied van gezondheid, veiligheid en participatie voor drie verschillende doelgroepen: jeugd, volwassenen en ouderen. We hebben per thema twee sessies gehouden met partners in de wijk, zoals de welzijnsstichting, thuiszorgorganisaties, GGD en scholen. Samen hebben we geïnventariseerd wat er al gebeurt op het gebied van preventie. Door al die activiteiten in een matrix onder te brengen, kun je zien waar al veel gebeurt en waar misschien nog activiteiten ontbreken.’  

Kun je een voorbeeld geven?

‘De sessie over de doelgroep ouderen maakte duidelijk dat we meer kunnen doen voor mensen met risico op beperkte zelfredzaamheid. Naar aanleiding daarvan denken we nu bijvoorbeeld na over signalerende huisbezoeken onder 75-plussers. Ook in het thema armoede ontdekten we dat er extra aandacht nodig is voor risicogroepen, zoals chronisch zieken en mensen met alleen AOW. En in het algemeen is de conclusie dat er nog veel versnippering is. We kunnen winst behalen door preventieve interventies beter op elkaar af te stemmen.’

Maakt het instrument het kiezen van goede interventies makkelijker?

‘Ja, zo wordt zichtbaar waar activiteiten ontbreken. In de databanken kun je vervolgens op zoek naar effectieve interventies. Je kunt het ook omdraaien: eerst in de matrix verzamelen welke effectieve interventies het beste passen bij de lokale situatie en die vervolgens vergelijken met het huidige aanbod. Het zou wat dat betreft helpen als erkende interventies ook in de matrixen worden ondergebracht. Tot die tijd zijn de matrixen een laagdrempelig hulpmiddel om het gesprek over preventie op gang te brengen.’

Aan de slag met preventiematrixen? U vindt ze online bij het NCJ