Geen slappe compromissen

Wat is een ‘integrale aanpak’ nu precies? En wat levert het op? We vroegen het aan Marja van Bon, senior wetenschappelijk medewerker en aandachtsfunctionaris Academische Werkplaatsen van het Trimbos-instituut. Zij werkte eerder bij de GGD Hart voor Brabant en kent het sociale domein en zorgdomein van binnenuit. Een gesprek over ‘complexe problematiek’, ‘win-winsituaties’ en ‘kennisontwikkeling’.

Wat is een ‘integrale aanpak’ volgens jou? 

‘Die term wordt op heel verschillende manieren gebruikt. De ene keer gaat het om een integrale aanpak op individueel niveau, bijvoorbeeld het gezin, de andere keer op collectief niveau, bijvoorbeeld de wijk. De ene keer gaat het om het sociale domein, de andere keer om het zorgdomein… De rode draad van integraal werken is in alle gevallen de samenhang tussen verschillende activiteiten, waarbij iedereen verder kijkt dan de eigen organisatie of sector.’

Waarom is integraal werken zo belangrijk?

‘Het is de enige manier waarop je complexe problematiek kunt aanpakken. Bijvoorbeeld als oorzaak en gevolg niet goed van elkaar te onderscheiden zijn, zoals geldt voor gezondheidsachterstanden van mensen met een lage opleiding. Het is niet effectief om alleen te werken aan het opleidingsniveau. Je moet bijvoorbeeld ook kijken naar bijvoorbeeld leefstijl en werkomstandigheden.’

Welke rol spelen erkende interventies daarbij?

‘Binnen het zorgdomein bestaan verschillende erkende interventies die sterk gericht zijn op aandoeningen. Terwijl in het sociale domein behoefte is aan maatwerk dat gericht is op de problemen achter die aandoeningen en op de hulpvraag die de klant zelf belangrijk vindt. De organisaties van de interventiedatabanken zijn nu bezig om de werkzame bestanddelen van erkende interventies in kaart te brengen. Met die bestanddelen kunnen professionals beter op maat werken.’

Wat levert integraal werken op, wat is het effect?

‘Dat hangt af van de doelen die je nastreeft. Het is heel belangrijk om die doelen concreet te benoemen. Dat stelt je in staat om te monitoren en te evalueren en daar leer je van. Bovendien kun je op zoek naar win-winsituaties. In mijn GGD-tijd was ik betrokken bij een JOGG-traject, waarin we alle partijen vroegen wat ze wilden bereiken. Overgewicht voorkomen natuurlijk, maar we hoorden ook andere doelen. Een sportvereniging wilde bijvoorbeeld ook nieuwe leden werven. Dat liet zien dat verschillende doelen elkaar versterken: je moet bij samenwerking niet op zoek gaan naar slappe compromissen, maar naar een oplossing waar iedereen beter van wordt.’

Heeft de gemeente daarin een rol?

‘Gemeenten hebben een dubbelrol. Ze doen de inkoop maar vragen ook van leveranciers om te monitoren en evalueren. Daarom is het belangrijk dat ze veiligheid bieden: evaluaties zijn niet bedoeld om partijen ergens op af te rekenen maar om gezamenlijk lessen te trekken. Het helpt al als gemeenten zich bewust zijn van hun dubbelrol.’

Leren is voor jou een belangrijk onderdeel van de integrale aanpak?

‘Ja, ik raad gemeenten echt aan om met samenwerkingspartners een lerende omgeving te vormen. En ook om van andere gemeenten te leren. Er gebeurt lokaal op dit moment ontzettend veel. Gemeenten bouwen daarbij kennis op die ze onderling kunnen uitwisselen. Het is wel belangrijk om een onderscheid te maken tussen generieke en context-afhankelijke lessen: wat werkt ook in andere gemeenten, wat is typisch maatwerk?’

Dus: gemeente, deel je kennis?

‘Ja, ook als je er zelf niet direct belang bij hebt. Er zijn nog te veel professionals die belangrijke kennis opdoen tijdens hun werk maar geen tijd hebben om dat met anderen te delen. Dat is zo jammer! Elke gemeente zou kennisontwikkeling én kennisdeling moeten stimuleren. Gelukkig gebeurt dat ook in toenemende mate: onderling, maar ook via Academische Werkplaatsen en Werkplaatsen sociaal domein.’