Prenatale Screening Infectieziekten en Erytrocytenimmunisatie 2020

Vrouwen in Nederland krijgen aan het begin van hun zwangerschap de Prenatale Screening Infectieziekten en Erytrocytenimmunisatie (PSIE) aangeboden. Hierbij krijgt een zwangere vrouw bloedonderzoek aangeboden in het eerste verloskundig consult. Het bloed wordt in het laboratorium gescreend op hepatitis B, syfilis, HIV, Rhesus (D)-antigeen, Rhesus (c)-antigeen en irregulaire erytrocyten antistoffen (IEA). De screening - die bij voorkeur voor week 13 van de zwangerschap wordt uitgevoerd - is erop gericht een aantal ernstige ziektes bij ongeboren en pasgeboren kinderen te voorkomen.

Highlights 2020

Zeer hoog bereik, ook tijdens de COVID-19-pandemie

De continuïteit van het screeningsprogramma PSIE is tijdens de COVID-19-pandemie goed geborgd, blijkt uit de maandrapportages van de Dienst Vaccinvoorziening en Preventieprogramma’s van het RIVM ( RIVM-DVP). De dienst registreert de resultaten van de bloedonderzoeken en aanvullende gegevens van zwangere vrouwen zoals beschreven in het draaiboek PSIE. Ook zorgt ze voor maand- en jaarrapportages ten behoeve van de landelijke monitoring en evaluatie van het programma. De inhoud van deze rapportages bevat onder andere de tijdigheid van de uitvoering. Tijdens de COVID-19-pandemie was het belangrijk dit te kunnen monitoren. Uit de maandelijkse monitoring van het 12e weeks-bloedonderzoek in 2020 bleek dat er in de maanden maart en april aanvankelijk sprake was van een afname van het aantal bloedonderzoeken van circa 3% vergeleken met dezelfde periode (tot en met mei) in 2019. Vooral in maart 2020 signaleerde het RIVM-DVP een dip in de aantallen bloedonderzoeken. In de maanden die volgden op de eerste lockdown volgde echter een inhaalslag. In juli zat het cumulatieve aantal 12e weeks-bloedonderzoeken weer op het niveau van 2019. Dit betekent dat sommige zwangere vrouwen als gevolg van COVID-19 iets later zijn gescreend dan normaal, maar dat iedere zwangere vrouw die gescreend moest worden, wel is gescreend. De vertraging van het tijdstip van het 12e weeks-bloedonderzoek tijdens de eerste coronagolf lijkt niet op te treden tijdens de tweede en derde golf.

Nieuwe website

Begin 2020 werd voor (aanstaande) ouders de website Screeningen tijdens de zwangerschap en na de geboorte gelanceerd. Bij het ontwikkelen van de website hebben we extra aandacht besteed aan de toegankelijkheid van de informatie voor ouders met lage gezondheidsvaardigheden. Voorheen werd informatie over de pre- en neonatale screeningen (pns) aangeboden op de website van het RIVM. Door alle informatie te bundelen op één website, kan het RIVM ouders beter over de verschillende programma’s informeren. 

Continuïteit plasmageneesmiddelenvoorziening

Sanquin Plasma Products (SPP) heeft eind 2020 besloten om te stoppen met de productie van plasmageneesmiddelen, ook wel Quins genoemd, waaronder HepBQuin 150 IE voor pasgeborenen van hepatitis B-draagsters en RhedQuin 375 IE en RheDQuin 1000 IE voor Rhesus D-negatieve zwangere vrouwen. In de afgelopen jaren heeft SPP de levering van vervangende – deels niet in Nederland geregistreerde producten - gefaciliteerd, waarbij de laatste twee jaar gebruik is gemaakt van de zogenoemde Staatscourantroute. Voor producten die niet in Nederland zijn geregistreerd, kan de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) via de Staatcourantroute tijdelijk toestemming geven voor het gebruik ervan in Nederland. Deze route is voor deze plasmageneesmiddelen niet meer mogelijk omdat het niet meer gaat om een tijdelijk tekort, maar blijvend tekort. Het gevolg hiervan is dat per 1 januari 2021 de apotheek een ingevulde artsenverklaring moet meesturen met de bestelling. Een verloskundig zorgverlener (VKZ) die geregistreerd is in het register Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG) mag deze verklaring ook ondertekenen. Zodra er meer duidelijkheid is over de toekomst van de vervangende producten informeren we de ketenpartners hierover.

