Onderzoek naar bescherming tegen nieuwe coronavirus

Hoeveel Nederlanders hebben antistoffen tegen het nieuwe coronavirus in hun bloed? De PIENTER Corona studie van het RIVM onderzoekt de verspreiding van COVID-19 onder Nederlanders, om zo te weten te komen hoe het staat met de bescherming van de mensen tegen deze ziekte.

Het fundament van de corona-adviezen van het Outbreak Management Team bestaat uit een stevige wetenschappelijke basis. Onderzoek op gebied van infectieziekten, epidemiologie, gedrag en andere vakgebieden gaat hieraan vooraf. In veel gevallen gebeurt dit onderzoek vanuit het RIVM zelf, in nauwe samenwerking met externe partijen.

Zo ging eind september de derde ronde van de PIENTER Corona studie van start. RIVM-projectleider en immunoloog Fiona van der Klis : “Aan de PIENTER Corona studie doet de doorsnee bevolking mee, niet de meest kwetsbare groep of een andere specifieke groep. Daarom zijn de resultaten ook zo waardevol, het geeft een goed beeld.” Ook geografisch is de deelname goed vertegenwoordigd. “We zitten in alle gemeentes, alleen Schiermonnikoog ontbreekt.”

De circa 7800 deelnemers wordt gevraagd om een beetje bloed op te sturen, verkregen via een vingerprikje. Daarnaast vullen ze een uitgebreide vragenlijst in, waarin onder meer gevraagd wordt naar contacten en klachten.

'Dit onderzoek is een verrijking van wat we weten over het nieuwe coronavirus'

Antwoorden op belangrijke vragen

De PIENTER Corona studie zoekt antwoorden op belangrijke vragen. Hoeveel mensen in Nederland zijn besmet geweest met het coronavirus en hoe is de leeftijdsverdeling? Wat is de kwaliteit van de immuunrespons na besmetting? Hoe goed beschermen die antistoffen mensen tegen dit virus? En hoe lang? “Ook bij milde klachten zien we antistoffen in het bloed,” zegt Van der Klis. “Vaak wel een minder hoog gehalte.”

De twee eerdere rondes van het onderzoek geven al interessante informatie. Na de tweede ronde in juni hebben rond de 4-5% mensen in Nederland antistoffen in hun bloed. Fiona van der Klis: “Wat in het algemeen opvalt is het grote spreidingsniveau in de hele bevolking. Verder zagen we al voor de zomer, in juni, meer mensen tussen de 20 en 30 jaar die in contact waren geweest met het virus. In die groep zagen we het hoogste getal. In de eerste ronde viel al op dat het percentage antistoffen veel lager was bij kinderen.”

Niveau van bescherming

Fiona van der Klis licht toe hoe het werkt met antistoffen. “Vlak na een besmetting zijn de antistoffen het hoogst, dan werkt het lichaam het hardst om de ‘indringer’ weg te werken. In een later stadium zie je meestal een afname van antistoffen. Bijvoorbeeld na toediening van een vaccin zie je eerst een stijging van de antistoffen in het bloed, daarna een daling en daarna stabiliseert het niveau. Dat is een normaal fenomeen. Zo gaat dat ook met de antistoffen tegen corona, verwachten we. Wat we natuurlijk nog niet weten, is of de antistoffen tegen het coronavirus echt langdurig beschermen.”

De onderzoekers kijken hierbij ook naar gegevens over leeftijd, symptomen, risicofactoren. “Misschien hangt het ervan hoe oud je bent, of hoe ziek je bent geweest. Het gaat allemaal om de kwaliteit van de immuunrespons, daar zijn we naar op zoek.”

Naast het bloed van de vingerprikjes levert ook de vragenlijst veel informatie op. Zo wordt er gevraagd naar contacten, waar bijvoorbeeld de modelleurs weer veel aan hebben om in hun modellen te verwerken.

'Aan de PIENTER Corona studie doet de doorsnee bevolking mee'

Multidisciplinair team

De timing van nieuwe rondes onderzoek hangt van diverse factoren af. “Als er tussentijds belangrijke vragen opkomen, kunnen we weer een nieuwe ronde doen,” zegt Van der Klis. “We overleggen dat met een multidisciplinair team. Het kan belangrijk zijn om het effect van bepaalde maatregelen te toetsen. Of we kijken vlak na een stijgende lijn in het aantal besmettingen hoe het er precies voor staat. Het kan ook zijn dat de modelleurs bepaalde gegevens nodig hebben om de modellen zo goed mogelijk in te richten. We kiezen samen het beste moment.”

Verrijking

Bij nieuwe resultaten zorgen Fiona van der Klis en haar team voor een snelle update voor het Outbreak Management Team, de bestrijdingskant en de modelleurs. “Uiteraard delen we de resultaten met de deelnemers zelf. Maar ook met het publiek, onder meer op onze website. Ook belangrijk is dat de kennis door andere wetenschappers te gebruiken is. We publiceren in diverse wetenschappelijke tijdschriften. Daarnaast informeren we de WHO en ECDC.”

De resultaten van de lopende onderzoeksronde worden in november verwacht. Daarna zal het onderzoek nog drie keer herhaald worden. Fiona van der Klis: “We hopen natuurlijk dat zoveel mogelijk mensen uit de huidige groep deelnemers blijven meedoen. Dit onderzoek is echt een verrijking van wat we weten over het coronavirus.”

Meer weten? Kijk op rivm.nl