Rekenhulp laat zien wat valpreventie oplevert

Vallen staat bekend als een groot gezondheidsrisico onder ouderen. Niet alleen vanwege lichamelijke letsel. Angst voor een volgende val kan er bijvoorbeeld toe leiden dat ouderen in een sociaal isolement terechtkomen. Daarnaast is vallen een grote kostenpost. En die dreigt de komende jaren verder te groeien, vertelt Rob Nillezen, interim adviseur gezondheidsbevordering GGD regio Utrecht. ‘We zien het aantal valongevallen toenemen, onder andere als gevolg van de vergrijzing en doordat ouderen langer zelfstandig thuis blijven wonen. Door het groeiende aantal valongevallen neemt de druk op alle fronten toe: van spoedeisende hulp tot Wmo-voorzieningen.’

Bovenstaande afbeelding toont letsel door valongevallen onder 65-plussers in 2016. De afbeelding is afkomstig van de website van VeiligheidNL. Hier vindt u meer cijfers over valongevallen.

Valpreventie is altijd kosteneffectief

Valpreventie bestaat vaak uit een combinatie van interventies, zoals aanpassingen in woning en de woonomgeving, een beweegprogramma en medicatiebewaking. Er zijn inmiddels veel interventies op de markt die bewezen effectief zijn. Toch blijven investeringen in valpreventie nog te vaak uit, constateert Saskia Kloet van VeiligheidNL. ‘Valpreventie is altijd kosteneffectief, maar er zijn veel verschillende partijen bij preventie betrokken, zoals wijkteams, verzekeraars, huisartsen en fysiotherapeuten. Dat maakt de organisatie en financiering lastig. Wie betaalt wat, wie is waarvoor verantwoordelijk?’ De Rekenhulp Valpreventie maakt de kosten en baten van valpreventie inzichtelijk en laat zien hoe de besparingen verdeeld zijn over bijvoorbeeld mantelzorg, Wmo, Wlz en Zvw.

De Rekenhulp brengt het gesprek op gang.

Samen met het Erasmus MC en Vilans ontwikkelde VeiligheidNL de Rekenhulp Valpreventie. De online Rekenhulp geeft een snelle indicatie van de kosten en baten van valpreventie. En daar is behoefte aan, vertelt Nillezen. ‘Bij preventie gaan de kosten voor de baten uit. En de baten komen niet altijd terecht bij de partijen die investeren. De Rekenhulp laat zien waar investeringen nodig zijn en waar besparingen te verwachten zijn. Als duidelijk wordt dat veel besparingen bij de zorgverzekeraar terechtkomen, kan dat bijvoorbeeld aanleiding zijn om eens te praten over de financiering van een beweegprogramma. De Rekenhulp brengt het gesprek op gang.’ 

Eenvoudig in het gebruik

‘De Rekenhulp is heel eenvoudig in het gebruik’, vertelt Nillezen. ‘Je bepaalt de doelgroep, de omvang en de partij die de doelgroep opspoort. Daarna zie je direct de belangrijkste uitkomsten. Vervolgens kun je een rapportage downloaden met uitgebreidere cijfers en een toelichting op de berekening.’ Een sterke eigenschap van de Rekenhulp is volgens Nillezen de aandacht voor het opsporen van ouderen met een valrisico. 'Er zijn meerdere scenario’s mogelijk om de doelgroep op te sporen, met uiteenlopende kosten en effecten. De Rekenhulp helpt om daarin een keuze te maken.’

De rapportage staat ook stil bij de interventies die nodig zijn om de berekende besparingen en gezondheidswinst te behalen. Kort samengevat: een combinatie van een effectief beweegprogramma met wetenschappelijk onderbouwde ingrepen zoals aanpassingen in huis en de omgeving. Nillezen hoopt dat de Rekenhulp gevoed blijft worden met de praktijkervaringen van gemeenten die investeren in valpreventie. ‘Dat vraagt van gemeenten dat ze hun gegevens delen. Maar daar krijgen we met zijn allen iets voor terug: inzicht in de werkelijke kosten en baten van valpreventie. De huidige Rekenhulp is een goede eerste stap.’

 

Probeer de Rekenhulp Valpreventie uit op de website van VeiligheidNL