Vooruitblik 2021

In 2021 en 2022 worden de resultaten opgeleverd van diverse studies die van belang zijn voor mogelijke uitbreiding van het PSIE-programma in de toekomst. De oplevering hiervan is als gevolg van de COVID-19-pandemie enigszins vertraagd. Het betreft de volgende studies:

HIP-studie

Sinds 2017 wordt de HIP-studie (HPA-screening In Pregnancy) uitgevoerd. Deze belangrijke studie maakt gebruik van de logistieke processen van het bevolkingsonderzoek PSIE. Het doel van de studie is het verzamelen van ontbrekende kennis over de ziekte foetale en neonatale alloimmuun trombocytopenie (FNAIT). Er is nu nog te weinig informatie over het natuurlijk beloop van deze ziekte, waardoor het niet mogelijk is om een selectie te maken van vrouwen die een hoog risico hebben op een bloedingscomplicatie als gevolg van FNAIT. Het doel van de HIP-studie is om deze ontbrekende informatie te genereren en op basis daarvan te beoordelen of het zinvol is om in de toekomst FNAIT tijdig op te sporen met een screeningsprogramma. In 2022 wordt de studie afgerond.

Doelmatigheidsstudie screening op hepatitis C bij risicogroepen

In 2021 worden de resultaten opgeleverd van een doelmatigheidsstudie uitgevoerd door het Centrum Infectieziektebestrijding van het RIVM (RIVM-CIb). Deze studie betreft de screening bij een deel van de zwangere vrouwen, namelijk de eerste generatie vrouwelijke migranten uit laag- en middeninkomenslanden waar hepatitis B en hepatitis C vaak voorkomen. Het doel van deze studie is om te verkennen of het toevoegen van hepatitis C-screening aan het PSIE-programma bij risicogroepen kosteneffectief is. De eerste resultaten worden medio 2021 verwacht. 

Validatiestudie Prenatale Foetale Typering (PFT)

Vanaf 2021 zal een validatiestudie worden uitgevoerd voor de DNA-test die wordt gebruikt in het 27e weeks-bloedonderzoek, de Prenatale Foetale RhD Typering. Deze studie zal worden gecombineerd met validatie-onderzoek voor een mogelijke vervroeging van de PFT van week 27 naar week 12 in de zwangerschap. Deze studie is deels ten behoeve van kwaliteitsborging (ten behoeve van CE-markering en in vitro diagnostica (IVDR)) en deels ten behoeve van innovatie van het PSIE-programma. Het onderzoeksplan is eind 2020 voorgelegd aan en als 'uitstekend'  beoordeeld door buitenlandse experts. De looptijd van de studie is circa 36 maanden.

Monitor Prenatale Screening Infectieziekten en Erytrocytenimmunisatie

In opdracht van het RIVM-CvB voert TNO de jaarlijkse procesmonitor voor het PSIE-programma uit. Halverwege 2020 verscheen de procesmonitor PSIE 2018. In de monitor worden de belangrijkste resultaten beschreven van het bevolkingsonderzoek PSIE in vergelijking met voorgaande jaren. De monitor omvat de gegevens van zwangere vrouwen n met een bloedafnamedatum van het eerste bloedonderzoek voor de PSIE in het betreffende jaar. 

  • De gerapporteerde dekkingsgraad is sinds 2005/6 stabiel en internationaal gezien op een zeer hoog niveau (>99%).
  • De prevalentieschattingen voor de aandoeningen waarop wordt gescreend zijn vergelijkbaar met voorgaande jaren.
  • Het aantal zwangere vrouwenn met hiv, syfilis of hepatitis B is stabiel en zeer laag. Congenitale infecties, ofwel infecties waarbij een kind tijdens de zwangerschap via de moeder besmet raakt, zijn zeldzaam in Nederland. In de periode waarover gerapporteerd wordt in de monitor 2018 zijn er géén kinderen met HIV geboren en is er één kind met syfilis geboren (moeder negatief bij screening, vermoedelijk later in de zwangerschap geïnfecteerd). Er is geen landelijke registratie van hepatitis B-infecties bij kinderen van hepatitis B-positieve zwangere vrouwen. Er is echter wel een meldingsplicht voor hepatitis B. Bijna alle (99,5%) kinderen van hepatitis B-positieve moeders hebben HBIg toegediend gekregen om transmissie van het hepatitis B-virus te voorkomen.
  • Het eerste bloedonderzoek wordt bij 77% tijdig (voor week 13) uitgevoerd. Sinds 2017 is dit lager dan in voorgaande jaren. Een mogelijke verklaring is de invoering van de NIPT sinds april 2017. De NIPT mag pas vanaf week 11 worden afgenomen. Omdat vermoedelijk bij voorkeur in één keer bloed wordt afgenomen voor zowel NIPT als PSIE, kan hierdoor de bloedafname voor PSIE te laat worden uitgevoerd. Dit punt behoeft extra aandacht van verloskundig zorgverleners.
  • Voor de tijdigheid van de toedieningen geldt: Anti-D antenataal 75%, Anti-D postnataal 99,6% , HBIg (< 2 uur) 77%,  HBIg (<48 uur) 99,3% (na correctie voor ‘geldige redenen voor ontbreken van toediening’ is dit 100%).

De actuele versie van de monitor vindt u op de website Proces Monitor PSIE  

De monitoring gebeurt op basis van door het RIVM-DVP aangeleverde (geaggregeerde) gegevens.