Ministeries werken samen aan Werelddoelen

Dat het huidige kabinet Rutte in zijn regeerakkoord een volledig hoofdstuk aan duurzaamheid heeft gewijd, beschouwen Dorine Wytema, Katja Meijaard en Evelyn Jansen als extra steun in hun taak om als Nederlandse overheid in 2030 de Duurzame Ontwikkelingsdoelen te halen. Zij zijn de zogenaamde focal points van respectievelijk de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat (I&W), Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Economische Zaken en Klimaat (EZK). In die functie komen ze regelmatig samen met de focal points van vijf andere ministeries om de zeventien Duurzame Ontwikkelingsdoelen voor ons land vorm te geven en te implementeren. Deze Werelddoelen hebben onder andere als thema’s armoedebestrijding, gezondheid, onderwijs, schoon drinkwater, duurzame energie en het aanpakken van klimaatverandering.

Nederland als koploper

In tegenstelling tot veel andere landen – in totaal hebben 193 VN-landen zich aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelen gecommitteerd – doet Nederland het erg goed, constateert Wytema. “Zo scoren we hoog op het gebied van rechtsstaat en gezondheidszorg. Maar er zijn ook doelen waar we nog aan moeten werken. Denk aan luchtverontreiniging en inkomensongelijkheid tussen mannen en vrouwen.” Meijaard vult aan dat de gezonde levensverwachting van vrouwen in ons land kan verbeteren. “Op dat vlak zijn we een middenmoter in de EU. Dit komt waarschijnlijk doordat in de jaren tachtig en negentig meer Nederlandse vrouwen rookten dan in andere landen. Dat is een bijkomstigheid van de vrouwenemancipatie. En bij het ontwikkelingsdoel over ondervoeding draaien wij het om: dan gaan wij in ons land juist de strijd aan tegen obesitas en promoten we gezonde voeding.”

"Samenwerking met andere partijen in het land is noodzakelijk om alle doelen te verwezenlijken"

Organiserend vermogen

Jansen benadrukt het organiserend vermogen van Nederland en de bereidheid om concreet bij te dragen aan verdere verduurzaming van de economie. “Wij hebben in ons land bij uitstek een klimaat om samen te werken aan de realisatie van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen en de 169 subdoelen die daaronder liggen. Die samenwerking is er overigens niet alleen tussen de ministeries. Ook de zogenaamde stakeholders, zoals kennisinstellingen, bedrijven, lokale overheden, jongeren en het maatschappelijk middenveld, worden er nauw bij betrokken. Het is de uitdaging om juist samen aan de doelen te werken.”

Wytema merkt op dat het betrekken van jongeren belangrijk is omdat het om hun toekomst gaat. “We sturen jaarlijks aan de Tweede Kamer een rapport over hoever we zijn met de implementatie van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen. Afgelopen jaar zat daar een speciale bijlage bij waarin jongeren zelf hun voortgang op dat gebied aangaven.”

Doelen met elkaar verweven

Op de vraag welk doel per ministerie het belangrijkst is, geven de drie vertegenwoordigers van de focal points een unaniem antwoord: zo’n keuze is moeilijk te maken. De verschillende Werelddoelen en bijbehorende subdoelen en indicatoren zijn namelijk vaak sterk met elkaar verweven en hebben ook effect op elkaar. Uiteraard zijn er wel aandachtspunten waar de ministeries extra op focussen. Meijaard weet dat in verband met het geplande Preventieakkoord van VWS-staatssecretaris Blokhuis de indicator ‘preventie en behandeling van middelenmisbruik’ de komende jaren extra aandacht zal krijgen. “Blokhuis heeft aangegeven dat hij naast roken en overgewicht ook problematisch alcoholgebruik zal meenemen.” Wytema zegt dat binnen I&W de verontreiniging van lucht, water en bodem speerpunten zijn, met als doel het aantal zieken en voortijdige sterfgevallen als gevolg daarvan te verminderen. “Ook willen we andere landen helpen. Zo heeft Nederland veel kennis op het gebied van schoon water en sanitair. Die kennis kunnen we delen of vermarkten.”

Transitieagenda’s

Voor EKZ ligt volgens Jansen de lat hoog. “Zo willen we de economische groei in goede banen leiden. Wij werken samen met diverse partijen in het land aan het nieuwe Klimaatakkoord met onder meer een forse reductie van de CO2-uitstoot, verduurzaming van de industrie, de uitrol van het Grondstoffenakkoord en de transitieagenda’s voor de circulaire economie. De Duurzame Ontwikkelingsdoelen bieden kansen voor ondernemers in Nederland, doordat er wereldwijd vraag ontstaat naar nieuwe producten en diensten die ook voorzien in duurzame ontwikkelingsbehoeften. Denk aan gebieden als waterbeheer en voedselvoorziening, sterke Nederlandse sectoren met internationale verdiencapaciteit.”

Domeinoverstijgende rol

Samenwerking met andere partijen in het land is noodzakelijk om alle doelen inhoud te geven en te verwezenlijken, benadrukt het drietal. Een van die partijen is volgens hen het RIVM vanwege zijn brede kennis en onderzoek op het terrein van de verschillende onderwerpen. Wytema: “Het RIVM doet ook veel metingen. Die worden opgenomen in een jaarlijks CBS-rapport over de voortgang van de implementatie van de doelen. Zo kunnen we zien waar we zijn en wat we nog moeten doen.” Meijaard denkt dat het RIVM als kenniscentrum een domeinoverstijgende rol kan spelen. “Daarom zijn we blij dat er op 19 maart een interdepartementale bijeenkomst wordt gehouden, waar het RIVM zijn kennis over de verschillende doelen zal delen en verbinden.”

 

Lees ook het verhaal van Martijn Visser, VN-jongerenvertegenwoordiger